Gezins- en contextbegeleiding: hoofdstuk 1: betrekken en begeleiden van
gezinnen en contexten Een eerste situering
Het gezin: een poging tot definitie
Waar een honderdtal jaar geleden gezinnen in onze Westerse samenleving vooral
bestonden uit natuurlijke ouders met hun kinderen, in dit typische gezin al een
hele tijd niet meer de meest voorkomende gezinsvorm.
Van Dale
‘Ouders met hun kinderen’: twee generaties, bloedverwantschappen
Iets ruimere definitie: ‘vrouw of man en kinderen’: één-oudergezin kan ook,
bloedverwantschap moet niet.
De relatie tussen de personen is een belangrijke typering
Ruimere definitie van een gezin
Gezin is de term voor alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale
eenheid op microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die
duurzame en affectieve banden hebben en elkaar onderling steun en verzorging
verlenen.
- Herkenbare sociale eenheid: leden van een gezin tonen op verschillende
manieren dat ze bij elkaar horen.
- Al dan niet verwante personen: bloedverwantschap is geen voorwaarde.
- Duurzame en affectieve banden:
Duurzaamheid: impliceert dat de band die gezinsleden met elkaar
hebben niet alleen in tijd duurzaam is, maar ook wel tegen een
stootje kan.
Affectief: gezinsleden hebben een ‘gevoelsband’ met elkaar, en in
die positieve zin betekent dat dat ze elkaar graag zien en dat ze ook
daarom tot het gezin willen blijven behoren.
- Elkaar onderling steun en verzorging verlenen: dit is het belangrijkste
kenmerk van een gezin. Gezinsleden kunnen op elkaar rekenen en dragen
zorg voor elkaar. De duurzame affectieve band die je met elkaar hebt,
zorgt ervoor dat gezinsleden haarfijn aanvoelen wat ieder nodig heeft en
elkaar de gepaste zorg kunnen geven.
Definitie in het family quality of life model
Immediate family are those people who are closely involved in the day-to-day
affairs of your household and who support each other on a regular basis. Family
members may be related by blood or by close relationship.
In andere talen wordt het woord family ook gebruikt voor gezin, er wordt
geen onderscheid gemaakt tussen deze twee woorden.
De geschiedenis van het gezin
- Dé geschiedenis bestaat niet
- Invloed vanuit religie, politiek en maatschappelijke beeldvorming
- 4 periodes
,1875-1945: gezin is hoeksteen van samenleving.
In de Westerse cultuur werd aan het gezin een centrale plaats toegekend als:
- ‘hoeksteen van de samenleving’
Vanuit Christelijke hoek kreeg het gezin een extra heilige glans als de enige juiste
plek voor seksualiteit en voortplanting, voor opvoeding en voor
geloofsoverdracht.
- Christelijk geloof bepaalt sterk het dagelijks leven van en in gezinnen
1945-1960: gezin in wederopbouw.
De oorlogen en de economische crisis in de jaren 30 hadden veel gezinnen in
diepe armoede gebracht.
- Wederopbouw van de samenleving staat centraal: aandacht voor het
gezinsbeleid, met in de eerste plaats vooral aandacht voor een goede
huisvesting en een toereikend gezinsinkomen.
de verzorgingsstaat kwam stillaan tot bloei: enkel goed
functionerende gezinnen kunnen immers bijdragen aan de
wederopbouw van het land.
- Gezinsgericht werken in de hulpverlening komt stilaan op gang
Gezinsverzorgsters met als taak probleemgezinnen te helpen en
onmaatschappelijke gezinnen weer op het rechte spoor te krijgen.
- Eerste gastarbeiders in ons land= ongeschoolde arbeiders: oorspronkelijk
was het de bedoeling dat ze terug zouden keren naar hun vaderland, we
zien echter dat veel van hun gebruik maakten van de wet op
gezinshereniging waardoor de eerste allochtone gezinnen ook in ons land
een feit waren.
1960-1990: gezin onder druk.
Hier werden de eerste stappen naar gezinsgericht werken genomen: ze krijgen
een sterke impuls door de opkomst van de systeemtheorie en wat later de
contextuele theorie.
Door de seksuele revolutie en emancipatie werden de bestaande rollenpatronen
in de gezinnen in vraag gesteld. Kinderopvangdiensten rezen als paddenstoelen
uit de grond en maakten het zo ook materieel mogelijk voor moeders om
buitenshuis te gaan werken.
In deze periode ontstonden naast het traditionele gezin ook allerlei andere
leefvormen. Het gezin was niet langer de hoeksteen van de samenleving. Ook de
allochtone gezinnen nemen in omvang toe.
Vanaf 1990…. gezin terug een hoeksteen?
Binnen de hulpverlening zien we ook een toenemend belang van
gezinsvervangende hulpvormen als het in het eigen gezin even niet meer lukt.
Vanuit het politieke komt er ook terug aandacht voor het gezin, omwille van een
stijgende jeugdcriminaliteit en gewelddadige incidenten waarbij jongeren zowel
daders als slachtoffers zijn.
