lOMoAR cPSD| 1131588
DENKKADERS PSYCHOLOGISCHE COUNSELING
LES 1
De 4 hoofdstromingen/denkkaders binnen counseling en psychotherapie (inclusief de recente evoluties;
de stromingen bestaan al lang, maar evalueren):
o Psychoanalytisch en psychodynamisch denkkader (MBT, de klassieke vorm)
o Cliëntgericht (ervaringsgericht) en experiëntieel denkkader (Rogers)
o Systeemgericht denkkader (genogrammen maken van relaties in gezinnen)
o (Cognitief) gedragstherapeutisch denkkader (cognitieve therapie: gedachten veranderen
resulteert in emoties en gedrag dat verandert)
→ Voor het examen moet je deze 4 kunnen vergelijken, dus per denkkader de achtergrond kennen: het
ontstaan en de ontwikkeling van dat denkkader en zijn visie op psychopathologie (elke stroming heeft
een ander idee over hoe psychopathologie ontstaat, hoe kijkt men naar problemen; bv. het
Systeemgericht denkkader denkt dat problemen ontstaan doordat er zaken vastlopen in het systeem of
het gezin, het Gedragstherapeutisch denkkader zegt dat problemen te maken hebben met de driften).
HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE
PSYCHOLOGISCHE COUNSELING
Definities
o To counsel = het bijstaan met raad en advies (Latijn: consilium) → het adviseren lijkt enkel vanuit de
counselor te komen, maar is dubbel want je doet dit samen met de cliënt (de counselor niet bekijken als
de persoon die beter weet).
o “Counseling is een psychologisch specialisme dat via de dialoog op het werkgebied van het persoonlijke
en interpersoonlijke functioneren verandering teweeg tracht te brengen.”
o Op welke vlakken willen we verandering brengen? Emotioneel, sociaal, beroepsmatig, opvoedkundig,
gezondheid en ontwikkeling (→ het counselen gaat breed)
o We gaan hulp bieden bij functioneringsproblemen (emotioneel, sociaal, beroepsmatig, opvoedkundig,
gezondheid, ontwikkeling) die mensen beperken in hun welbevinden, persoonlijke ontwikkeling,
carrière, schoolloopbaan of hun algehele gevoel van empowerment (= mensen in hun krachten zetten;
dit kan je doen door kennis en vaardigheden te gaan bijleren als counselor).
o “Counseling is het aangaan van een professionele relatie met een counselor met als doel individuen,
gezinnen en groepen te empoweren zodat zij beschikken over psychische gezondheid en welbevinden en
hun opleidings- en carrièredoelstellingen kunnen nastreven. Counseling werkt via methodisch handelen
binnen een gestructureerdesetting.”
→ Counselen kan op elk moment en in elke context, ook als het niet duidelijk gepland is, maar het moet
wel een professioneel karakter bewaken
→ Counselen is minder afhankelijk van de motivatie van de cliënt
Wat typeert counseling?
1) Het doel van counseling =
o Verandering teweegbrengen in het persoonlijk en interpersoonlijk functioneren op verschillende
, lOMoAR cPSD| 1131588
domeinen. → “Counseling is veranderings- en handelingsgericht.” (Counseling is actief en activerend. Het
is bedoeld om de cliënt in beweging te brengen. Het is meer dan enkel inzicht bieden, we willen dat de
cliënt dingen anders gaat aanpakken en dus verandert, bv. verandering in gedrag, emotie, verwerking.)
o Empoweren (= Iemand in staat stellen om optimaal gebruik te maken van zijn capaciteiten en krachten.
De cliënt inzicht bieden in het eigen functioneren; in waarom hij steeds tegen een bepaald probleem
botst; is geen doel opzicht want komt gedurende het proces.)
o Maar ook:
- Tot vraagverheldering komen
- Eerste hulp bij crisis (bv. bij een verstoring in het functioneren, ernstig ongeval)
- Acceptatie/ zingeving (de cliënt terug zin geven in het leven, de situatie leren accepteren)
- Terugvalpreventie (hoe kunnen we ervoor zorgen dat de persoon niet hervalt en dat de cliënt hetgeen
wat hij geleerd heeft tijdens de therapie blijft inzetten?)
