H6-CONSUMENTENGEDRAG
INLEDING:
INFO:
• Kennis en inzicht over consument en klantengedrag is essentieel (Moment of truth).
• Markt = optelsom van individuele ‘kopers’.
=> OORZAAK: Persoonlijk contact tussen producent en consument is verdwenen.
=> GEVOLG: Een marktonderzoek om antwoorden te zoeken op 7 belangrijke vragen (7 O’s).
1. DE KLANT ALS BLACK BOC: EEN STIMULIRESPONS-MODEL
WAT IS 7 O’S: => de 7 belangrijke vragen bij marktonderzoek.
OCCUPANT Wie maakt deel uit van ‘de markt’?
OBJECTS Wat koop je op de markt?
OBJECTIVES Waarom koopt de markt
ORGANISATION Wie participeert bij het koopproces
OPERATIONS Hoe koopt de markt?
OCCASSIONS Wanneer koopt de markt?
OUTLETS Waar koopt men?
THE BLACK BOX:
UITLEG: het black-model toont aan dat de consument beïnvloed wordt door verschillende
factoren => zie onderaan.
VOORNAAMSTE BEÏVLOEDINGSFACTOREN:
CULTURELE FACTOREN SOCIALE KLASSE
DE FACTOREN: Elke maatschappij heeft een sociale
stratificatie.
1. Culture, opvoeding, familie en
vrienden. => Sociale klassen van individuen met:
2. Waarden, voorkeuren en • Gelijkwaardige waardeoordelen.
gedragingen van iemand. • Gelijklopende belangstellingen.
3. Westerse cultuur: presteren
(diploma), individuele vrijheid, luxe => CIM-studie
en comfort.
, CIM-STUDIE: • 8 SOCIALE KLASSEN: inkomen, opleiding, beroep, autobezit,
Centrum voor woning, uitrusting woning en locatie.
Informatie over de • VERSCHIL: hoge sociale klassen of lage sociale klassen.
Media.
GEDRAG VAN => Gedrag van individu wordt deels bepaald door groep.
CONSUMENT: => Groep waartoe individu behoort/zich spiegelt.
REFERENTIEGROEP:
• groepen waartoe je echt behoort (familie, politieke partij).
• groepen waar je graag zou bij horen (vakbond, club).
OPINION LEADERS: trendsetters, influencers.
MAATSCHAPPELIJK • Mensen in verschillende rollen => een directeur van een
ROL EN STATUS: bedrijf is thuis een vader.
• Aan verschillende rollen is er een zekere status verbonden
=> een directeur en een vertegenwoordiger hebben niet
dezelfde auto.
PERSOONLIJKE STERK INVLOED OP KOOPGEDRAG:
KENMERKEN: • Leeftijd, beroep, levensstijl, inkomen, spaargedrag, familiale
achtergrond.
• Persoonlijkheid wordt deels uitgedrukt in merken en
producten
LEEFTIJD EN STERK INVLOED OP KOOPGEDRAG:
LEVENSFASE: • Kledij: oud – jong
• Bankdiensten: oud- jong
• Meubelen, wonen, vakantie en wagen.
BEROEP: • Blue collar vs white collar.
• Bankdirecteur en fabrikant => ander gedrag (bv. kleding,
tijdschriften, soort vakantie).
LEVENSTIJL: • Leefpatroon, activiteiten, interesses, opinies, individuele
expressie.
• Sociotypes (bv. modernisten, conformisten, levensgenieters,
dromers, idealisten)
PSYCHOLOGISCHE De marketeer probeer in het hoofd van de consument de
FACTOREN: geraken.
2. BEHOEFTE, MOTIVATIE, PERCEPTIE EN ATTITUDE