Gezinskenmerken
,Gezinnen kunnen beschreven worden volgens een heleboel kenmerken van
uiteenlopende aard:
- Socio-demografische kenmerken: gezinsvorm, gezinssamenstelling,
etnische achtergrond, …
- Cultuurpedagogische kenmerken: gesproken huistaal, aanbod van taal,
mediagebruik, …
- Affectieve kenmerken: opvoedingsstijlen, risico- en protectieve factoren,
gebruik van zorg, …
Vragenlijsten gezinsgegevens worden standaard door ouders ingevuld als zij of
hun kinderen meewerken aan een wetenschappelijke studie.
De andere gezinskenmerken zijn vaak moeilijker te taxeren, hiervoor hebben we
speciaal ontwikkelde vragenlijsten.
Het woord gezinskenmerken wordt vaak als paraplubegrip gebruikt omdat
het niet altijd duidelijk is wat men juist zal bevragen.
Gezinsvormen
Het kerngezin
= De standaard in de hedendaagse Westerse samenleving, met name na de
Tweede Wereldoorlog. Beleiden en instituties zijn vooral gericht op de
samenlevingsvorm die bestaat uit 2 ouders en eventuele nakomelingen.
Het uitgebreid gezin
= extended family. Dit is het kerngezin aangevuld met minstens 1 verwant.
Eén ouder gezin
Wanneer de man of de vrouw sterft, het gezin verlaat, of een vrouw zwanger
wordt. Dit kan vrij of gedwongen, even of voor lang zijn. Alleenstaande vaders
komen vrijwel niet voor, want zij hebben nog steeds een lagere maatschappelijke
status.
Alleenwonenden
Een alleenwonende vormt een eenpersoonsgezin. De alleenwonende zonder
partner is relatief goed aanvaard. Men gaat niet meer zo snel samenwonen.
Ongehuwd samenwonenden
Wanneer twee mensen zonder huwelijkscontract onder één dak wonen. Het kan
voor of na het huwelijk, tijdelijk en permanent.
Living Apart Together (LAT)
Getrouwd zijn of een relatie hebben met iemand, maar niet hetzelfde onderdak
delen.
Living Together Apart (LTA)
Samenwonenden zonder een echte relatie met deze persoon te hebben.
Nieuw samengesteld gezin
, Na echtscheiding of verlies van echtgenoot, hertrouwen, een relatie aangaan of
samenwonen met een niet-biologische ouder van haar/zijn eigen kinderen.
Co-ouderschap
Het kind wordt een aanmerkelijk deel van de tijd door beide ouders verzorgd en
opgevoed. Dit model kan zowel binnen een huishouden voorkomen als verdeeld
over twee huishoudens.
Bij 2 huishoudens kan zowel sprake zijn van post-scheidingsarrangement alswel
een arragement binnen een latrelatie. Na scheiding komt de week-op-weel-
variant veel voor. Een variant binnen co-ouderschap is Bird Nesting: het kind blijft
in de huishoudelijke kring en de ouders verhuizen om de week.
Holebi/ homo-ouderschap
Wanneer twee mannen of vrouwen van hetzelfde geslacht samenwonen.
Mikado-gezin
Steeds meer gezinnen vallen uit elkaar en er zijn steeds minder huwelijken. Twee
individuen, ongeacht geslacht, waarvan minstens één met kinderen uit een
vorige relatie, starten een nieuwe duurzame relatie, met al dan niet een huwelijk.
De verschillende stukjes gezin komen samen in Mikado-gezinnen, en één stukje
kan deel zijn van meerdere gezinnen.
Gezins- en contextbegeleiding: what’s in a name?
Inleiding
De transitie van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde zorg, impliceert dat er
meer flexibele zorg moet gegeven kunnen worden. Hulpverlening wordt nu meer
opgedeeld in clusters en modules, waarbij het veel eenvoudiger is om tussen de
verschillende clusters en modules te schakelen.
De indeling tussen leefgroep begeleider en gezinsbegeleider verdwijnt steeds
meer:
Overeenkomst: het gaat om het begeleiden van het gezin en de context
rond de aangemelde cliënt. De variatie zit hem dan vooral in waar in de
begeleiding vooral het accent op wordt gelegd.
Gezins- en contextbegeleiding: een poging tot een omschrijving.
Gezins- en/of contextbegeleiding als functie
De begeleiding helpt gezinnen die het moeilijk hebben met de opvoeding of de
ontwikkeling van de kinderen. Naast vragen over de opvoeding van de kinderen,
bieden we ook begeleiding aan voor vragen op andere levensdomeinen. Soms
komen er immers verschillende problemen samen.
De contextbegeleider wordt op die manier een ‘trajectbegeleider’ van het kind en
zijn gezin, die hen volgt doorheen het volledige hulpverleningstraject binnen de
organisatie.
Contextbegeleider werd in het verleden vooral gedefinieerd vanuit de
gerichtheid op het kind/jongere in zijn context, waar bij de
gezinsbegeleider de primaire invalshoek de ouders was.