Ontstaan en kern sociologie
Inleiding
- Verschillende opvattingen van wat sociologie is
o Structureel-functionalisme
Sociologie van instrument voorzien om evenwicht te beschrijven tussen alle
groepen in VS
SL = product menselijke afspraken, gedragingen, waarden; consensus
verdeling posities
o Radicale sociologie: wil beeld schetsen van conflicten, sociale verandering en
desintegratie SL oog voor economische en politieke machtsverhoudingen SL
o Kritische sociologie:
Cultuur = belangrijk in M
Geloof in verlichting, rede, vooruitgang dominant leidt tot menselijke
vrijheid
Cultuur gekenmerkt door instrumentele rede: middelen en praktische doelen
Overgewaardeerd middel = economische efficiëntie
Menselijk belang < economisch voordeel (consumptie-M)
Populaire cultuur/massamedia: oppervlakkig entertainment onkritische
massa
Verlichting leidt niet tot vrijheid maar nieuwe vormen van overheersing
o Swyngedouw sluit aan/werkt voort op werk van H. Hoefnagels (1922 – 1990)
M analyseren als totaliteit
M analyseren vanuit structurele machtsverschillen (vb. prof en student
verkiezingen)
Kritiek op ideologische representaties van werkelijkheid
Manier waarop mens naar werkelijkheid kijkt is verbonden met eigen
waarden en normen
Werkelijkheid = niet noodzakelijk hoe jij ze ziet (vb. schoolstrijd
schoolpact)
Kritisch socioloog gaat onderzoeken hoe verschillende visies en
normen en waarden dit hebben kunnen beïnvloeden
(contingente realiteit: niet noodzakelijk/onmogelijk had ook anders
kunnen zijn: voor ons natuurlijk, maar had allemaal anders kunnen
evolueren; maar niet arbitrair goede redenen waarom het is zoals het is
(pathdependency))
Bestaat geen waardenvrije wetenschap objectiviteit onmogelijk (vb. Platte
aarde)
Reflexiviteit
Nadenken over eigen positive in SL en gevolg daarvan voor analyse
o Kritiek
Ideologische vooringenomenheid: expliceren wat voorinstellingen zijn
Machtsverhoudingen in M = cruciaal
1
,Ontstaan sociologie
Sociologie = kind moderne tijd (van ‘de (18de) eeuw van de Verlichting’) in brede kring
opvatting doorbrak dat ‘het sociale’ = autonome realiteit waarbinnen sociale mechanismen voor orde
zorgen
- Breekt op 2 punten met voormoderne wereldbeeld:
o ‘Ontgoddelijking’
Geen religieuze bovennatuurlijke basisorde
o ‘Ontstaatsing’
Geordende SL = niet langer staatsverband met soevereine vorst door God
* Sociaal voor sociologen = elke relatie tussen verschillende mensen of groepen van mensen
(relatie(s) positief/negatief ≠ belangrijk in tegenstelling tot gewone woordgebruik waarin
iemand/groep: sociaal of asociaal
- Verlichting
o ca. 1715 – 1789)
o Niet-religieuze, op natuurwetenschap geënte denkstijl = idee van Rede als steunbeer
van alle kennis > religieuze idee
o Idee van een menselijke natuur = verklaringsfactor
Bv.: ‘marktruil sluit aan bij natuurlijk eigenbelang’ (daarnaast drang tot
zelfbehoud en sociale neiging)
Bv.: laatste restant van idee van natuurlijke orde in combinatie met
natuurwetenschappelijke idee van wetmatigheden
Bv.: Menselijke natuur komt ipv God (als soort excuus) bv.: meer mannen
die goed kunnen jagen? Dat zit het in de natuur van de mens!
TOCH een stap vooruit WANT bij menselijke natuur is er discussie mogelijk terwijl er
met God helemaal niet te discussiëren viel
- Binnen Franse Verlichting
o Sociale niet door God gewild maakbaar
o Montesquieu: ‘De l’esprit des lois’, met de idee van ‘esprit général’ in iedere M & de
scheiding der machten
Esprit Général: iedere SL heeft eigen ‘culturele identiteit’ als gevolg van
samenspel klimaat, staatsvorm, godsdienst, overgeleverde gewoonten,
zeden enz. verklaart specifieke sociale verschijnselen zoals
schoolsystemen, opvoedingsstijlen
Scheiding der machten (de scheiding tussen de wetgevende macht –
parlement/de uitvoerende macht – de regering/en de rechterlijke macht –
het Gerecht) volgens Montesquieu beste garantie tegen tirannie
o Rousseau: ‘Du contrat social’ en ‘Discours sur l’origine et les fondements de
l’inégalité parmi les hommes’, met idee van edele wilde: goede menselijke natuur
wordt verpest met introductie van eigendom: leidt tot ongelijkheid
Idee edele wilde goede menselijke natuur verpest door introductie privé
eigendom ( ongelijkheid)
Terug naar natuur
Jean-Jacques Rousseau ‘De ware grondlegger van de burgerlijke M: dat was
hij die als eerste een stuk grond omheinde, zich verstoutte te zeggen “Dit is
2
, van mij”, en onnozelaars trof die hem geloofden.’ (J.J. Rousseau, Vertoog
over de ongelijkheid. Amsterdam: Boom, 2003: 97)
VOOR Franse Revolutie
