GESPREKSMODELLEN
BASISVAARDIGHEDEN
INDELING
Basishouding HV
- Empathie
- Respect
- Echtheid
SYSTEEMTHEORETISCHE DRIEHOEK
Gedragingen worden gezien in het systeem en niet in het individu zelf en is reactie van iets anders.
Samenleving als groter geheel, er zijn regels:
- Geschreven -> wetten en plichten
- Ongeschreven -> sociale kijkwijzen/men-opvattingen
3 elementen die we niet van elkaar los kunnen zien maar in
interactie met elkaar
- Breuk tussen cliënt en samenleving want de cliënt kleurt buiten de
lijntjes
- HV
o Onderdrukt door de samenleving, door de sociale kijkwijze
voer je bepaalde verwachtingen
o Komt op voor de recht van de cliënt -> interactie cliënt en HV
Alles is met elkaar verbonden -> Veranderd iets in het ene heeft dat effect
op het andere
Ieder onderdeel heeft zijn eigen referentiekader. Communicatie als onderdeel van de interactie
HV is dialoog gestuurd, het is een twee richtings verkeer
- We moeten de cliënt binnen zijn verschillende contexten blijven bekijken
- Gespreksvaardigheden tussen cliënten en HV is belangrijk
- Ondersteunen maar niet overnemen
We kunnen een onderscheid maken tussen:
- Cliënt en zijn referentiekader
o Subjectieve betekenisverlening
o Uniek perspectief op de werkelijkheid
- HV en zijn referentiekader
o Belang van opleiding
o Kijk naar gedrag, paradigma
Basishouding van de HV
- Empathie
- Echtheid
- Respect -> betrokkenheid, begrip, aanvaarding en warmte en nabijheid
- Zowel verbaal als non-verbaal -> samen met de cliënt tot groei komen
= Is er gebrek aan een van deze basishoudingen dan blokkeert die dialoog
Verstoorde relatie tussen cliënt en samenleving
- Systeemtheoretisch uitgangspunt: cliënt, omgeving/maatschappij en hulpverlener in interactie
- Rekening houden met referentiekaders, sociale kijkwijzen (men-opvattingen), betekenisverlening,
etc.
- Dialoog gestuurde hulpverlening essentieel
te realiseren via gespreksvaardigheden vanuit een Rogeriaanse grondhouding.
ALGEMENE PIJLERS VAN DE COMMUNICATIE
HULPVERLENER ALS KATALYSATOR
Container van emoties
, - Herkennen, benoemen, oog voor verbaal als non-verbaal en maken dat de cliënt je vertrouwt
- Zo help je de cliënt om met zijn gevoelens om te gaan
- Bv. woede afnemen door de cliënt te laten ventileren
Empowerment bevorderen
- Hulpverlenersreflex uitschakelen maar zelf de cliënt laten oplossen
- Je volgt het tempo van de cliënt
- Je werkt samen aan een oplossing maar jij lost het niet alleen op
Veelzijdig betrokken en erkenning geven
- Een mens is en blijft een mens
- Tonen dat je de persoon aanvaard maat dat betekent niet dat het gedrag acceptabel is
Omgaan met perplexiteit en handelingsverlegenheid
- Handelingsverlegenheid => als je als HV op een bepaald moment niet weet wat je moet doen en
overspoeld wordt met emoties
- reflecteren, hoe zal ik daar de volgende keer mee omgaan. PRAAT EROVER
- stappenplan kan in een volgende gelijkaardige situatie een houvast geven
Weerstand herkennen en hanteren
- signaal dat de cliënt een andere visie heeft of het tempo te hoog ligt
- de cliënt is niet akkoord of is nog niet klaar
HV moet communiceren in een interculturele context
- je komt in contact met andere waarden en normen dan de jouwe
- bepaalde dingen aanvaarden/grenzen stellen -> duidelijk bespreken
- David Pinto - stappenplan om te gaan met interculturele communicatie
o Dubbel perspectief naar een situatie kijken vanuit eigen en de ander zijn standpunt
1. Leren kennen van eigen cultuurgebonden waarden en normen
2. Leren kennen van de cultuurgebonden waarden en normen van de ander
3. Vaststellen hoe men met deze verschillen omgaat
Verstoorde interactie terug binnen de lijntjes omzet naar een zo positief mogelijk situatie voor de cliënt
COMMUNICATIE VERSCHILLEN
Niemand communiceert hetzelfde -> verwacht dat dan ook niet!
