Supply chain management
1. Logistiek in vogelvlucht
Logistiek = stromen van goederen, informatie en geld die samenkomen
Grondstoffen – Leveranciers – Verwerking – Transport – Winkel – Klanten
= Raw material – Supplier – Manufacturing – Distribution – Retail location - Customer
o Goederenstroom = links -> rechts (leverancier biedt aan)
o Goederenstroom = rechts -> links (klant heeft goed terug aan verkoper)
o Geldstroom = recht -> links (klant betaalt)
o Informatiestroom = beide richtingen
Def logistiek = de organisatie, planning, besturing en uitvoering van de
goederstroom met als doel om met lage kosten en kapitaalgebruik te voldoen aan
behoeften van de markt en langdurige relaties op te bouwen
Lopende band = lager loon (meer laaggeschoolden) + minder toezicht personeel
Creativiteit en snelheid steeds belangrijker = klant verwacht meer en meer
Business logistiek = material management + physical distribution management
Material management (= productielogistiek) = grondstoffen tot afgewerkt product
o Inkoop = beoordeling leverancier, make of buy (= prijskwaliteit), offertes …
o Productieplanning = efficient plannen van machines
o Materiaal handeling = intern transport
o Voorraadbeheer = bestellen
Physical distribution management (= distributielogistiek) = product tot consument
o Voorraadbeheer afgewerkt product = vraagvoorspelling, hoeveel bestellen
o Transport = intern/extern, transportmiddel, speciale vereisten
o Magazijn en depots = optimale locatie, inrichting, intern/extern
Reverse logistics = klanten/bedrijven sturen goederen terug (bv. Capsules nespresso)
Elke fase kost geld = personeel, transport + geld die verwerkt zit in de fases
Logistiek in een productieomgeving
o Orderdoorlooptijd = hoelang een product meegaat
o Specifieke aanpassingen vs mainstreamen (elk product gelijk)
o Leveringscapaciteit
o Productiestromen = convergerende vs divergerende (verder verwerken kan)
o Tussenvoorraad = voorraad doordat machine teveel draait, teveel voorraad
Logistiek in een distributieomgeving
o Houdbaarheid
o Omzetsnelheid = hoelang blijft iets in de rekken liggen
o Aantal = hoeveel mensen komen er, hoeveel winkels, hoe groot is winkel
o Landelijke bevoorrading (uit één punt verkopen) vs regionale bevoorrading
Logistiek in een dienstverlening
o Organisatie, planning, besturing = doel tevreden klanten en lage kosten met
een optimaal gebruik
1
, 2. Marktvraag in relatie tot logistiek
Marktrends veranderen
o Vroeger = producent vond iets uit waarvan klant niet wist dat hij het nodig
had Nu = producent vraagt aan klant wat ze nodig hebben
4 uitdagingen voor logistiek management
1. Customer-service-explosie = prijs-kwaliteit, tevredenheid klanten
Customer-servicekloof = kloof tussen beide percepties => hoe kleiner
de kloof en hoe hoger, hoe beter voor customer-service
2. Tijdsreductie = juiste plaats en tijd G&D beschikbaar + doorlooptijd verkorten
3. Globalisatie = alle taken of producten komen van heel de wereld
4. Interne en externe samenwerkingen = alle diensten/sectoren werken samen
3 concurrentiestrategiën
Relatieve kosten
Laag Hoog
Integratie of Versterking Differentiatie
Wisselwerking tussen Differentiëren van
productie, marketing en producten tov
logistiek concurrent
Hoog
Balans tussen logistieke Creëren van sterk merk
kosten en costumer service en trouwe klaten
Risico = uit de markt
Gepercipiërd prijzen
e kwaliteit Kosten leiderschap
Verhogen marge door lage
prijzen
Laag Lagere kwaliteit, goedkoper
marketing, schaalvoordelen,
stadaardisatie
Veel concurrenten = weinig
budget-speelruimte
Product life cycle (PLC)
o Introductie = lage afzet, bevoorrading!, push fase, logistiek minder belangrijk
o Groei = product bekender, bevoorrading!, pull fase, kostenbesef groeit
o Rijping = concurrentie met vergelijkende producten, pull fase, winst maken
o Verzadiging = felle concurrentie, logistiek goed regelen + marktintroducties
o Verval = kortingen om voorraad kwijt te spelen voor het verval
o Push fase = je moet je producten naar de consumenten brengen
Pull fase = mensen komen naar jou, want mensen kennen het product
Productie, marketing en logistiek goed samenwerken
o Time-to-market steeds korter = periode van productontwerp tot op de markt
o Concurrent voor zijn
2