o M is gegeven, is traditie, natuurlijke of goddelijke orde
o Individu = onderworpen aan belang gemeenschap
NA Franse Revolutie
o Nieuwe verlichte denkwijze, essentieel in burgerlijke revolutie
o M = mensenwerk
o Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid centraal
o Individu krijgt erkenning
- Uitvinding moderne stoommachine (Watt 1769) leidde tot ‘industriële M”
- Liberale experimenten leiden tot tegendeel: uitbuiting, armoede, ongelijkheid
- Verlichting loopt in Frankrijk uit op Franse Revolutie (1789) = ‘praktisch bewijs’ dat sociale
niet natuurlijk of door God gewild maar maakbaar (cfr. praktijk van revolutionaire decreten)
Ontstaan van de sociale kwestie/arbeidersvraagstuk
- Sociale kwestie, individualisering (gevolgen van burgerlijke revolutie): SL niet meer
vanzelfsprekend
- Armoede kwestie (hoe kunnen armoede verhelpen) sociale kwestie:
o Armen vertonen ontevredenheid
o Socialistische gedachte van strijd van arbeidende bevolking vs. heersende klasse
o Houding van onderwerping houding van strijd (brengt SL-orde in gevaar)
o “Gewone zaken” voorwerp van scherp protest: kinderarbeid, extreem lage lonen,
niet beschermd tegen werkongeval, ziekte, werkloosheid, ouderdom oplossing
was liefdadigheid
Proberen te begrijpen wat er gebeurd, oplossingen zoeken, ontwikkelen van
wetenschap van sociale: de eerste sociologen
o 2 wegen om sociale kwestie te bestuderen:
Studie van M vraagstukken vanuit katholieke en protestantse visie: geen
sociale kwestie indien goddelijke orde gerespecteerd
Liberalisme – Franse revolutie: vrijheid individu, onbeperkt streven
naar welvaart (eigen economisch voordeel), geloof in vooruitgang
chaos
Vanuit wetenschappelijke visie
Kennen SL niet, maar is mogelijk om er inzicht over te verwerven
(vrgl. met natuurkunde)
Eerst inzicht in SL, dan oplossing voor sociale kwestie
Ontstaan sociologie: interesse in empirische feiten (grondleggers
Comte en Durkheim)
- Auguste Comte (1789 – 1857)
o Gebruikte als eerste woord sociologie in Cours de philosophie positive = pleidooi pro
positivisme/natuurwetenschappelijke houding bij studie van alle fenomenen OOK
sociale (= sluitstuk van kennis)
3
, o Vooruitgangsgeloof: kennis in inzichten/oorzaken laat gerichte verbetering toe
sociologie zal wereld verbeteren
o Toestand van politieke wanorde in Frankrijk van zijn tijd noodzaak van sociale
wetenschap die oorzaken van slecht functioneren van M bestudeerd
o Oorzaak afwezigheid van consensus hoe SL moet georganiseerd: restauratie (terug
naar ancien regime met door God gewilde orde vs. revolutionairen)
o De ‘ontwikkelingswet’ van het menselijk denken:
Theologische stadium: verklaring van verschijnselen door bovennatuurlijke =
orde
Metafysische stadium: verklaring van verschijnselen in het natuurlijke =
vooruitgang
Positivistisch stadium: wetenschappelijke verklaring = orde + vooruitgang
SL niet meer onderwerpen aan irrationale autoriteit + geen chaos door individuele
vrijheid maar onderwerping aan rationele autoriteit van wetenschap (sociologie
die positivistische filosofie moet voltooien) = consensus universalis
(gemeenschappelijk geheel van ideeën en vooral morele waarden naar conservatief
recept)
Volgens Comte: men kan enkel tot orde komen met noodzakelijke morele
consensus (geformuleerd door sociologie + verspreid via onderwijs)
o SOCIOLOGIE = SOCIALE DYNAMICA (EVOLUTIE VAN DE MENSHEID, OF
VOORUITGANG) + SOCIALE STATICA = SOCIALE-ORDE-VRAAG
o Belangrijke elementen uit Comte’s denken:
Tracht wetenschappelijke theorie op te bouwen die verleden verklaart en
toekomstige ontwikkelingen voorziet
SL veronderstelt een zekere mate van consensus
Godsdienst, maar ook abstracte liberale concepten van vrijheid en gelijkheid
niet voldoende voor fundamenten van SL afstappen
Maar wetenschappelijk kennis ≠ garantie bereidheid tot onderwerping eraan:
godsdienst die wetenschappelijk verantwoord is moet zorgen voor “la subordination
de nos sentiments personnel à l’order collectif” Comte beantwoordt die onder
verwijzing naar noodzaak van morele consensus (geformuleerd door sociologie en
verspreid via onderwijs (wat Comte tot ‘Religie van de Mensheid’ naar katholiek
model inspireerde))
Streven naar paradoxaal samengaan van positivisme en conservatisme,
Verlichting en Contraverlichting
o Comte en de sociale kwestie:
Situatie van arbeiders onhoudbaar + onderdrukking door ondernemers
(overmacht kapitaal)
onbillijkheid verbod op vakbonden: un antagonisme déplorable
Oplossing niet gelegen in sociale wetgeving wel “solution morale”
gebaseerd op positivistische moraal
4