Psychopathologie
Inhoud
1 Thema: Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen ................................................................. 3
1.1 Ontstaan van middelgerelateerde en verslavingsproblemen: een dynamisch proces ........... 3
1.2 De invloed van Mens, Middel en Milieu op druggebruik en drugproblemen ......................... 6
1.3 Productinfo: Alcohol ................................................................................................................ 8
1.4 Artikels ................................................................................................................................... 11
2 Thema: Introductie en classificatie ............................................................................................... 16
2.1 Introductie ............................................................................................................................. 16
2.2 Classificatie ............................................................................................................................ 19
2.3 Videofragment en opiniestuk ................................................................................................ 22
3 Theorie over ontwikkeling, diagnostiek en epidemiologie ........................................................... 23
3.1 Theorieën over ontwikkeling ................................................................................................. 23
3.2 Diagnostiek ............................................................................................................................ 27
3.3 Epidemiologie ........................................................................................................................ 29
4 Thema: Trauma en posttraumatische stresstoornis ..................................................................... 30
4.1 Wat is psychotrauma? Soorten psychotrauma. .................................................................... 30
4.2 Trauma- en stressor-gerelateerde stoornissen DSM-5 ......................................................... 31
4.3 Prevalentie, verloop en comorbiditeit bij trauma ................................................................. 33
4.4 Risicofactoren voor het ontwikkelen van PTSS en traumaklachten...................................... 35
4.5 Verwerking van trauma: geslaagd of gestagneerd................................................................ 36
4.6 Neurobiologisch onderzoek naar (de verwerking) van trauma ............................................ 39
5 Thema: Angststoornissen .............................................................................................................. 39
5.1 De normale ontwikkeling van angst ...................................................................................... 40
5.2 De angststoornissen, soorten, kenmerken, verklaringsmodel.............................................. 41
5.3 Differentiaaldiagnose ............................................................................................................ 48
5.4 Comorbiditeit ........................................................................................................................ 48
5.5 Prevalentie............................................................................................................................. 48
5.6 Risico- en beschermingsfactoren .......................................................................................... 49
5.7 Preventie en behandeling van angststoornissen .................................................................. 50
6 Thema: Ontwikkelingstrauma en behandeling van trauma .......................................................... 51
6.1 Wat is ontwikkelingstrauma? ................................................................................................ 51
6.2 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen DSM-5: hechtingsstoornissen ...................... 52
6.3 Trauma en het brein .............................................................................................................. 53
1
, 6.4 Behandelen van ontwikkelingstrauma .................................................................................. 56
6.5 Eye Movement Desensitisation Reprocessing Therapy (EMDR) ........................................... 57
7 Thema: Stemming en stemmingsstoornissen ............................................................................... 60
7.1 De normale ontwikkeling van stemming en emotie ............................................................. 60
7.2 De stemmingsstoornissen (meerdere vormen) .................................................................... 62
7.3 Prevalentie............................................................................................................................. 64
7.4 Depressie en risicofactoren ................................................................................................... 65
7.5 Behandeling en preventie van stemmingsstoornissen ......................................................... 66
8 Thema: Psychotische stoornissen bij jongeren ............................................................................. 67
8.1 De normale ontwikkeling van logisch redeneren en stemmen horen .................................. 67
8.2 De psychotische stoornissen: kenmerken ............................................................................. 68
8.3 Differentiaaldiagnose, comorbiditeit en prevalentie ............................................................ 73
8.4 Het kwetsbaarheid-stressmodel en risicofactoren ............................................................... 74
8.5 Risico voor verdere ontwikkeling .......................................................................................... 76
8.6 Behandeling van schizofrenie ................................................................................................ 76
8.7 Vragen examen...................................................................................................................... 76
9 Thema: Genderdysforie en persoonlijkheidsstoornissen.............................................................. 77
9.1 Genderdysforie ...................................................................................................................... 77
9.2 Persoonlijkheidsstoornissen .................................................................................................. 85
10 Thema: Eetstoornissen .............................................................................................................. 88
10.1 Wat is een eetstoornis? ......................................................................................................... 88
10.2 Hoe reageren op eetstoornissen ........................................................................................... 90
10.3 Wat met herstel? ................................................................................................................... 91
11 Suïcidaliteit ................................................................................................................................ 92
11.1 Ontwikkeling van doodsbesef ............................................................................................... 92
11.2 Enkele begrippen ................................................................................................................... 92
11.3 Cijfers ..................................................................................................................................... 93
11.4 Verklarende factoren ............................................................................................................ 94
11.5 Preventie en hulpverlening ................................................................................................... 97
12 Examenvragen/voorbeelden ..................................................................................................... 99
2
,Psychopathologie samenvatting
1 Thema: Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
1.1 Ontstaan van middelgerelateerde en verslavingsproblemen: een
dynamisch proces
• Is middelengebruik per definitie een probleem?
o Neen, niet bij experimenteren
o Af en toe gamen, drinken, drug gebruik,...