Individuele verschillen
- Verschillende factoren kunnen hier een rol spelen (geschiedenis, opvoeding, opleiding, werk)
- Dialecten kunnen de communicatie grondig beïnvloeden
Sekseverschillen
-
Vrouw - Man
o In bochten wringen o Rechtuit
o ventileren van gevoelens en zich o Oplossingsgericht
begrepen voelen
Contextverschillen
- Hoe je communiceert komt niet enkel voort uit hoe je thuissituatie is maar ook bepaald door waar
je bent
Culturele verschillen
- Verschillende culturele achtergronden met andere codes en verwachtingen kunnen de
communicatie beïnvloeden
COMMUNICATIEMODELLEN
BINNENKANT/BUITENKANT/OVERKANT (STEENS)
Binnenkant
- Gevoelens, bedoelingen, gewaarwordingen, belevingen, gedachten, …
- Niet rechtstreeks kenbaar
- Voordelen -> kiezen wat we aan wie en wanneer kwijt willen
- Nadelen -> we kunnen onszelf niet zomaar ontvouwen aan wie we dat zouden willen
, Buitenkant
- Handelen en doen
- Rechtstreeks toegankelijk
Overkant
- Want onze buitenkant teweeg brengt
- Ik zie iemands buitenkant maar niet de binnenkant
Context is beïnvloedbaar
AJUINMODEL
Door te communiceren ontstaat een relatie als men elkaar beter leert kennen wordt er schil na schil
afgepeld -> leer je de persoon beter kennen
De persoon eerst wat leren kennen en niet direct naar de kern. TEMPO VAN DE CLIËNT GAAN!
HET HAVE/DO/BE-MODEL
Interpersoonlijke communicatie verloopt via 3 dimensies:
1. Heeft -> zijn voorkomen, materiële zaken
2. Doet -> als we de persoon beter leren kennen
3. In wezen zien -> grote mate van vertrouwdheid
EXTRA AANDACHTSPUNTEN
STRUCTUUR VAN EEN GESPREK - VOUOA
Paaltjes die je zet om een gesprek te starten. Een goed voorbereide structuur is zeer belangrijk het biedt je
een houvast.
Voorbereidingsfase
- Voor je naar de cliënt gaan
- doel, werkwijze (rekening houdend met verleden), wat bespreken, welke obstakels, hoeveel tijd,
vorige notities doornemen
Openingsfase
- Cliënt niet laten hangen
- contact leggen, gepaste sfeersetting creëren, doel en werkwijze toelichten
Uitwisselingsfase
- praten over de problemen
- probleem verkennen, analyseren (en indien nodig opnieuw definiëren)
Overlegfase
- oplossingen, afspraken maken voor deze problemen
- oplossingen genereren en selecteren
Afrondingsfase
- samenvatten, afspraken maken en evalueren
- afspraak follow-up
- afronden met stimuleren en bedanken
NON-VERBAAL GEDRAG
Opletten bij jezelf, ondersteunt jouw boodschap maar ook bij je cliënt. Opletten voor interpretaties en
culturele verschillen.
Geeft vooral gevoelens weer
In combinatie met het verbale, in combinatie met het verbale wijst het op:
- Herhaling
- Contradictie -> gebruik van sarcasme en ironie (niet bij personen met ASS)
- Substitutie -> niets verbaal maar gewoon een gebaar
- Complementariteit
- Accentuering -> accent er op leggen