- Inzicht bieden is zelden een doel op zich, het is wel een stap in het proces
- Daarnaast zijn de doelen flexibel en dynamisch: doelen kunnen veranderen of komen te vervallen (dit
impliceert dus soms doorverwijzing)
Empowerment =
- Het ontwikkelen van een probleemoplossend vermogen. Dit houdt in:
o Kunde: de bekwaamheid, de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor iets (bv. sociale vaardigheden)
o Self-efficacy: het geloof en het vertrouwen in het (eigen) vermogen om met problemen om te gaan
als cliënt.
- Het ontwikkelen van veerkracht (ondanks tegenslag, terug de kracht hebben om verder te gaan en het
aan te pakken). Dit houdt m.a.w. in:
o Het vermogen om op een sociaal aanvaardbare wijze tot herstel van de eigen positieve
identiteit te komen na kwetsing of tegenslag
o Het vermogen om ondanks moeilijke levensomstandigheden een goed bestaan te leiden
en zich positief te ontwikkelen
▪ Het Leerproces van empowerment speelt zich in de cliënt zelf af. De counselor creëert de juiste
omstandigheden waarin de cliënt kan ervaren hoe hij iets moet aanpakken.
→ dit vergroot het geloof in het eigen kunnen
→ verandering slijt dieper in (mensen activeren en hun zaken aanleren dat ze in hun eigen context
kunnen toepassen)
▪ Counseling is krachtgericht
Opm: dit wil niet zeggen dat er geen plek is voor kwetsuren. De cliënt moet leren de kwetsbaarheid te
erkennen en accepteren en waar mogelijk omzetten naar een positieve kracht.
▪ Counseling sterkt cliënten in hun autonomie. De persoon kan verder zonder de counselor. Je laat
cliënten groeien in hun autonomie.
2) De professionele relatie en het dialoog
▪ Een professionele relatie = een werkrelatie
, lOMoAR cPSD| 1131588
o De counselor is een professional → opleiding is van belang!
o De cliënt is een unieke persoon en wordt respectvol behandeld
▪ De primaire werkvorm = het gesprek
• Directief vs. non-directief → Een directieve aanpak wil zeggen dat aanwijzingen
en adviezen aan de cliënt worden gegeven. Non-directief wil zeggen dat er
interactie plaatsvindt. De cliënt bepaalt meer de richting van het gesprek. De
counselor gaat het gesprek aanpassen aan wat de cliënt nodig heeft, in
samenspraak met de cliënt.
• Dialoog: doelen bepalen in samenspraak met de cliënt; niet zelf!
• Actief luisteren, vanuit een authentieke, empathische, nieuwsgierige en
onbevooroordeeldegrondhouding.
• De beleving en het gevoel van de cliënt staan centraal en de counselor biedt
hiervoor erkenning.
• Het gesprek is geen doel op zich, maar een middel om verandering mogelijk te
maken.
3) Indelingsprincipes van het cliëntsysteem bij counseling of psychotherapie
• Counseling kan individueel
• Counseling kan in groep
• Relatiecounseling kan
• Gezinscounseling kan
Psychologische counseling
→ Want er bestaan ook andere soorten counseling; bv. financiële counseling.
Van Dale:
o Counseling is pedagogische, psychologische en sociale hulpverlening en advisering.
Leijssen (2001):
o Counselor zijn is geen beroep op zich, maar ben je in een bepaalde setting (je bent niet gewoon counselor).
o Counselors zijn mensen met een bepaald beroep (bv. psycholoog, psychologisch consulent, leerkracht,
maatschappelijk werker, verpleegkundige, …) die in hun specifieke deskundigheid met mensen werken en
die bijkomend opgeleid zijn in diverse therapeutische attitudes en vaardigheden.
