INLEIDING
Eén vd pioniers: E.O. Wilson: één vd meest invloedrijke denkers/wetenschappers vd 20ste E
→ bedenker vd eilandtheorie (examen!)
→ pionier-ecoloog
Biologische diversiteit moet serieuzer worden behandeld als een wereldwijde hulpbron, die moet worden
geïndexeerd, gebruikt en vooral behouden. Drie omstandigheden spannen samen om deze zaak een
ongekende urgentie te geven.
1) Ten eerste verslechteren de exploderende menselijke populaties het milieu in een steeds sneller tempo,
vooral in tropische gebieden (reguleringsmechanismen nodig);
2) Ten tweede ontdekt de wetenschap nieuwe toepassingen voor biologische diversiteit op manieren die zowel
menselijk lijden als verstoring vh milieu kunnen verlichten;
3) Ten derde gaat veel vd diversiteit onomkeerbaar verloren door uitsterven veroorzaakt door de vernietiging
van natuurlijke habitats, opnieuw vooral in de tropen.
Al met al zitten we vast in een race. We moeten ons haasten om de kennis te verwerven waarop een wijs
beleid van instandhouding en ontwikkeling voor de komende eeuwen kan worden gebaseerd. (E.O. Wilson,
1986)
Een voorbeeld: Kan het ons wat schelen als er geen otter meer zou zijn?
- Ecologie gaat over energie: soorten zoeken
energie om te overleven; ze proberen zich te
voeden en dit voedsel op een energetisch zo
voordelig mogelijke manier te vinden.
- FMR: field metabolic rate -> efficiëntie waarmee
je energie benut.
- Hoe meer naar beneden, hoe ongunstiger de FMR
- Zee-otters: energetisch veel minder efficiënt dan
andere zeezoogdieren (klein en veel energie nodig
in het zoeken naar prooien).
- Als je licht bent, verbruikt je metabolisme weinig
energie. Een zwaar beest gaat efficiënter omgaan met energie, dus
minder energie nodig -> hogere FMR
- Grafiek: hoe zwaarder het dier, hoe voordeliger het energieverbruik
(orka)
- Zee otters: Ze compenseren hun relatief groot energieverlies door
meer te rusten en in hun habitat te blijven, daar waar andere
zeezoogdieren meer migratie vertonen naar voedselgronden.
Aanpassingen:
- Om niet af te drijven wikkelen ze zich in Kelp (= lange strengen
zeewier die vd bodem naar het oppervlak gaan). Anders drijven ze weg door stroming
- Een andere aanpassing is dat ze geleerd hebben voedsel te verwerken terwijl ze rusten. Ze gebruiken
hun buik als tafel en gebruiken hierop ook stenen om schalen en schelpen te breken.
- Zee otter gaat energieverlies beperken door zijn speciale vacht. Zijn huid wordt nooit nat door
luchtbelletjes die in de vacht zitten opgesloten. Hierdoor was otterbont enorm gegeerd en werd de
zee-otter bijna uitgeroeid.
1
, Toen wisten we nog niet wat het gegeven zou hebben als de
otter uitgestorven was. Intussen wel want zij leefden rond
een eiland.
Familie zwaardwalvissen. Die zwaard-walvissen passen zich
heel goed aan en ze leerden om de zee-otters te pakken. De
populatie zee-otters vh eiland stuikte in elkaar. De zee-egels
(het eten vd otters) waren hun predators kwijt en begonnen
te boosten. Die zee-egels zaten te grazen op kelp, dus de
begrazingsdruk op kelp nam toe, waardoor ook de kelp-
wouden verdwenen. De kelp-wouden hadden andere
functies voor bvb zee-olifanten.
Zee-olifanten verkiezen als paar- en zooglocaties stranden
met veel kelp in de buurt. Kelpwouden beschermen de
jongen tegen aanvallen van haaien.
Door het verdwijnen vd kelp-wouden begon de populatie vd
zee-olifanten haar jongen te verliezen en achteruit te gaan.
→ feedbackmechanisme op andere soorten
Nut van kelp, o.a.:
• Pre-industrieel: Kaliumproductie
• Algin: gelifiërende substantie
o Voedingscomponenten, farmaceutics…
• Preventie van stranderosie: stormen gaan meer op de stranden beuken
• Habitat van commercieel oogstbare vis, vb. baarzen
• Toerisme trekpleister voor duikers, bootsporten…
Voorbeeld: Wilsons stormvogeltje → Klein diertje dat tapdanst op het water (gebruikt veel energie) →
wetenschap weet niet waarom dat dier dat doet, er zijn hypothesen, maar nog niets is bewezen, want dat is
puur energie verlies?
WAT IS ECOSYSTEEMBEHEER
1) Beheer (EX: HOE GA JE IETS BEHEREN?)
a) Nemen van maatregelen voor het bereiken ve bepaald doel, zoals
i) Beheersmaatregelen in een reservaat om bepaalde soorten te behouden
(1) Vegetaties
(2) Individuele soorten
ii) Inrichtingsmaatregelen
(1) Natuurontwikkeling, grootschalige ingrepen om bepaalde condities te creëren om het
voorkomen van soorten/gemeenschappen te bevorderen
(2) Natuurtechnische Milieubouw (NTMB): kleinschaligere maatregelen om bepaalde
infrastructuur werken een ecologische meerwaarde te geven
(a) Voorbeeld kanaal dat gekanaliseerd is, met plasdras oever → Surrogaat inrichting om in
oever gemeenschappen te herstellen. Voorstander? Misschien beter om beek open te
trekken en daar habitats te creeëren.
b) Uitwerken van doelstellingen
Alle beheer en inrichting is (of zou moeten) gericht zijn op het bereiken van bepaalde doelstellingen.
