Samenvatting sociologie
Multiple choice examen met giscorrectie
Hoofdstuk 1. Inleiding
Sociologie= sociale wetenschap= studie van het sociaal handelen (ook de mensen die niet deelnemen
aan het sociale leven)
= het studiedomein van de samenleving in al haar aspecten.
1. Hoe is sociale orde mogelijk?
Fenomenen lopen in de samenleving ordelijk. Bv. Een broodje kopen, wandelen over de meir,.. De
meester van deze zaken verliepen zonder problemen, discussies en soms zelfs zonder nadenken.
Sociologen vertrekken vanuit deze vaststelling: De samenleving verloopt al bij al zonder
conflicten/meeste fenomenen in de samenleving verlopen immers ordelijk. Waarom is dit zo?
We gaan op zoek naar sociale wetmatigheden, deze zijn niet zo
noodzakelijk als in exacte wetenschappen maar eerder
gebaseerd op een verwachting. Bij sociale wanorde gaan we
ook op zoek naar de beste wijze om de wanorde te herstellen.
Enerzijds: de sociologie probeert gedetailleerd te beschrijven
waarom de samenleving zo ordelijk verloopt. Sociologie doet dit
met verwachtingen dit zijn sociale fenomenen dus de
noodzakelijkheid van de sociale wetenschappen is niet van
toepassing. De verwachtingen kunnen bijvoorbeeld beschadigd worden.
Een fysicus weet dat in vergelijkbare omstandigheden de zwaartekracht steeds hetzelfde effect geeft.
(de wetten bezitten een noodzakelijkheid en zijn hierdoor voorspellingen/voorspelbaar.
Een socioloog baseert de sociale wetten op verwachtingen, contingentie (toevallig, niet noodzakelijk) en
probabiliteit. De noodzakelijkheid uit de exacte wetenschappen valt hier weg. je kan ervan uitgaan
dat mensen op de meir elkaar niet zullen botsen. Echter wordt deze verwachting soms beschadigd,
moedwillig of zonder kwaad opzet.
Anderzijds: de sociologie gaat bij deze gevallen zoeken wat de beste manier is deze wanorde te
herstellen. Hierdoor kunnen sociologen gezien worden als sociale ingenieurs die een solide samenleving
proberen op te bouwen.
De optelsom van gebrek aan noodzakelijke wetten en verwachtingen maakt de maakbaarheid van de
samenleving die de sociologen propageren vaak onder vuur licht want niet neutraal, noch objectief
maar ideologisch.
,De sociologische verbeelding
Kan omschreven worden als het plaatsen en kunnen omschrijven van individuele gebeurtenissen vanuit
het geheel van sociale relaties die zelf een specifieke historische oorsprong hebben.
Bv: Meer en meer jongeren kiezen naar het hoger onderwijs te gaan. Dit ligt niet enkel aan de
intelligentie van de jongeren De samenleving en haar beroepenstructuur heeft invloed op de aspiraties
van de jongeren.
In de sociologie gaat men dus op zoek naar de regelmatigheden in het sociale leven en tracht men deze
op een wetenschappelijke manier te beschrijven en verklaren. Naast sociaal handelen, bestudeert de
sociologie ook nog (cultuur)patronen en structuren die voortkomen uit het sociaal handelen van mens.
Alles wat er in de samenleving gebeurt roept bij een socioloog vragen
op. Voorbeelden:
Waarom kunnen Vlamingen en Walen het niet altijd goed met
elkaar vinden, maar bij het WK voelen we ons ineens allemaal
Belg?
Wat is de invloed van sociale media op face-to-face
communicatie, bijvoorbeeld in het gezin of in
vriendengroepen?
Waarom mochten emoties eerst niet geuit worden, en nu wel?
(bijv. dr. Phil).
Waarom kan afdeling A wel samenwerken met B, maar niet met afdeling C?
Niet alleen kijken naar cijfers, maar ook naar het verhaal erachter
Wat is sociologie?
a) = een wetenschap
Studie van het sociaal handelen
Op zoek naar regelmatigheden in het sociale leven
Deze op een wetenschappelijke manier beschrijven en verklaren
Bestudeer ook de (cultuur) patronen en structuren die voortkomen uit het sociaal handelen van
mensen.
