Inleiding
Zakenrecht
vorderingsrechten
vermogensrecht: bevat regeling ↗
van de patrimoniale ⟶ intellectuele rechten
(op geld waardeerbare zaken) ↘
subjectieve recht zakelijke rechten
↘
eigendomsrecht…
zakenrecht/goederenrecht: vroeger zakenrecht nu goederenrecht. (Bv. lichamelijke
voorwerpen. Het is een onderdeel van het privaatrecht, burgerlijk recht (rechtsverhouding tss
particulieren onderling, in eerste instantie). Het regelt de rechtstreekse verhouding tussen
rechtssubject en het goed.
Overheid kan ook contractpartner zijn en zakelijke rechten vestigen. De overheid kan een
zakelijk recht toekennen aan een particulier. andere privaatrechtelijk domeinen:
- verbintenissenrecht (zakenrecht = resultante verbintenissenrecht)
- contractenrecht
privaatrecht wordt opgedeeld in patrimoniaal recht of vermogensrecht en in
extrapatrimoniaal recht. Vermogen = actieve bestanddelen (goederen + rechten) + passieve
bestanddelen (schulden + plichten). Als u enkel schulden hebt, hebt u ook een vermogen.
Het vermogensrecht is onderdeel van het privaatrecht en omvat het geheel van bepalingen
dat betrekking heeft op vermogensbestanddelen. Twee grote gebieden binnen het
vermogensrecht zijn het goederenrecht en het verbintenissenrecht. Het erfrecht behoort ook
deels tot het vermogensrecht.
goederenrecht is een deel van vermogensrecht. goederenrecht omschrijft recht op
toe-eigening (eigendom beschermen), subjectief veilig stellen van deze rechten. subjectief
recht = onderdeel van het goederenrecht (bv vruchtgebruik) die gekaderd moeten worden in
een objectieve rechtsverhouding (spelregels). stel verkoop: het akkoord: verbintenissenrecht
⇒ indien voldaan de overdracht: eigendomsrecht als resultante. u kan doen wat u wilt met
het product, je beschikt over de volledige bevoegdheid.
de extra patrimoniale rechten zijn niet voor zakenrechtelijke toe-eigening vatbaar. bv: uw
recht om te huren kan je niet verkopen. het recht op privacy kan je bijvoorbeeld ook niet
1
,verkopen. Je kan niet geen zakelijke rechten eisen op uw extrapatrimoniale rechten ze zijn
in principe niet in geld waardeerbaar en behoren niet tot het vermogen, maar je kan wel
overeenkomsten maken (bv foto).
uitsluiting van goederenrecht
- verbintenissen en vorderingsrechten (definitie zie pp). verbintenissenrecht = iets
doen iets geven of iets niet doen kan zaken- of goederenrecht zijn.
- goederenrecht gaat ook niet over intellectuele rechten zoals auteursrechten.
- moreel recht
- vermogensrecht
Het meest volkomen zakelijk recht is het eigendomsrecht. Andere voorbeelden zijn:
erfdienstbaarheden, opstalrecht, erfpacht, vruchtgebruik…
Zakelijke zekerheden
De zakelijke zekerheden zijn bijkomende zakelijke rechten: ze vormen als waarborg van een
schuldvordering de bijzaak van deze schuldvordering. De schuldeiser die over een zakelijke
zekerheid beschikt, zal bij voorrang (voor de andere schuldeisers) worden betaald.
bijzondere wetten (pp)
voorbeeldvraag, stelling: vruchtgebruik geldt 99 jaar in 2021: geldt voor nieuwe wetboek niet
voor oud. nieuwe goederenrecht vindt men adhv parallelle hervormingsoefeningen
geïntegreerd in het nieuwe wetboek (boek 3), in werking getreden 1 september 2021. vier
krachtlijnen goederenrecht (zie pp). men heeft vooral de maatschappelijke problemen
proberen aanpakken.
Instrumentalisering van het goederenrecht
● Het goederenrecht als middel, niet als doel.
● Aanpassing aan de 3D-aard van goederenrecht voor goederenrechtelijke
structurering: grond wordt in drie-dimensionele betekenis omschreven (art. 3.64),
werken met volumes (zie opstalrecht)
● Maatschappelijke impact in hoofdstuk over burenverhoudingen
● Zo groot mogelijke transparantie bij zakelijke rechten
Modernisering van het goederenrecht
● Het goederenrecht wordt afgestemd op de actuele maatschappelijke verhoudingen:
○ Geen gerichtheid op de agrarische maatschappij van 1804 (vandaag ook niet
lichamelijke goederen bijvoorbeeld)
○ Integratie van onlichamelijke goederen, het begrip “volume”, vruchtgebruik op
feitelijke algemeenheden, intellectuele rechten en financiële instrumenten.
