Professionele verdieping (1 schriftelijke vraag: 20%)
Hoorcollege verdieping ontwikkelingsstoornissen: anders kijken naar
gedrag
Index
- Inleiding
- Kaders om naar (probleem)gedrag te kijken
o Communicatietheorie
o Aware parenting
o Het driedelig brein
o Positieve psychologie
- Hanvatten voor (probleem)gedrag
o Sociaal-emotionele ontwikkeling Erikson
o Zelfdeterminatietheorie
- Omgaan met probleemgedrag in therapie
- Deze les is deels gebaseerd op het boek “wat elk kind nodig heeft” van Klaar
Hammenecker
o Het icoontje van het boek is te vinden op plaatsen waar theorie uit het boek
verwerkt is
Inleiding
- Gedragsproblemen NIET = gedragsstoornis (→ GGZ)
- Wat is dan moeilijk gedrag?
o Haar uittrekken
o Anderen slaan
o Niet willen doen, negeren, koppig
o Geen controle hebben
o …
- Leren is niet enkel een kwestie van ‘kunnen’ = cognitieve, maar ook van aankunnen =
sociaal emotionele
- Stress is extremely damaging to learning potential (Hannaford)
,Kaders
Communicatietheorie
- Axioma 1: Watzlawick
o Alle gedrag is communicatie
o Het is dus onmogelijk om “niet te communiceren”
o Wat je niet zegt/ kan zeggen met woorden, zeg je met je gedrag
- Wat kan allemaal onder moeilijk gedrag zitten?
o Met iets gooien
o Tegen je schenen stampen
o Zeuren
o Weglopen
o Huilen
o Maar wat onder de ijsberg onder water ligt, merken we niet op
o Frustratie
o Negatief zelfbeeld
o Te veel prikkels, moe
o …
- Gedrag zegt ons vaak iets over de behoeften, emoties,… die een kind ervaart
→ als je dus niet op zoek gaat naar wat een kind met zijn gedrag communiceert, verander je
niks aan het probleem(gedrag)
Aware Parenting
- Aletha Solter: grondlegger van d eopvoedingsfilosofie
- Onderscheidt 3 redenen van probleemgedrag:
o Onvervulde behoefte:
▪ Honger, beweging, contact, aandacht, voorspelbaarheid, autonomie,…
o Gebrek aan (juiste) informatie:
▪ Soms is de info wel gegeven, maar niet aangepast aan het kind
o Opgestapelde spanning:
▪ Fenomeen van “broken cookie”
▪ Voorbeeld: kind die huilt, waarom?
- Broken cookie-fenomeen
o Als de hoeveelheid/intensiteit van de emotionele reactie niet in verhouding
staat tot de gebeurtenis
o De situatie is een trigger, die opgestapelde stress of spanning loslaat
- Toepassing:
o Onvervulde behoefte: was aan het spelen en moet plots mee
o Gebrek aan info: weet niet naar waar hij gaat
- De diepere oorzaak van de meeste gedragsproblemen is veeleer een gebrek van
verbondenheid dan een gebrek aan discipline (Aletha Solter)
,Neurologisch kader: het driedelige brein
Ontwikkeling van het brein
- Om reacties te begrijpen en in te zien hoe mensen zich verbinden moeten we kijken
naar de ontwikkeling van het brein
o Reptielenbrein
o Zoogdierenbrein
o Mensenbrein = neocortex
Reptielenbrein
- = regulatie = reguleren
- Hersenstam: basisbehoeften en bescherming
o Regulatie adem en hartslag, stresshormonen, drang naar eten/ drinken
→ (on)veiligheid
→ vechten, vluchten of bevriezen
- Uitingen van probleemgedrag:
o Vechten kan eruit zien als:
▪ Tegenspreken, nee zeggen, huilen, roepen
o Vluchten kan eruit zien als:
▪ Verstoppen, weglopen, gek doen om aandacht af te leiden van iets
