Vragen Slides
1. Geef een samenvattende definitie van Globalisering op basis van de geziene Engelstalige quotes.
Globalisering= een toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op
mondiaal niveau. Door de openstelling van grenzen tussen landen, kunnen goederen en diensten zich
gemakkelijker verplaatsen.
2. Waarover bestaat eensgezindheid m.b.t. wat de globalisering voorstelt? = Noem uniforme
kenmerken
Er is eensgezindheid m.b.t.:
1° Machtsverhouding staten ↔ markten
Verschuift ten voordele van de markten
Transnationale concerns
Gevolg: staten minder invloed m.b.t. economische politiek / en dit leidt afbouw sociale
zekerheid
à Vb. Renault Vilvoorde: de hoofdzetel had besloten fabriek te sluiten en zorgde voor
commotie omdat er veel mensen werkloos werden door deze beslissing. Er kon niets tegen
gedaan worden, die onderneming stond boven de staat, staat had geen invloed. Hierdoor
was er dus minder sociale zekerheid.
De staat wordt geografisch beperkt en bepaald
2° ‘Culturele globalisering’
Communicatie/ cultuurindustrie v.h. Westen
Homogenisering (cultureel): alles wordt hetzelfde, we vinden overal dezelfde winkels wat
zorgt voor een uniform straat beeld
Heterogenisering als reactie: eigen cultuur proberen benadrukken
Globalisering (‘think global, act local’): je kan wereldwijd contacten leggen, maar behoud de
eigen identiteit
Gelijktijdig optreden = 'Universalisering van het particuliere en particularisering van het
universele' (Roland Robertson)
à Datgene wat typisch is voor een bepaalde regio wordt als iets universeel gezien, en dat
universele wordt vertaald naar de localiteit
3° “space-time compression” (geograaf David Harvey) :
Technologie
Virtueel samen zijn: mailverkeer, virtuele lessen,…
Effectieve afstand geringer dan de geografische (communicatie): afstand kan verkleint
worden door digitalisering
Niet zozeer verdichte interactie tussen nationaal georganiseerde maatschappijen, maar
tendens tot oplossen van territorialiteit en ruimtelijk georganiseerde staatkundigheid
à Meer dan internationale relaties, het irrelevant maken van territorium en van wat op de
staat gebaseerd is
Samendrukken van ruimte en tijd: ruimte betekend ook tijd, want tijdrovend om zich te
verplaatsen.
Page 1 of 50
,4° Nieuwe actoren naast staten en Internationale Organisaties:
Transnationale concerns: multinationals
Transnationale civil society: mensen vormen virtueel een samenleving, mensen voelen zich
misschien meer samen met mensen 5000 km verder dan mensen die in hun buurt wonen
3. Noem de ontwikkelingsetappen van de globalisering sinds de 15de eeuw (en noem telkens de
belangrijkste ‘goederen’).
1) Zijderoute
2) Kolonialiseren
3) Industriële Revolutie
4) Na-oorloogse periode
5) Totale globalisering
4. Vergelijk het citaat van Robert Cox met dat van Marx/Engels uit het Manifest.
Robert Cox
“The characteristics of the globalization trend include the internationalizing of production, the new
international division of labor, new migratory movements from South to North, the new competitive
environment that accelerates these processes, and the internationalizing of the state … making
states into agencies of the globalizing world”
Internationalisatie productie: productie heeft verschillende vestigingen in verschillende
landen
Vb. Airbus: onderdelen worden in Frankrijk en Duitsland geproduceerd en worden dan
samengebracht
Regio’s gaan specialiseren
Migratiestromen: meer en meer de laatste jaren door de toenemende oorlogsgebieden en
mensen die een andere toekomst zoeken. Meestal ook de hoger opgeleiden van het land of
de beter gestelde.
De concurrentie blijft toenemen door nieuwe technologieën dus innoveren blijft belangrijk.
De staat wordt een soort agentschap: de staat was vroeger veiligheid bieden aan burgers, nu
is het promotieagentschap voor de lokale handel, industrie en economie.
Marx/ Engels
“Das Bedürfnis nach einem stets ausgedehnteren Absatz für ihre Produkte jagt die Bourgeoisie über
die ganze Erdkugel (….) An die Stelle der alten lokalen und nationalen Selbstgenügsamkeit und
Abgeschlossenheit tritt ein allseitiger Verkehr, eine allseitige Abhängigkeit der Nationen
voneinander…”
De behoefte naar steeds grotere afzet van producten jaagt de bourgeoisie heel de wereld rond. Er zit
een gejaagdheid achter, het moet altijd maar sneller en sneller gaan. Vroeger leefde de mensen
rustig en nu is iedereen altijd bereikbaar en is iedereen altijd bezig.
à Gejaagdheid typisch voor globalisering
I.p.v. oude lokale behulpzaamheid komt er een verkeer van en naar alle kanten.
