Deel 1
Outline
● Prof: bio-ingenieur, maar werkzaam in de sociale wetenschappen (werkt op ILVO)
● Contact: fleur.marchand@ilvo.vlaanderen.be
Cursus
● Deel 1: Disciplinariteit, research design & onderzoeksfasen: Jargon & systeemdenken
● Deel 2: Vertaling naar concrete technieken: Case studies
Punten
● Groepswerken (6 punten)
○ Kijken naar wetenschappelijke papers & dan moet je er zelf een onderzoeksmethoden voor
neerschrijven
○ Presentatie van groepswerk
● Examen (14 punten)
○ Krijgt een case & schrijf een interdisciplinair onderzoeksvoorstel (argumenteren)
○ Openboek examen – Op voorhand kan je een case uitwerken & doorsturen
DEEL 1. Disciplinariteit, research design & onderzoeksfasen (10u)
● Types van samenwerking, integratie, interactie?
● Types van kennis? Wat is kennis? Epistemologie? Mode 0,1,2 onderzoek?
● Waarom? Wicked problems?
● Hoe? Methodologische fasen? Meerwaarde en moeilijkheden?
● Systeemdenken? Participatie?
● Doel
○ De student beheerst het jargon dat van tel is voor multi-, inter- en transdisciplinair werken.
○ De student leert kritisch breder na te denken over de rol van wetenschap in het oplossen van
maatschappelijke milieugerelateerde vraagstukken.
○ De student is vertrouwd met het systeemdenken en meerdere methoden, technieken en
interdisciplinaire werkvormen die gangbaar zijn in het milieuwetenschappelijk onderzoek.
DEEL 2. Vertaling naar concrete technieken (14u)
● vanuit de opgedane kennis in deel 1
● de inhoud van interdisciplinaire studies analyseren
● focus:
○ aanpak van het interdisciplinair onderzoek
○ basis van enkele concrete technieken
● Wat
○ De student is vertrouwd met het systeemdenken en meerdere methoden, technieken en
interdisciplinaire werkvormen die gangbaar zijn in het milieuwetenschappelijk onderzoek.
○ De student is in staat om relevante disciplinaire kennis te identificeren, begrijpen, beoordelen
en te verbinden in een groter geheel, maw de student is in staat een milieuvraagstuk holistisch
te beschouwen
○ De student verwerft vaardigheden door ervaring op te bouwen met betrekking tot
groepswerking, discussietechnieken, wetenschappelijke argumentatie- en
presenteertechnieken, zowel mondeling als schriftelijk
,1. Inter/trans-disciplinair onderzoek
1.1 Disciplines
Academische disciplines verschillen in:
● Onderwerp
● aanpak, procedures, onderzoeksmethoden, en technieken
● syntax, de opbouw van de argumenten, de assumpties
● centrale concepten en theorieën
● beroepsgroep en maatschappelijk draagvlak
● = verschillende onderzoeksparadigmas
● Exacte wetenschappen - positieve wetenschappen – betawetenschappen
○ Natuurwetten en theoriën gebouwd op formele logica
● Geesteswetenschappen – alfawetenschappen
○ Geestesproducten van de mens: talen, linguïstiek, geschiedenis, filosofie,
cultuurwetenschap, muziekwetenschap
● Gedragswetenschappen – gamma wetenschappen
○ Sociologie, antropologie, economie, rechten, politicologie
1.2. inter- en transdisciplinair onderzoek
Interdisciplinair onderzoek wordt vooral gezien als onderzoek waarbij experts vanuit
verschillende disciplines aan een zelfde vraagstuk (samen)werken. Interdisciplinair
onderzoek focust op problemen die volgens de onderzoekers te complex zijn om met
concepten en methoden afkomstig van één discipline aan te pakken.
• Interdisciplines: vb. milieuwetenschappen, bio-technologie, stedenbouw,
ontwikkelingsstudies, geneeskunde,…
• gecontesteerde issues, complexe issues
• kennis en expertise uit verschillende disciplines
• actie na disciplinaire inzichten: “integratie”
• • onderzoeksproces is pragmatisch
• Resultaat van integratie
1
, o cognitieve vooruitgang en groter begrip van de issues
o nieuwe kennis, nieuwe concepten, nieuwe methoden, nieuw product
• Transdisciplinariteit :
o + kennis van maatschappelijke stakeholders
o + rol van stakeholders in het onderzoeksproces
Transdiciplinair = de samenwerking bedoeld tussen wetenschappers en andere
maatschappelijke actoren om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken.
Wetenschappers en andere maatschappelijke actoren kunnen in onderlinge wisselwerking
nieuwe kennis voortbrengen via een kennis-cocreatieproces. Dit kan helpen om een complex
probleem te verhelderen en mogelijke oplossingen te genereren.
1.3. Vijf vormen
1. Unidisciplinair: binnen een discipline, aparte doelen
2
, 2. Multidisciplinair: meerdere disciplines dragen bij aan een onderzoeksdoelen binnen
een thema maar ieder gebruikt zijn eigen methode en concepten.
a. TYPE 1 Onderlinge kennisuitwisseling
i. Zelfde probleemstelling
ii. Onderling afhankelijk
iii. Eigen perspectief
iv. Communicatie tussen
1. Begrip vr ander perspectief
2. Inzichten uitwisselen
v. Multidisciplinair
vi. Voorbeeld: in kaart brengen van milieu-effecten bij
mobiliteitswerken
b. TYPE 2 Wederzijdse beïnvloeding
i. Zelfde probleemstelling
ii. Onderlinge afhankelijkheid
iii. Communicatie
1. Begrip
2. Inzichten
3. Beïnvloeding
iv. Multidisciplinair
v. Voorbeeld: voor het uitwerken van een
simulatiemodel voor klimaatsopwarming is er eerst
onderzoek naar alternatieven in het gedrag van
mensen noodzakelijk. Het onderzoek naar gedrag zal de doorrekening
van alternatieven bijsturen.
3. Interdisciplinair: gezamenlijk doel, echte integratie van concepten en methoden; soms
ontwikkeling tot een nieuwe discipline.
a. TYPE 3 Doelintegratie
i. Onderlinge afhankelijkheid, communicatie
ii. Zelfde probleemstelling, gemeenschappelijk doel
iii. Communicatie
1. Begrip
2. Inzichten
3. Beïnvloeding
4. Perspectieven afstemmen
iv. Extra fase van integratie
v. Interdisciplinair
vi. Voorbeeld: In kaart brengen van milieu-effecten bij mobiliteitswerken,
deze effecten waarderen (vb. munteenheid) en
alternatieven vergelijken adhv deze
waardering
b. TYPE 4 Basisintegratie: integratie van in het begin
i. We beginnen vanuit een framework van
ecosysteemdiensten, we gaan kijken welke
diensten iets kan leveren aan het ecosysteem
1. Diensten: productie, regulerend,
ondersteunend & cultureel
ii. Probleemstelling en gemeenschappelijke doel
vertrekkend vanuit alomvattend
onderzoeksmodel
3