o Bevriezen kan eruit zien als:
▪ Weigeren, niet geïnteresseerd, aanstaren, naar buiten kijken
Zoogdierenbrein
- = relate = verbinden
- Limbische systeem
o Vorming en beleving van gevoelens, emoties, sociale binding, contact,…
→ er (niet) bij horen
→ zorgt er soms voor dat informatie niet doorstroomt naar ons (rationele) mensenbrein, en
dat we in plaats daarvan een impulsieve, emotionele reactie geven
Mensenbrein
- = reason = redeneren
- Neocortex
o Zelfbewustzijn van gedachten en emoties, executieve functies, begrijpen en
leren, zelfreflectie,…
→ (on)bekwaamheid
- Onderwijs is heel parallel opgebouwd tav deze hersenstructuren:
o Peuterklas:
▪ Gericht op veiligheid bieden, graag naar school komen
▪ Reptielenbrein
o 1 en 2e kleuterklas:
e
▪ (sociaal) verbinden, omgaan met emoties en gevoelens
▪ Zoogdierenbrein
o 3 kleuterklas:
e
▪ Meer focus op het cognitieve aspect, de executieve functies
▪ Mensenbrein
, Toepassing
- Kind maakt onder tijdsdruk een rekensom, en het resultaat is fout. Waar kan volgens
jou de oorzaak zitten?
o Zoogdierenbrein? → angst
o Reptielenbrein: als ze nog niet weten waarover het gaat maar al zien dat ze
oefening moeten maken
- Kind kan de oefening niet en scheurt uit woede het blad stuk. Hij krijgt vervolgens de
vraag: waarom doe je dat?
o Leg uit waarom op dat moment geen antwoord kan gegeven worden hierop
▪ In het zoogdierenbrein, en vraag die wordt gesteld zit in mensenbrein
→ dus hier kan hij nog niet op antwoorden want zit nog in
zoogdierenbrein
o Wat moet er eerst gebeuren vooraleer dit kan, als je kijkt naar het driedelig
brein?
▪ Tot rust komen en terugkoppelen et mensenbrein
- Bekijk de tips van eerste schooldag van peuters/kleuters.
o → driedelig brein, hoe sta jij er tegenover?
o Hoe zou je het zelf doen bij de start van je therapie?
▪ Blijven meegaan tot kind de klas vertrouwt en niet snel weglopen
zodat kind het gewend komt
▪ Het gaat sneller beter gaan en kind gaat sneller stoppen met wenen
als hij zich veilig voelt in de klas met ouders erbij in begin → later
kunnen kinderen dat beter loslaten integendeel kind gaat langer
moeite hebben om naar school te gaan
Positieve psychologie
- Focus van positieve psychologie ligt op hoe tegenslagen toch tot groei kunnen leiden
- Focust op welbevinden, coping, zelfvertrouwen, motivatie,…
- Richt zich op de sterke kanten van het kind en zijn omgeving
- Vertrekt van hoop ipv verwachtingen
Hoe kijken naar kinderen?
- Tot het tegendeel bewezen is, geloven we dat alle kinderen:
o Willen dat ouders en andere volwassenen trots op hen zijn
o Nieuwe dingen willen leren
o Hun mening en keuzes willen laten horen
o Keuzes willen maken als ze daartoe de kans krijgen
Handvatten voor probleemgedrag
Socio-emotionele ontwikkeling
Model van Erikson
- Ontwikkeling verloopt stapsgewijs, met telkens een andere focus, andere
uitdagingen
- Model van Erikson omvat 8 fases, 5 uit de kindertijd en 3 uit de volwassenheid
o Baby, peuter, kleuter, schoolkind, adolescent
o Jongvolwassenheid, productiviteit, ouderdom
- Binnen elke fase speelt zich een “ontwikkelingsconflict” af, waaraan je aanpak
aangepast moet worden