● Modern gebruik en rentabilisering van openbaar domein.
2
,Flexibilisering van het goederenrecht
● Grondslag: “De partijen kunnen afwijken van de bepalingen van dit Boek, behalve
indien het om definities gaat of indien de wet anders bepaalt.” (art. 3.1) •Eenheid en
ondeelbaarheid van vermogen.
● Verlenging van de duurtijd van zakelijke gebruiksrechten (soms zelfs eeuwigdurend).
● Flexibilisering op het niveau van degene die een zakelijk recht kan vestigen.
● Flexibilisering op het niveau van de bevoegdheden van de vruchtgebruiker ⇒
vroeger moesten we afleiden van rechtspraak en memories van toelichting
Zaak:
Al wat bestaat, met uitzondering van de mens
Goederen:
Goederen in de ruimste zin zijn alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening, met
inbegrip van de vermogensrechten.
Voorwerpen:
ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of onlichamelijk (schuldvordering) zijn,
zijn te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te onderscheiden van
personen.
Dieren speciaal geval: noch goederen nog personen, een dier is geen rechtspersoon, een
dier kan een voorwerp zijn van een zakelijk recht (bijvoorbeeld hond verkopen), maar
genuanceerd (bijvoorbeeld niet-huisdieren of bedreigde soorten).
art 3.39 BW: “Dieren hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden.
De bepalingen met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van toepassing,
met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming van dieren
en van de openbare orde.”
⇒ eerder symbolisch
Dieren hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden.
De bepalingen met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van toepassing,
met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming van dieren
en van de openbare orde.
Vermogen: De juridische algemeenheid die het geheel van bestaande en toekomstige
goederen (baten) en verbintenissen (lasten) omvat. Het is geen statisch gegeven, het
evolueert constant. Het omvat zowel de goederen waarvan men reeds eigenaar is en
degene die men nog zal verwerven. Elk rechtssubject die een verbintenis aangaat, verbindt
zich met gans zijn vermogen.
Elk natuurlijk- of rechtspersoon heeft één vermogen. Hier kan de wet echter wel
uitzonderingen op maken (Art. 3.37 BW).
Het begrip vermogen speelt een belangrijke rol in het erfrecht.
3
, Lichamelijke voorwerpen versus onlichamelijke voorwerpen
lichamelijke voorwerpen kunnen zintuiglijk worden waargenomen en worden gemeten
middels een momentopname. Quid? een schuldvordering kan toch lichamelijk zijn
bijvoorbeeld: Waardebon van bol.com die je aankoopt in de winkel
Voorbeelden van onlichamelijke voorwerpen: handelszaak, cliënteel, een schuldvordering
(ook zakelijke rechten op mogelijk)
Vruchten en opbrengsten (art 3.42 BW)
De vruchten van een goed zijn datgene wat dat goed periodiek voortbrengt, zonder dat dit
de substantie ervan wijzigt en ongeacht of het uit zichzelf gebeurt of als gevolg van de
valorisatie ervan. Bijvoorbeeld vruchten van een perenboom, maar ook bijvoorbeeld
kalveren van koeien
Een opbrengst is datgene wat het goed opbrengt, maar waardoor de waarde van het goed
onmiddellijk of geleidelijk wordt verminderd. Bijvoorbeeld: hout van een boom
Dieren ⇒ nieuw geboren dieren en de voortbrengselen van dieren als vruchten
beschouwd.
Onderscheid van belang bij bv. vruchtgebruik
Hoofdstuk 1: De leer van de indeling van de
goederen.
Afdeling 1: goederen volgens de graad van toe-eigeningsmogelijkheid
Goederen of geen goed
Geen goederen = voorwerpen die NIET vatbaar zijn voor toe-eigening omwille van een
wettelijk/feitelijk beletsel, bijvoorbeeld: verdovende middelen (muz...),
Voorbeeld wettelijk beletsel: voorwerpen buiten de handel
Voorbeeld feitelijk beletsel: gemene voorwerpen
Goederen in en buiten de handel
Goederen in de handel maken deel uit van het rechtsverkeer. Ze kunnen het voorwerp zijn
van vermogensrechten, dus van de private toe-eigening.
Goederen buiten de handel komen in feite wel in het rechtsverkeer terecht, maar niet in
rechte. Deze goederen zijn vatbaar noch voor een overeenkomst, noch voor een
verkrijgende verjaring. Bijvoorbeeld: drugs
4