Maar hoe bepaal je die doelstellingen?
Vbn van doelstellingen:
2
, • Streven om nu en in de toekomst voldoende natuur op aarde veilig te stellen
• De handhaving en de bevordering ve zo groot mogelijke genetische en biologische diversiteit en
de daarmee verbonden biologische processen en patronen die kenmerkend zijn voor een bepaald
milieu
• Beschermen van inheemse plant- en diersoorten
• Nastreven van zo groot mogelijke diversiteit
• Het behoud ve leefbare populatie zeehonden in de Westerschelde
• Het behoud van 3000 ha heide
o Voorbeelden doelstellingen:
▪ Dieren (leeuwerik) die enkel in open landschappen voortplanten (willen niet dat
er bomen in de buurt zijn want = vogels) → Dicussie: Vlaanderen zal normaal
verbossen van zijn eigen, Steppe in Vlaanderen is geen natuurlijk habitat. Dier is
eigengewoon aan Vlaanderen, maar leeuwerik leeft in Steppe… Discussie?? Alle
bomen platleggen, climate change?....
▪ Bos wordt omgezet tot heide om tot doelstellingen heide te komen, maar gaat
in tegen bos?
▪ Edelherten: hoeveel zijn nodig voor een natuurlijke populatie?
c) Uitwerken van een visie, een strategie
Achter het realiseren vd doelstellingen moet een visie, een strategie zitten, een groter kader
waarbinnen alles moet passen en dat toelaat om de nodige afwegingen te maken
→ Alle habitats mixen om één grote visie te creeëren.
2) Ecosystemen
Een ecosysteem is een dynamische en functionele eenheid van organismen in een bepaald gebied, hun
onderlinge wisselwerkingen en hun wisselwerking md omgeving.
Bossen, graslanden, heiden, rivieren… zijn typische ecosystemen, maar de schaal ve ecosysteem kan erg
variabel zijn en gaan van minder dan een m² tot vele 1000den km²
→ ecosystemen omvatten NIET alleen “puur natuur”
Ecosystemen: van natuur tot cultuur
Met natuur bedoelen we alle structuren, omstandigheden en processen die spontaan (zonder toedoen vd
mens) ontstaan zijn en al dan niet door de mens beïnvloed worden, maar niet volgens menselijke
doelstellingen
• Abiotisch
• Biotisch
Natuur is een zeer breed begrip, ook spontane vestiging en ontwikkeling van plant- en diersoorten en hun
spontane adaptatie aan menselijke activiteiten worden tot natuur gerekend.
Vb. huismussen, brandnetel in stad, het zinkviooltje (aparte soort die zich heeft aangepast aan zware metalen)
Cultuur zijn alle structuren, omstandigheden en processen in het milieu die geheel of grotendeels door
toedoen vd mens ontstaan zijn en bepaald worden.
→ De systemen ingericht volgens menselijke doeleinden (akkers, hydrocultuur…) zowel abiotisch (aanpassing
omgeving) als biotisch (gedomesticeerde organismen: koe, kip, maïs, Canada populier…) via kruising,
veredeling, biotechnologische middelen
3
, kwelder = stuk land waar het grondwater spontaan omhoog
komt
Soorten land schappen
• Natuurlijk landschap:
o Flora en fauna geheel spontaan
o Structuur en processen niet door de mens beïnvloed
• Nagenoeg natuurlijke landschappen:
o Flora en fauna geheel spontaan
o Structuur wel enigszins beïnvloed maar niet ingrijpend gewijzigd
o Vb. duinen in de Westhoek, slikken en schorren langs de Schelde
• Half-natuurlijke landschappen:
o Flora en fauna grotendeels spontaan
o Structuur (vegetatiebeeld) sterk door menselijke ingrepen gewijzigd
o Vb. heide, hooiland, hakhout
• Natuurlijke componenten in cultuurlandschap en de urbane sfeer:
o Lineaire en puntvormige structuren met spontane vestiging van planten en dieren of
levensgemeenschappen (landschapsecologische infrastructuur)
Wat is ecosysteembeheer
Dus het gaat over het beheren van ecosystemen in de zeer brede zin met als doel een bijdrage te leveren aan
het algemene doel vh behoud vd biodiversiteit
Puur ongerept bos bestaat niet meer in België. In polen wel: rode bos.
Natuurbeheer vs ecosysteembeheer
Wat is nu het verschil tussen natuur- en ecosysteembeheer, immers ook het natuurbeheer streeft het behoud
vd biodiversiteit na!
→ de rol vd mens!
The ecosystem approach
Ecosysteembeheer volgt de “Ecosystem approach”
Dit plaatst menselijke noden in het centrum vh beheer vd biodiversiteit. Het beoogt ecosystemen te beheren
mh oog op de diverse functie die ecosystemen vervullen en de verschillende gebruiksvormen voor die functies.
4