Begrippenlijst Inleiding tot het Privaatrecht examens 2022
Recht: Geheel van gedragsregels die strekken tot het ordenen van samenleven van
mensen en die kunnen worden afgedwongen door (toedoen van) de overheid
publiekrecht: beoogt het algemene belang
privaatrecht: regelt de private verhoudingen tussen de burgers onderling
gemengde rechtsdomeinen: rechtsdomeinen die zowel een publiek als een
privaatrechtelijk component hebben.
Burgerlijk recht: het geheel van rechtsregels dat de onderlinge verhoudingen tussen
private personen in het algemeen regelt.
Bijzonder privaatrecht: bevat het geheel van bijzondere regels die van het gemeen
privaatrecht afwijken en die van toepassing zijn in bijzondere verhoudingen.
Ondernemingsrecht: bijzonder privaatrecht van toepassing op bepaalde personen
nml. Ondernemers.
Arbeidsrecht: bevat de regels met betrekking tot de verhoudingen tussen werkgevers
en werknemers.
Socialezekerheidsrecht: regelt de sociale uitkeringen en de financiering daarvan.
Economisch recht: regelt de economische verhoudingen op de markt.
Gerechtelijk privaatrecht: het procesrecht in burgerlijke zaken
Algemene rechtsbeginselen: fundamentele beginselen van het recht, afgeleid uit de
grondslagen van het rechtssysteem, die ook buiten de wettelijke toepassingen
worden erkend en kracht van wet hebben.
Fraus omnia corrumpit: het verbod op fraude
Gewoontelijke regel: een regel die voortvloeit uit het bestendig gebruik en waarvan
het bindend karkater steun vindt in de algemene overtuiging.
Personenrecht: behandelt de niet- patrimoniale regels inzake persoon.
Familierecht: regelt de niet- patrimoniale verhoudingen tussen personen in een
familiale verhouding.
Niet- patrimoniaal: niet in geld waardeerbaar.
Vermogensrecht: regelt de patrimoniale verhoudingen tussen personen onderling, of
tussen een persoon en een goed.
,Begrippenlijst Inleiding tot het Privaatrecht examens 2022
Patrimoniaal: in geld waardeerbaar
Goederenrecht: regelt de leer( het onderscheid van) van de goederen en de
aanspraken van een persoon op goederen.
Verbintenissenrecht: regelt de vermogensrechtelijke of patrimoniale verhoudingen
tussen personen en bevat regels met betrekking tot het ontstaan, de inhoud en de
uitvoering van verbintenissen of vorderingsrechten.
Familiaal vermogenrecht: regelt de vermogensechterlijke verhoudingen binnen de
horizontale en de verticale familiale verhoudingen.
Autonomiebeginsel: het uitgangspunt is de gelijke, vrije, autonome burger, die vrij
kan handelen naar zijn eigen inzichten op basis van een principieel
zelfbeschikkingsrecht en beschikt over een individueel eigendomsrecht.
Aanvullend recht: de burgers vullen in eerste plaats zelf hun rechtsverhoudingen in.
Constitualisering: de toenemende invloed van de publiekrechtelijke grondrechten.
Rechtssubject: degene voor wie de rechtsnorm gevolgen teweegbrengt. Of: degene
aan wie het objectieve recht mogelijke rechten en plichten toekent.
Rechtspersoonlijkheid of juridische persoonlijkheid: het geheel van rechten en
verplichtingen van een persoon.
Vermogen: het geheel van patrimoniale rechten en verplichtingen.
Vermogensleer: verbindt de persoon en het vermogen.
Mortis causa: vanwege de dood
Zaakvervanging of zakelijke subrogatie: goederen komen in het vermogen en nemen
de plaats in van goederen die het vermogen verlaten.
Rechtspersonen van publiekrecht: door de overheid opgerichte rechtspersonen met
het oog op publieke dienstverlening.
Vereniging: privaatrechtelijke rechtspersoon met een niet- lucratief of een niet-
winstgevend doel.
Stichtingen van openbaar nut: stichtingen die een afgescheiden vermogen
bestemmen voor de verwezenlijking van een werk van filantropische,
levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of
culturele aard.
, Begrippenlijst Inleiding tot het Privaatrecht examens 2022
Private stichting: een afgescheiden vermogen dat wordt aangewend voor de
verwezenlijking van een bepaald privaat belangeloos doel.
Infans conceptus pro nato habetur, quoties de commodo ejus agitur: een verwekt
kind wordt behandeld als een geboren kind telkens dat kind daar belang bij heeft.
Afwezig: een persoon is afwezig wanneer hij gedurende een bepaalde tijd spoorloos
is, niets meer van zich laat horen en het daardoor onbekend is of hij nog in leven is.
Staat van een persoon: het geheel van hoedanigheden of kenmerken die het
mogelijk maken een persoon te situeren in een staat/ maatschappij, in een familie en
gezin als individu, en iedere persoon van ieder ander te onderscheiden.
Status civitatis: maatschappij
Status familiae: familie
Onbekwaamheid: de juridische techniek die de totstandkoming van een
rechtshandeling belemmert, doordat op grond van een specifieke eigenschap van het
rechtssubject hem hetzij het titularisschap van bepaalde rechten
(rechtsbekwaamheid), hetzij de persoonlijke uitoefening van de rechten waarvan hij
titularis is( handelingsonbekwaamheid), wordt onzegd.
Algemene handelingsonbekwaamheid: een handelingsonbekwaamheid die-
behoudens uitzondering- geldt voor alle rechten en verplichtingen.
Gedeeltelijke handelingsonbekwaamheid: de handelingsonbekwame is enkel voor
bepaalde rechtshandelingen onbekwaam verklaard, voor de overige
rechtshandelingen blijft hij handelingsbekwaam.
Vertegenwoordigersbewind: een aangeduide vertegenwoordiger treedt op in de
naam en voor rekening van de vertegenwoordigde.
Bijstandsbewind: er wordt een curator aangesteld die de handelingsonbekwame
bijstaat bij het verrichten van bepaalde rechtshandelingen
Orgaantheorie: men aanvaardt dat de natuurlijke personen die optreden en de
rechten van de rechtspersoon uitoefenen, met de rechtspersoon worden
vereenzelvigd en geïdentificeerd.
Subjectief recht: een door het objectieve recht aan een individu/ rechtssubject
erkende of toegekende heerschappij tot bevrediging van menselijke behoeften.
Objectieve recht: de regels op zich, los van de personen die erdoor beschermd
worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliettevandevelde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.