Psychologische Thema’s
Deel 3 : Het Humanistisch Perspectief
Inleidend filmpje: Humanistische psychologie - YouTube & psychologische stromingen - YouTube
(vanaf 3:13)
1.1 Inleiding
De humanistische stroming zet zich af tegen zowel het
psychodynamisch perspectief met haar – volgens hen dan
toch – té pessimistisch mensbeeld met teveel nadruk op het
verleden en het onbewuste, als tegen de leertheorie waarin
de mens als passief en afhankelijk van de omgeving wordt
beschouwd.
In deze benadering staat de persoonlijke ontplooiing van mensen centraal. Belangrijke
vertegenwoordigers zijn Carl Rogers, John McGee en Naomi Fail.
1.2 Mensbeeld
Iedere persoon is in de eerste plaats een mens: een unieke persoon met unieke menselijke
eigenschappen. M.a.w.: een positief en holistisch mensbeeld.
- Elke mens staat in het leven met zijn eigen, unieke en subjectieve ervaringen, gevoelens,
gedachten en emoties. Deze subjectieve ervaringen zijn uniek, en niet te vatten in theorieën.
- Elke manier van werken waarin de mens gereduceerd wordt, zoals bij het stellen van een
diagnose, wordt afgewezen. Mensen zijn niet te reduceren tot hun gedrag.
- De hulpverlening moet zich bezighouden met het begrijpen van de ervarende persoon, en
niet met het verklaren van uiterlijk waarneembaar gedrag.
- Centraal staat de waarde en de waardigheid van de mens als persoon, met zijn unieke
ervaringen en groeimogelijkheden.
De mens is in wezen vrij: hij is in staat om zijn eigen leven in handen te nemen en vorm te geven.
- Het is mogelijk om als individu de invloed van de maatschappij te overstijgen.
- Vooral oog hebben voor keuze, waardenbepaling en zelfrealisatie.
- Creativiteit, waarden, zinverlening en zelfrealisatie zijn de grondbegrippen in deze richting.
De mens is van nature goed en heeft een aangeboren neiging om te groeien en zichzelf te volmaken.
- Een mens is niet gedreven door instinctieve driften (psychodynamisch) of door zijn/haar
omgeving geconditioneerd (leertheoretisch).
- Wanneer de mens zijn mogelijkheden gebruikt, hoeft hij niet door ervaringen uit zijn jeugd te
worden beperkt en bepaald.
- Elke mens is immers op elk ogenblik bezig met zijn persoonlijke groei.
1.3 De humanistische theorie
1.3.1 De behoeftepiramide van Maslow
Filmpje: Wie was Maslow? - YouTube
In de humanistische benadering staat kwaliteit van leven
centraal. Ze denkt na wat de zelfrealisatie of zelfontwikkeling van
de mens kan ondersteunen.
1
, Maslow ontwikkelde zijn theorie over de menselijke motivatie, goed gekend als de beh
oeftepiramide van Maslow. Het model is een sterk vereenvoudigde weergave van de psychologische
behoeften van de mens.
Studie, creativiteit, problemen oplossen, ethiek,
Zelfrealisatie
onbevooroordeeld, jezelf kunnen zijn, zelfbewustzijn
Status, prestige, achting, succes, zelfwaardering, respect van en
Erkenning en waardering
voor anderen
Behoefte aan sociaal contact Liefde, vriendschap, erbij horen, genegenheid, familie
Veiligheid en zekerheid Veiligheid, orde, stabiliteit, gezondheid, bescherming
Lichamelijke behoeften Ademen, eten, drinken, seks, slaap, ontspanning, beweging
Deze “pluspunten” zijn zeer herkenbaar voor wie in praktijk werkt met cliënten. Om die reden kan
het interessant zijn dit model in het achterhoofd te houden.
1.4 Zelftheorie van Carl Rogers
Rogers zocht naar een methode om mensen beter te begrijpen en te helpen. Daarvoor werkte hij een
theorie uit over het ‘zelf en het zelfbeeld’, met als uitgangspunt de persoonlijke ervaring en beleving
van mensen. Op deze theorie baseerde hij een specifieke vorm van therapie: de client – centered
therapie: participatief, emancipatorisch en krachtgericht.
1.4.1 De zelftheorie
Mensen hebben een aangeboren behoefte om te groeien, om zichzelf te ontplooien. Rogers noemde
dit de behoefte tot zelfactualisatie.
Wie een negatief of laag zelfbeeld heeft, is minder geneigd om in zichzelf te geloven en zichzelf te
ontplooien. Rogers stelt: ‘een positief zelfconcept is voorwaarde om tot zelfacualisatie te komen’.
Het zelfconcept is het resultaat van een vergelijking tussen
enerzijds het zelfbeeld of de zelfervaring en anderzijds het
ideale zelf:
- Het zelfbeeld is het beeld van ‘wie we zijn’ op een
bepaald moment: wie ben ik, hoe ervaar ik mezelf,
hoe kijk ik naar mezelf, welke ideeën en meningen
heb ik erover, hoe voel ik me bij mezelf, …
Uiteraard wordt het zelfbeeld mee bepaald door hoe wij zelf ervaren worden door
betekenisvolle anderen.
- Het ideale zelf omvat onze ideeën over wie we zouden willen zijn, de doelen en ambities die
we voor ons leven hebben.
We ervaren een gevoel van congruentie als ons
zelfbeeld en ons ideale zelf met elkaar in
overeenstemming zijn.
We ervaren een gevoel van incongruentie als we
tegenstelling, teveel verschil of spanning ervaren
tussen het zelf en het ideale zelf. Meestal
gedraagt men zich dan ook anders dan men
werkelijk ervaart, bv.: men doet zich beter voor dan men zich eigenlijk voelt.
2