Geen uitspraken obv persoonlijk aanvoelen maar obv door onderzoek vastgestelde feiten.
De socioloog als cijferaar (vs de ethicus en filosoof)
Gebruik van wetenschappelijke methoden en technieken.
b) De sociologie bestudeert het sociaal handelen
Sociaal handelen= ieder handelen met een zinvolle betrokkenheid op andere mensen.
Handelen heeft als kenmerk gericht zijn op een object, als finaliteit altijd de realisatie van een doel.
Handelen is een gedrag met een nadrukkelijke doelgerichtheid.
In de sociologie is dit anders. Bv. Iemand die niet handelt kan als asociaal gezien worden door anderen.
Echter zal de socioloog dit beschrijven als iemand die een signaal geeft, weigert contact te hebben met
,anderen, ook een reactie is op het gedrag van anderen. Bij sociaal handelen moet er niet altijd sprake
zijn van samenwerking.
Sociaal handelen volgens socioloog Max Weber:
Men doet een sociale handeling wanneer we ons handelen richten op het verleden, heden of
toekomstige handelen van anderen. Wie sociaal handelt, houdt dus bij het plannen van zijn handelen
rekening met de anderen.
4 types van handelen:
Doelrationeel handelen
o Handelen gericht op verwezenlijken van weloverwogen doelstellingen.
Waarderationeel handelen
o Handelen bepaald door overtuiging dat dit handelen een betekenis heeft, onafhankelijk
van het resultaat van het handelen. Laat zich leiden door morele, estetische of religieuze
normen. Men handelt omwille van het waardevolle van het handelen zelf.
Affectief of emotioneel handelen
o Gestuurd door emoties of gevoelens. Meestal gaat het om een instinctieve, zintuiglijke,
emotionele passionele toestand. Van cultuur tot cultuur zal de wijze waarom emoties
worden geuit verschillen.
Traditioneel handelen
o Handelen bepaald door gewoonte. Quasi-automatisch handelen op grond van
gewoonten en tradities.
Zie voorbeelden ppt
Huwelijk (volgens G. Murdock)
• Gezin is een universele sociale institutie
• Kerngezin = man, vrouw, eigen of geadopteerde kinderen
• Met volgende functionele eigenschappen:
• Coresidentie
• Economische coöperatie
• Ouderschap
, • Partnerschap
https://d-place.org/contributions/EA
Contingent, niet arbitrair
• 'alles is contingent maar daarom nog niet arbitrair'.
Contingent =het had ook anders kunnen zijn dan het nu is.
Arbitrair= Kan gelijk wat zijn.
• alles om je heen, de manier waarop we communiceren, de manier waarop we leven, de manier waarin
culturen van elkaar verschillen, het had allemaal anders kunnen zijn. Dat maakt het nog niet arbitrair
ofwel willekeurig. Er bestaan redenen waarom iets zo is.
c) Een sociale wetenschap met een eigen invalshoek
Andere sociale wetenschappen naast de sociologie.
• Psychologie
• Economie
• Geschiedenis
• Filosofie
• Culturele antropologie
Elk van deze sociale wetenschappen kijkt naar het sociale vanuit een eigen invalshoek
d) Een wetenschap met een uiteenlopend gamma aan onderzoeksthema’s
Deeldomeinen in de sociologie
• Onderwijs onderwijssociologie
• Gezondheid gezondheidssociologie
• Gezin gezinssociologie (hard veranderd, nieuw samengestelde gezinnen,..)
• Communicatie communicatiesociologie
Sociale ongelijkheden sociale stratificatie
“Sociale stratificatie wijst ons erop dat een samenleving categorieën van mensen in een bepaalde
hiërarchie plaatst. Mensen uit verschillende lagen hebben vaak ongelijke kansen in het leven. Zo leven
hoger geplaatsten vaak langer, zijn ze minder ziek, kennen ze weinig of geen armoede, etc..”
Normen, waarden en overtuigingen
“Waarden zijn opvattingen over het wenselijke zoals ‘gezond zijn’, ‘trouw zijn’, etc. Normen zijn veel
concreter. In allerlei situaties zijn er meer of minder uitgesproken en bindende regels over hoe men zich
moet gedragen.”