Gedragstherapie: HOC 1
Schriftelijk Examen met open vragen
4 open vragen aan de hand van een (korte) casus
- theorie
- toepassing
- attitude / inzicht
Introductie gedragstherapie
Wat is gedragstherapie?
Het betreft een proces waarbij de psycholoog samen met de cliënt actief en op transparante wijze
therapeutische technieken en methoden toepast om de zich aandienende klachten duurzaam en
relevant te reduceren.
De geselecteerde therapeutische technieken en methoden dienen daarbij empirische ondersteuning
te genieten, waarbij deze gestoeld zijn in de wetenschap van de (klinische) psychologie en effectief
zijn gebleken.
Nood aan handvaten
- gedragstherapie: het leertheoretisch kader
- basisaxioma: alle gedrag is aangeleerd
,Alle gedrag is aangeleerd
Gedragstherapie en psychopathology
GT bepaalt niet dat bepaald gedrag gezond of ongezond op zichzelf
- Gedrag kan adaptief vs. maladaptief zijn:
- Rekening houdend met de context
- Rekening houdend met gevolg van gedrag
- Rekening houdend met frequentie van gedrag
Leermodel
Principes voor het aanleren van adaptief zijn hetzelfde als die voor het aanleren van maladaptief
gedrag
- Klassieke conditionering
- Operante conditionering
Historisch perspectief
1st Wave CBT
• Watson > afstand van introspectie en het onbewust
• gedrag als centraal aangrijpingspunt binnen therapie
• wijzigen emotionele responsen door exposure en systematische desensitizatie
• wijzigen gedrag door operante procedures (bekrachtiging / bestraffing)
2nd Wave CBT
• Ellis / Beck > inclusie ‘internal experiences: thoughts, feelings, wishes, daydreams and
attitudes’
• cognitieve therapie > automatische gedachten, gevolgtrekkingen en assumpties
• integratie cognitieve therapie en gedragstherapie
,3rd Wave CBT
• omgaan met gedachten / gevoelens ipv wijzigen van
• Segal, Williams, Teasdale, Kabat-Zinn: mindfulness en mindfullness-based cognitive therapy
• Hayes: Acceptance & commitment therapy
4th Wave CBT
• focus op verstoorde cogntieve (informatieverwerkings-) processen
• training van aandacht / interpretatie / geheugen aavullend op standaard CBT
Het medisch model
Psychische klachten gegroepeerd als psychische stoornissen => syndromen
Symptomen zijn reflectief van een onderliggend syndroom Bv. DSM / ICD
- stoornissen worden gedefinieerd door aanwezigheid van een aantal symptomen
- bv. depressie is ondeliggend aan futloosheid, sombere stemming, interesseverlies, …
- gebaseerd op expertconsensus
- leidt tot onderzoek gebaseerd op syndromen: randomized controlled trials => NICE en GGZ
richtlijnen
- protocollaire behandelingen => ‘one size fits all benadering’
Borsboom (2008): geen latente factor, maar eerder interactie tussen klachten
- klinische praktijk: veel heterogeniteit in ‘syndromen’ en veel comorbiditeit
Recentere evoluties
RDOC
, Netwerktheorie
Borsboom (2008): psychische stoornissen komen niet noodzakelijk voort uit een latent syndroom,
maar uit een interactie van klachten
Netwerktheorie: stoornissen komen voort uit een complex causaal systeem van interagerende
symptomen met mogelijk feedbackloops tussen deze symptomen
• kan hetergeniteit in presentatie van syndromen en comorbiditeit beter verklaren
• bv. overlap tussen depressieve klachten en gegeneraliseerde angststoornis
“brugsymptomen” (vermoeidheid en slaapproblemen)
Differentiaaldiagnostiek is minder belangrijk (geen categoriale benadering van ziektebeelden)
=> voor diagnostische fase: niet meer eindeloos blijven zoeken naar een onderliggende oorzaak,
maar naar de interacties tussen symptomen
De associatie tussen PTSS-symptomen bij Chinees
medisch personeel gedurende de COVID-19-
pandemie, visueel gerepresenteerd binnen een
netwerk, gebaseerd op items van de PTSD
CheckList Civilian version (PCL-C; Blanchard,
Jonas-Alexander, Buckley, & Forneris, 1996;
Weathers, Litz, Herman, Huska, & Keane, 1993).
Bron: Hoorelbeke et al., 2020.