→ In deze cursus verstaan we counseling als (klinisch) psychologische counseling
Oorsprong en ontwikkeling van counseling
o Begin 20ste eeuw (1900) ontstaat in Amerika vocational guidance (= het begeleiden bij beroepskeuze; bv.
kijken of mensen geschikt zijn voor het leger)
o 1929: het eerste relatie- en gezinscounselingscentrum, opgericht door Abraham en Hannah Stone in New
York
o 1942: het boek “Counseling and psychotherapy” geschreven door Rogers (dit was tevens de eerste keer dat
de term ‘counseling’ gebruikt werd) → Hierin komt de non-directieve aanpak, het ondersteunend zijn en
de cliënt zelf laten denken (hoe gaan we de draad weer oppikken?) uit voort
o 1952: er ontstaat een afdeling ‘counseling’ binnen de APA → maar deze was meer geïnteresseerd in het
werken met “de gewone bevolking” (i.t.t.klinische psychologie); deze veroorzaakt de ontwikkeling van
verschillende denkkaders
→ In de jaren ’60 tot ’90 is counseling heel divers en gevarieerd geworden
o Jaren ’60: het ontstaan van verschillende counselingstechnieken
o Jaren ’80: het gebied van counseling is zeer divers geworden; het vindt plaats in verschillende sectoren
(scholen, GGZ, bedrijven, relatie en gezin, ouderenzorg, …)
o Jaren ‘90: de inhoud veranderd (er is meer oog voor sociale vraagstukken en de nadruk komt te liggen op
persoonlijk ontwikkelingen tijdens de gehele levensloop)
, lOMoAR cPSD| 1131588
o Nu: counseling is in opkomst → waardoor de behoefte ontstaat om te professionaliseren (er ontstaan meer
opleidingen betreffende counseling)
Counseling – coaching – training
Coaching (Van Alphen, 2016):
- Is een methodische aanpak; op een interactieve wijze de cliënt tot effectief gedrag aanzetten
- Is gericht op het bereiken van vooropgestelde doelen en resultaten
- Is voor mensen die suboptimaal (niet optimaal, niet goed) functioneren, maar ook voor mensen die goed
functioneren en het nog beter willen doen (een zware problematiek is niet geschikt voor een coach)
Coaching = de focus ligt meer op het resultaat (resultaat en taak gericht)
Counseling = de focus ligt meer op de innerlijke beleving en emoties
Coaching VS counseling VS training
Je hebt het welzijnsgerichte (therapie en counselen) en prestatiegerichte (trainen) (= gericht op het bereiken
van doelen).
Coachen is ontwikkelingsgericht.
Definitie Psychotherapie
Een behandelingsvorm in de gezondheidszorg waarin men op een consistente en systematische wijze
een samenhangend geheel van psychologische middelen (interventies) hanteert, die geworteld zijn
binnen een psychologisch wetenschappelijk referentiekader en waarbij interdisciplinaire
samenwerking is vereist. De psychotherapie wordt uitgeoefend door een arts, klinisch psycholoog of
orthopedagoog, binnen een relatie psychotherapeut-patiënt, met als doel psychologische
moeilijkheden, conflicten en stoornissen bij de patiënt op teheffen of te verminderen.
→ Psychotherapie is gebonden aan een specifiek kader waarbij duidelijke afspraken worden gemaakt
(bijv. structuur van de afspraken).
→ De cliënt moet bereidheid en motivatie hebben om verder te kijken dan het huidige probleem en hij moet de
therapeut het mandaat geven om diepgaander te graven.
Stellingen (examen geven en uitleggen)
- Psychotherapie duurt langer dan counseling: niet akkoord, dit hangt af van de problematiek. Als er maar
1 duidelijk probleem is (bv. hondenangst), dan is dit sneller te behandelen dan een multiprobleem.
- Counseling bestrijdt symptomen, psychotherapie werkt aan persoonlijkheidsverandering: niet akkoord, je
doet sowieso beiden. Het kan een doel zijn (en psychotherapie werkt meer aan
persoonlijkheidsverandering), maar het kan zijn dat mensen niet tot dat niveau komt.
- Counseling gebeurt niet vanuit een specifiek denkkader: niet akkoord