(Neuro)biologie
INLEIDING
Biologie= de studie van het leven
Werken met mensen: levende wezens die aanhoudend veranderen en onder invloed staan
van de omgeving (epigenetica)
- Voedselopname
- Stofwisseling
- Voortplanting
- Reactie op omgeving
- Groei en ontwikkeling
o Specifiek in de levensloop
- Erfelijkheid
1 (Epi)genetica
1.1 Bouwstenen en celcyclus
1.1.1 Bouwstenen
4 groepen moleculen:
Koolhydraten: sachariden of suiker-ose
- Brandstof -> omzetten naar eiwitten en vetten -> opslaan
- 3 soorten:
o Monosachariden
• De eenvoudigste koolhydraten, bestaan enkel uit suiker
• Zijn het belangrijkst voor de cellen want leveren brandstof (energie)
• Bv. glucose (brandstof) en fructose (suiker)
Glucose= kleinste onderdeel van suiker
o Disachariden
• Bestaat uit 2 monosacharide-eenheden die aan elkaar gekoppeld
zijn
• Wanneer deze ontkoppelen worden ze ook gebruikt als brandstof
o Polysachariden
• Bestaat uit meerdere monosacharide-eenheden die aan elkaar
gekoppeld zijn
• Worden gebruikt voor opslag, wanneer we te weinig suikers hebben
kunnen we die terug vrijgeven
• Bv. zetmeel
Lipiden: vetten
- Opslaan: isolatie laag (die noodzakelijk is!) –> afbraak: 2x energie als bij suikers
1
, - Verzadigde en onverzadigde vetten
- Bevinden zich in de membraan van de cel
o Zorgt dat alle onderdelen van de cel in de cel blijven
- Lipiden houden de lichaamstemperatuur constant
- 2 soorten:
o Verzadigde vetten
• Afkomstig van dierlijke producten,
o Onverzadigd
• Plantaardige vetten
Eiwitten/proteïnen:
- Essentieel voor bijna alles wat organismen doet
o Verschillende functies Aminozuur
o Alle functies in het lichaam worden ondersteund door eiwitten
- Plasma eiwitten Eiwit
o Bevinden zich in je bloed
• Immunoglobulinen
Immuunsysteem
• Stollingsfactoren
Stolling van het bloed
• Hemoglobine
Transport van zuurstof in de rode bloedcellen
- Receptoreiwitten
• Communicatie van cellen met de buitenwereld
Bv. op het oog zitten receptoreiwitten die ervoor zorgen dat
wij het beeld kunnen opnemen dat wij zien. Bij cataract is er
een zone van receptoreiwitten afgebroken waardoor je een
zwarte vlek krijgt in je beeld
- Hormonen: zijn ook eiwitten, bv. insuline
- Een belangrijke groep eiwitten is enzymen
• Breekt andere stoffen af
• Bv. amylase en pepsine
Afbraakstoffen voor andere eiwitten
- Opgebouwd uit aminozuren (AZ)
o Allemaal dezelfde basisstructuur en er zijn ±20
o Kleinste onderdeel van eiwitten
o Keten van verschillende aminozuren =polypeptideketen =eiwit
o Peptidebinding = 2 aminozuren die gebonden zijn
o Veel verschillende variëteiten aan eiwitten omdat er 20 verschillende
aminozuren zijn
o Driedimensionale structuur bepaalt de functie van het eiwit
o Er zijn verschillende aminozuren of eiwitten waar intolerant op wordt
gereageerd
• Bv. gluten, lactose
Nucleïnezuren
2
,- 2 soorten
o DNA (deoxyribo nucleine acid)
• Moleculen waarmee organismen hun erfelijke informatie bewaren
(in de chromozomen) en doorgeven
• In de celkern
• Informatie gecodeerd voor alle activiteiten van een cel
• Stukje informatie = gen
Bv. kleur ogen
• Langgerekte molecule (46) met honderden genen
23 van mama en 23 van papa
• Omzetting van DNA naar eiwitten: DNA code RNA eiwit
o RNA (ribo nucleine acid)
• Stukje van het DNA dat wordt gekopieerd om een bepaalt eiwit te
maken
• Kan wel uit de celkern (in tegenstelling tot DNA)
• Thymine wordt Uracil
A-U
C-G
- Bouw
o Polynucleotiden
• Ladderstructuur
• Verschillende nucleotide die aan elkaar gebonden zijn
o Nucleotide
• Kleinste onderdeel van nucleïnezuren
• Fosfaat, Suiker en stikstof Base
o Stikstofbasen
• Adenine (A)
• Cytosine (C)
• Guanine (G)
• Thymine (T) voor DNA, uracil (U) voor RNA
o 2 Basen verbinden met elkaar
• A – T (U)
• C–G
o Ladderstructuur
• Fosfaat en suikers vormen de spijlen: 2
strengen
• Stikstofbasen vormen de treden: A-T en C-G
o 2 strengen zijn complementair maar lopen in
tegenovergestelde richting
• 5`-3`tov 3`-5`
o Dubbele helix
• Strengen spiraalsgewijs opgewonden rond
denkbeeldige as
• Zo is alle DNA klein genoeg om zich in elke cel te
bevinden
3
, o De volgorde van de basen zijn voor ieder gen verschillend en vormt een code
en die code bepaalt hoe een eiwit er moet uitzien
• Oneindig veel mogelijkheden
• Basis van het erfelijk materiaal
1.1.1.1 De cel
- Het DNA bevindt zich in elke cel
- Structuur
o Celmembraan
• Rond de cel
o Cytoplasma
• Vocht binnen een cel met celorganellen in
o Celorganellen
• Kleinste onderdelen van een cel die maken dat een cel kan
functioneren voor wat de cel gemaakt is
Verschillende soorten afhankelijk van cel tot cel
• Eén
specifieke celorganel: de celkern
DNA wordt hier opgeslagen in de vorm van chromosomen
(opgespiraliseerde DNA en histonen) -> 46 chromosomen,
23 paar
Kernmembraan met poriën -> in en uit van eiwitten, RNA en
bouwtoffen
DNA wordt hier gekopieerd en een stukje RNA verlaat de
kern naar het cytoplasma en wordt daar omgezet in een
eiwit door ribosomen (=eiwitsynthese)
histonen
n
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mashahoubrechts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,39. Je zit daarna nergens aan vast.