• Maar spontane remissie of nood aan hulpverlening?
o Spontane remissie= spontaan zelf stoppen met verslaving door zichzelf
o Nood aan hulpverlening= vooral bij alcohol en druggebruik niet zelf kunnen stoppen
dus hulp nodig hebben van buitenstaanders
• Experimenteel vs. Recreatief gebruik
o Experimenteel gebruik= Wanneer mensen een middel éénmalig of tijdje uitproberen
door nieuwsgierigheid of peer pressure.
o Recreatief gebruik= Mensen die af en toe gebruiken gewoon omdat ze de effecten
leuk vinden. Sommigen stoppen er na een tijdje zelf mee, of gaan uit zichzelf minder
gebruiken.
• Eenmalig overmatig gebruik negatieve gevolgen
o Psychoactief middel= Toestand van intoxicatie of roes, het verstoort de waarneming,
het denken, bewegen en het gedrag. Hierdoor ontstaan risico’s op het vlak van
gezondheid en veiligheid zoals rijden onder invloed en risico op overdosis
o Combineren van meerdere middelen vergoot het risico op overdosis bv. Hierdoor
belanden veel experimentele gebruikers op spoed
• Eenmalig gebruik positieve gevolgen
o Helpt om met bepaalde persoonlijke moeilijkheden om te gaan want door het
gebruik bv. Leg je makkelijker contact, krijg je meer zelfvertrouwen, even aan
negatieve gedachten ontvluchten
o Probleemoplossende functie MAAR zulke kwetsbaarheden zijn een extra risicofactor
voor het ontwikkelen van een middelen gerelateerde en verslavingsstoornissen
• Welke factoren verhogen de kans op gebruik en problemen?
o Beschermende factoren (= kans op gebruik en problemen verkleinen)
o Risicofactoren (= kans op gebruik en problemen verhogen)
o Factoren worden opgedeeld in 3 verschillende categorieën: Het MMM-model
1. Mens (belangrijk bij evolueren naar stoornis/verslaving)
▪ Genetische Kwetsbaarheid/veerkracht van de persoon
▪ Psychische problemen/verleden
2. Middel
3. Milieu (belangrijk bij het beginnen van de verslaving)
▪ Vriendenkring
▪ Drug makkelijk beschikbaar?
▪ Peer pressure
• Schadelijk gebruik kan 1x zijn (schade veroorzaakt gezondheid, cognitief, sociaal,...)
3
, • Van keuze naar automatisme
o De eerste keer dat iemand een middel gebruikt, is dat vaak een relatief bewuste
keuze. Maar bij wie langdurig overmatig gebruikt, kan de impuls om te gebruiken
onweerstaanbaar worden. Het gebruik is dan niet langer een keuze, maar een
automatisme.
o Langdurig overmatig gebruik verandert de hersenen
▪ Bij langdurig gebruik gaan de hersenen zich aanpassen en hierdoor ontstaan
er automatische en onbewuste processen die de motivatie om middelen te
gebruiken beïnvloeden. De reden waarom iemand gaat gebruiken veranderd
geleidelijk aan. Zo wordt een proces naar een ernstige middelen
gerelateerde stoornis in gang gezet.
▪ Naast middelen gerelateerde problematieken zijn er aanwijzingen dat
gedragingen zoals gokken en gamen op een vergelijkbare manier het
beloningssysteem in de hersenen activeren en ontregelen. Gokken en gamen
kunnen dus problemen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met die van
middelen gerelateerde stoornissen.
o Nieuwe processen in de hersenen
1) Mensen die langdurig en regelmatig gebruiken verliezen de controle over
hun gebruik, ze blijven hiermee doorgaan zelfs al ondervinden ze ernstige
negatieve gevolgen.
2) Ze hebben steeds meer van het middel nodig om dezelfde ‘beloning’ te
ervaren dat noemen we tolerantie.
3) Ze kunnen steeds minder goed zonder het middel wanneer ze even niet
gebruiken krijgen ze last van onthoudingsverschijnselen
4) Ze worden steeds sneller geprikkeld die met hun verslaving te maken hebben
dus ze creëren een onweerstaanbare drang naar het middel= craving
5) Ze zijn bereid steeds grotere moeite te doen om het middel te verkrijgen =
drugzoekend gedrag
6) Ze hebben steeds meer en steeds sterkere druggerelateerde gewoontes aan
die gewoontes hangt steeds een grote emotionele betrokkenheid vast.
7) Ze hebben steeds minder hun impulsen onder controle ze ervaren
controleverlies
8) Bij wie probeert te stoppen of minderen is er een groot risico op een
terugval in het oude gedrag
• Twee systemen in het hoofd het automatisch systeem vs het bewuste systeem
o Langdurig gebruik leidt tot sterke automatismen (het paard). Tegelijk zorgt het
ervoor dat het controlerend systeem (de ruiter) minder sterk wordt. Wanneer het
controlerend systeem minder goed werkt, wordt het moeilijker om automatisch
gedrag tegen te houden of te stoppen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leengoovaerts1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.