Dans 2.1
1. WERKVORMEN DANS
WERKVORM 1: CREATIEVE DANS
DANSEXPRESSIE – bewegen op muziek en uiten van belevingstoestanden via het
lichaam – volgens eigen kunnen en interpretatie – bewegingen liggen niet vast
DANS-/ BEWEGINGSVERHAAL – bewegingen gecreëerd vanuit een verhaal
DANSIMPROVISATIE – zelfgekozen of opgegeven bewegingen
DANSEN MET MATERIALEN – bewegingen met materiaal verzinnen vanuit
opdrachten
WERKVORM 2: DANS ONTWERPEN
BEWEGINGSREEKS – Gestructureerde aaneenschakeling van dansante
bewegingen
DANSPARTITUUR – ontwerpen van een dans vanuit een grafisch partituur
DANSLABO – zelfontworpen, gestructureerde kleuterdansen met inbreng van de
kleuters
WERKVORM 3: GESTRUCTUREERDE DANS
KENNISMAKEN MET DANSSTIJLEN – verschillende dansstijlen aanbrengen in de
kleuterklas
KINDERDANS – een gestructureerde dans met min of meer een vaste structuur
WERKVORM 4: DANS BESCHOUWEN
Kijken naar en praten over dans.
WERKVORM 5: DANSSPEL
Spelvorm waarin bewegen en dansen een centrale rol spelen.
1
,2. DANSEXPRESSIE
2.1 Over expressie en expressievormen
Expressie: alles waarmee de mens zich naar buiten toe kenbaar maakt. Je
houding, wat je zegt, je gebaren, je manier van bewegen, reacties en manier van
kleden - gebeurt via je lichaam.
- Spontane, niet bewuste expressie: gebaar, woord, gelaatsuitdrukking
o Voorbeeld: zenuwachtig wriemelen met je handen voor het examen
- Bewuste expressie: bepaald door afspraken, normen, sociale druk
o Voorbeeld: manier van je voorstellen, manier van je kleden,…
Onmisbaar voor de mens:
- Enige manier om met anderen in contact te komen
- Belangrijke voorwaarde om te kunnen leren en ontwikkelen – je uitdrukken
(expressie geven) en daar antwoord op krijgen (expressie krijgen)
Dansexpressie: waarnemen met de ogen en reageren met lichamelijke
handelingen.
Expressievormen ingedeeld in categorieën – 4 domeinen in muzische vorming
- Muzikale expressie (domein muziek): wanneer we gebruik maken van
klanken en geluiden, ritme, melodie,... al dan niet met instrumenten.
- Beeldende expressie (domein beeld): wanneer we ons uiten door middel
van vormen, lijnen, kleuren, beelden .... met behulp van materialen.
- Dramatische expressie (domein drama): wanneer we gebruik maken
van taal en spel. Hierin zitten ook vaak verschillende bewegingsaspecten,
maar gaat de aandacht vooral naar de rollen die worden gespeeld en naar
de ontwikkeling van het spelgegeven en niet naar de kwaliteit van de
bewegingen.
- Dansexpressie (domein dans): wanneer we ons uitdrukken via de
beweging van ons lichaam.
Verschil Dans en Drama:
- Drama – gericht op toneelspelen – stem, lichaam en concrete handelingen
o Carla speelt hoe ze naar de winkel gaat en betaalt aan de kassa
- Dans – gericht op bewegen met het lichaam – bewegingen zijn abstract en
minder concreet – muziek is hulpmiddel of ondersteuning
o Carla zet heel voorzichtig en met de nodige zorg haar boodschappen
op de kassa band
Onderscheiden werkwijzen in iedere expressievorm:
- Vormen zijn vastgelegd, bestaan vooraf – eerst aanleren en techniek onder
de knie krijgen
o Voorbeeld: Zo leer je een lied of een volksdans – jezelf erin
uitdrukken en zelf creatief mee omspringen
- Vormen zijn niet vastgelegd en er worden geen bestaande technieken
gebruikt
2
, o Voorbeeld: Zo bouw je – al spelend – een toneelstukje op, of je gaat
dansen met bewegingen die je zelf ontwerpt – vorm op moment zelf
gemaakt en ruimte voor creativiteit
2.2 Dansexpressie
Dansexpressie: non-verbale vorm van expressie. Creatief omgaan met lichaam,
ruimte, tijd en kracht – ervaren en beleven van wat je kunt en durft met je eigen
lichaam in de ruimte en tijd.
- Bewegingen liggen niet vast – door de uitvoerder zelf gemaakt
- Natuurlijke bewegingen van het lichaam, door iedereen uitgevoerd naar
eigen maar en kunnen
- Bewegingen leren – begeleider geeft gerichte bewegingsopdrachten
(bepaalde manier van bewegen)
o Voorbeeld: probeer door groot te bewegen zoveel mogelijk ruimte in
te nemen
Iedereen op zijn eigen manier – experimenteren met
verschillende bewegingsmogelijkheden
Van ‘expressief bewegen’ tot ‘dansexpressie’:
Dansexpressie: ervaren en beleven war je met je lichaam kunt doen en durft in
de ruimte en tijd al dan niet in relatie met anderen.
Expressief bewegen:
- Bepaalde houding aannemen om iets uit te drukken, namelijk een
ervaring, een idee, een gevoel of overtuiging
o Voorbeeld: hoofd wegdraaien, beide armen naar voor en
handpalmen vlak
- Met bewegingen iets uitdrukken, iets wat ons treft of waar we ons
betrokken bij voelen
o Voorbeeld: kinderen die blij zijn, springen en dansen van vreugde
- Liggen van ter voren niet vast; natuurlijke bewegingen die iedereen
uitvoert in zijn eigen maar en volgens eigen kunnen.
Vanuit expressief bewegen stapsgewijs overgaan tot dansexpressie
- Aandacht richten op lichaam en op de manier hoe zich dat gedraagt
o Lichaam bewust te leren exploreren
o Zintuigelijk waar te nemen
o Bewust te ademen
o Spanning te controleren
Ontstaan lichaamsbewustzijn
- Aandacht richten of reflecteren op de actie van het lichaam door stil te
staan bij een aantal aspecten van beweging
o De vorm van de beweging – open of gesloten, rond of recht
o De kracht of de dynamiek – sterk of zwak, zwaar of licht
o De ruimte – richtingen, plaats, afstand, lagen
o De tijd – duur, tempo, volgorde, metrum
Ontstaan of groei bewegingsbewustzijn
3