Interieurgeschiedenis 1
Prehistorie (15000 v.C – 10000 v.C)
In de prehistorie leefden de vrouwen en kinderen meestal achteraan in de grot, terwijl mannen vooraan woonden. De mannen
beschermen de zwakkere die verder naar achter leefden. Deze grotten waren de eerste woningen van de mens. De bewoners
waren jagers en zwervers.
Dit was zichtbaar aan de muurschilderingen en kunstwerken in de grot. Vrouwelijke symbolen zoals vruchtbaarheid, het leven
stonden achteraan afgebeeld, terwijl symbolen over jacht en vijanden meer vooraan stonden.
De kunstwerken waren niet willekeurig, maar hadden vaak een betekenis. Het was de eerste vorm van Interieurdecoratie.
Voorwerpen waren soms te groot om mee te nemen naar een volgende verblijfplaats en er ontstaat een tijdelijke woning die
voor bepaalde seizoenen werd gebruikt.
Klimaat is in de grot constant van vochtgehalte en temperatuur, dus schilderingen zijn lang en goed bewaard.
Hoe werden muurschilderingen gemaakt?
- Verf: organisch materiaal zoals mengsel van water, dierlijke vetten, pigmenten, houtskool, …
- Technieken: zelfgemaakte kwasten van boombast en mos, verfspuiten van botjes als blaaspijp, spugen, met vingers, …
- Kleuren: rood, geel, zwart
- Reliëf: extra dimensie in schilderingen door welvingen in rotswand
Wat is er afgebeeld?
- Weinig menselijke figuren, anders schematisch, door ander bewustzijn van de mens (minder belangrijk)
- Dieren hebben goddelijke betekenis, worden afgebeeld in kleuren
Betekenis schilderingen
- Educatief hulpmiddel voor andere generaties en volkeren
- Tekeningen hebben magische betekenis
- Communicatie met god
Duurzaamheid
- Hergebruiken van materialen
- Langdurig gebruiken van materialen
- Assen van vuur gebruiken om verf te maken
- Herbestemming: bestaande gebouwen een andere functie geven
ALTAMIRA EN LASCAUX
Ontdekt in 1940, Zuid-Frankrijk. Rotstekeningen van 17000 jaar oud. Veel jachttaferelen, grafkunst was een drang tot
expressie (=kennis en vaardigheid) en eigen maken van de tijdelijke woonst. De zwervende Cro Magnon= eerste homo
sapiens
, Neolithicum 5000 v.C
Kenmerken van eerste echte huizen:
- Houtskeletbouw
- Zadeldak en rieten dak
- Leemhuizen en dorpen (soms beschilderd en bepleisterd)
- Groot van oppervlakte (huisvesting voor één of meerdere generaties)
SKARA BRAE (3100 v.C – 2500 v.C)
In de 19e eeuw raasde een zware storm aan de kust van de Orkney Islands in Groot-Brittannië. Deze had veel zand
weggewaaid, daardoor verschenen den woningen van Skara Brae. Opvallend is dat de huizen allemaal dezelfde vorm
hebben, een structuur van een cel. De buitenmuren zijn cirkelvormig en het centrum ligt in het midden van de woning.
Het centrum is een haard. Vuur was erg belangrijk, het zorgde voor warmte, mogelijkheid om te koken en behoorde bij
verschillende rituelen. Naast de haard was er een zitplaats, een ereplaats voor de oudste van het gezin. Mannen en
vrouwen sliepen apart. Ook was er een dressoir of kast voor gereedschap, belangrijke objecten… Opvallend is ook de
put met deksel, oorspronkelijk dacht men dat er eten in werd bewaard, maar hier bewaarde men aas waar ze mee
gingen vissen.
Duurzaamheid
- Kleine ruimtes, makkelijk warm houden
- Meewerken met landschap, huizen tegen de heuvel bouwen (landschap gebruiken i.p.v. het aanpassen)