à Treinverkeer, scheepsverkeer komt allemaal in gang en zo worden de naties afhankelijk van elkaar
Page 2 of 50
,5. Oorzaken van de globalisering?
Technologisch: internet, transportmiddelen
Politiek: einde van de Koude oorlog
Cultureel: meer contacten, we weten wat er gaande is in andere culturen
Economisch: specialisatie en grotere afzetmarkten
6. Hoe manifesteert zich de globalisering?
Communicatie: nieuwe technologieën
Organisatie: ‘transborder networks’ (firma’s, NGO’s: wereld is hun werkdomein)
à Nieuwe niet governementele organisaties (Green peace)
Ecologie: milieuproblemen, raken de hele mensheid, dus niet 1 bepaalde regio
Productie: ‘global factories’: productie gebeurt over heel de wereld verspreid
Militair: globale wapensystemen
Normen: mensenrechten: sinds de wereldoorlogen is er nagedacht aan nood bescherming
mensen
Denken: wereld als “a single place”
7. Argumenten pro en contra Globalisering
Pro:
Economische interdepentie: staten geen ‘closed units’: wederzijdse afhankelijkheid
Communicatie
Global culture
Wereld → meer homogeen
Tijd en ruimte overwonnen door snelheid communicatie
‘Global polity’: transnationale bewegingen + overdracht soevereiniteit, staat geeft stuk
soevereiniteit af in EU vooral
Kosmopolitische cultuur: ‘think globally, act locally’
‘risk culture’: globale risico’s (milieu…): er komen steeds meer risico’s zoals terrorisme omdat
ze de instrumenten van de globalisatie gebruiken.
Contra:
Laatste fase kapitalisme (Hirst and Thompson 1996)
Paralyseert staat: men heeft het gevoel dat de staat niets meer te zeggen heeft, het is
afhankelijk van de grootte van de staat enzo
Lijkt unieker dan het is:
à Economie minder open dan 1870-1914
à Geen transnationale ondernemingen, maar ondernemingen die internationaal handel
drijven
à Geen kapitaalverschuiving ontwikkelde → onderontwikkelde wereld
à Wereldeconomie: drie blokken (Noord-Amerika, Europa, Japan) (maar: BRICS (Brazilië,
Rusland, India, China en Zuid-Afrika)….)
Ongelijk in effecten (bv. Internet): niet alles is even hard ontwikkeld in elk continent/land
Westerse waarden? maar: Aziatische tijgers: eigen waarden?
Verliezers (‘Modernisierungsverlierer’): verliezers van de modernisering, degene die niet
meekunnen met die snelle veranderingen (individuen of staten)
Drugkartels/ terroristen/ www-anarchie: wat is waar, wat is niet waar?
Democratische controle op ondernemingen?
8. Periodisering Globalisering in de 20ste eeuw
Page 3 of 50
, Jaar Gebeurtenis
1492 - 1750 Opbouw wereldwijde verbindingen
1750 - 1880 Imperialisme
Industrialisering
vrijhandel
1880 - 1945 Wereldkapitalisme en wereldcrisis
à Economische en politieke oorzaken voor deze crisissen
Zorgde uiteindelijk voor wereldoorlogen
1945 - 1990 Koude oorlog (=’halve globalisering’)
à Westerse blok vs. Sovjet-Unie
2 systemen die met elkaar wetijveren
Vechten deze conflicten uit in Afrika
à US en USSR zijn 2 grote mogendheden bipolar
Vanaf 1990 Naar een nieuwe wereldorde of -wanorde?
à Nieuwe wereldorde: de val van het communisme
Van bipolar naar multipolar
à Er is geen echte leidinggevende natie, daarom durft men spreken van
wereldwanorde
Voor WO I: Grote Europese mogendheden: balance of power
Na 1990: opzoek naar nieuw evenwicht
à Concepten:
Multipolair
Failed states: wereldstaten die niet de kenmerken van echt soevereinde staten hebben
Globalisering
Clash of civilizations: Samuel Huntington: grote civilisaties gaan met elkaar botsen
à Vb.: West-Europa en de islamisering
9. Wat is de pentarchie?
Pentarchie is het verbond der vijf grootte mogendheden van Europa: Oostenrijk, Rusland, Frankrijk,
Pruisen en Engeland, dat zich na den val van Napoleon een soort voogdij over Europa aanmatigde
met het doel de bestaande toestanden te handhaven en elke poging van verzet daartegen, zo nodig
met geweld, te onderdrukken.
Pentarchie= de 5 machten die het voor het zeggen hadden met elkaar.
De pentarchie Naam van toen
Engeland 1707: Groot-Brittannië= Engeland + Schotland
Frankrijk
Oostenrijk 1871: Oostenrijk-Hongarije
1918: Oostenrijk
Pruisen 1871: Duits keizerrijk
1949/1990: Bondsrepubliek Duitsland
Rusland 1917: Sovjet-Rusland
1991: Russische federatie
Page 4 of 50