ONTWIKKELINGEN VAN DE VERSCHILLENDE ONTWIKKELINGSFASEN
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING
1. DE PASGEBORENE
De lichamelijke groei van de pasgeborene verloopt asynchroon. Dat wil zeggen dat de verschillende delen van het lichaam op
verschillende tijdstippen sneller groeien: “infants do not grow ‘al at once’”
Lichaamsproporties op verschillende leeftijden
Voor de geboorte groeit het hoofd sneller dan de rest van het lichaam, terwijl het
lichaam sneller groeit na de geboorte
ð De pasgeborene weegt gemiddeld 3500 gram dit zal op 1 jaar verdrievoudigen, na 1 jaar weegt het dus gemiddeld
10kg
ð Tijdens de eerste dagen of week verliest de baby 5-10% van zijn geboortegewicht
ð De lengte varieert meestal tussen 46 en 54 cm, en is gemiddeld 50 cm. In het eerste levensjaar neemt dit toe tot 72 cm,
ruim 50% lengtevermeerdering.
ð Bij de geboorte heeft het hoofd van het kind al meer dan 60% van zijn definitieve grootte
Verhoudingsgewijs is het hoofd bij de geboorte (1/4 van de lichaamslengte) zeer groot in vergelijking met de verhoudingen van
een volwassen lichaam. (Cefalocaudale ontwikkeling, zie verder).
ð De hersenen volgen dezelfde evolutie als het hoofd. Het hersengewicht van een pasgeborene is ± 350 gr, dat van een
volwassene ± 1300 gr.
Vanaf de geboorte heeft een mens reeds al zijn hersencellen. In feite heeft een mens het meeste hersencellen rond de achtste
maand van de zwangerschap. Van dan af beginnen hersencellen af te sterven en komen er geen meer bij.
2. DE BABYTIJD
Het lichaam groeit supersnel gedurende het eerste jaar; de toename van lengte en gewicht is groter dan in enige andere periode
in de latere ontwikkeling.
Er zijn een aantal principes die aan de grondslag liggen van deze groei:
Het cefalocaudale principe (‘van hoofd tot staart’).
Dit principe heeft betrekking op de richting van de groei. Volgens dit principe volgt de groei een patroon dat begint met
het hoofd en de bovenste lichaamsdelen, om zich vervolgens uit te breiden naar de rest van het lichaam.
Hieruit volgt dat onze visuele vermogens veel sneller ontwikkelen dan het vermogen om te lopen
Het proximodistale principe (‘dichtbij’ en ‘ver weg’).
Dit principe geeft aan dat de romp eerder groeit dan de armen en benen. Pas nadat armen en benen gegroeid zijn,
kunnen vingers en tenen groeien.
Het principe van hiërarchische integratie.
Dit principe heeft betrekking op de manier waarop complexe vaardigheden voortbouwen op eenvoudigere
vaardigheden.
Volgens dit principe ontwikkelen eenvoudige vaardigheden zich doorgaans onafhankelijk van elkaar.
Bv. grijpen is pas mogelijk als het kind heeft geleerd hoe het de bewegingen van de individuele vingers moet beheersen
en integreren.
Het principe van de onafhankelijkheid van systemen.
, Dit principe geeft aan dat verschillende lichaamssystemen een verschillend groeitempo hebben.
Als het ene systeem groeit, hoeft dit niet per se te betekenen dat er ook groei in andere systemen plaatsvindt
Naast de groei zijn er nog een aantal belangrijke ontwikkelingen tijdens de babytijd;
ð Verandering van de voeding: het menu wijzigt snel
ð Het melkgebit begint door te breken in het tweede halfjaar
ð Sluiting fontanellen
3. DE PEUTERTIJD
De groei in lengt en gewicht vertraagt bij de peuter baby groeit sneller dan de peuter
Bij peuters groeien niet alle lichaamsdelen in dezelfde proportie = asynchrone groei
ð Hoofd gaat trager groeien en de benen worden langer
ð De fontanellen zijn rond 1,5 à 2 jaar volledig dicht
ð Het melkgebit is volledig aan het eind van de peuterperiode
ð Vele peuters doen een middagdutje
ð Peuterperiode is de periode van zindelijkheidstraining
Van alle delen van het lichaam groeien de hersenen het snelst
ð Start lateralisatieproces
ð Er is een verband tussen de hersengroei en de cognitieve ontwikkeling
ð Er is een verband tussen de hoeveelheid myeline en concentratie en motoriek
Myelinisatie:
Gevolg: snelheid van boodschappen door de zenuwen verhogen, prikkels neemt toe en betere gerichtheid naar de juiste synaps
De zenuwvezels die het ene hersengebied met het andere verbinden, die voor de fijne motoriek zorgen, krijgen pas hun
volledige myelinelaag op 4-jarige leeftijd. Dit verklaart het ‘onhandig en houterig’ bewegen van peuters.
Lichamelijke ontwikkeling is een product van de interactie van erfelijkheid en milieu.
ð De gem. lichaamslengte in Westerse landen vandaag is groter dan in de 19e – 20e eeuw.
ð Kids met hetzelfde genotype (verzameling eigenschappen van het individu die is geërfd van de ouder of ouders) zullen in
een ontwikkelingsland kleiner blijven t.g.v. chronische infecties, hongersnood, besmet of ongekookt drinkwater, enz.
4. DE KLEUTERTIJD
Na de snelle ontwikkeling in de eerste levensjaren, voltrekt de groei van het kind zich geleidelijker. Vooral de groei van de
bovenste delen loopt nu trager, de benen zullen in de kleuterjaren wel snel blijven doorgroeien.
ð De lichaamsproporties van een zesjarige begint gelijkenis met die van een volwassene te vertonen.
ð Het melktand-gebit is volledig in het begin van de kleuterperiode
2
,5. DE LAGERE SCHOOLLEEFTIJD
In vergelijking met de kleuter vertonen kinderen van 6 à 9 jaar een gewijzigde gestalte.
- De ronde mollige lichaamsvormen verdwijnen
- ‘Babyvet’ wordt vervangen door spierweefsel
- Ledematen groeien sneller in verhouding tot het hoofd
- Het ‘kleutergestalte’ maakt plaats voor het ‘schoolkindgestalte’
Kenmerken van het lagereschoolkind:
- Het hoofd overheerst minder. Het bedraagt ongeveer 1/6 van de lichaamslengte.
- De romp is langer en smaller en er is meer taille.
- De armen en benen worden langer.
- Het uiterlijk verandert door de eerste tandenwisseling.
- Het gezicht komt sterker naar voor.
- Het bekken is groter dan de schouders.
- Het lichaam krijgt meer spieren.
Het gezicht en de lach veranderen door het wisselen van de tanden kleine melktanden worden 1 voor 1 vervangen door
blijvende tanden. Deze wisseling duurt de hele lagere schoolperiode.
De lengtegroei verloopt voor jongens en meisjes iets verschillend:
Jongens zijn tot hun 10 jaar iets groter dan meisjes
Vanaf ± 10 jaar voltrekt de lich. Ontwikkeling van meisjes zich iets sneller dan van jongens.
Meisjes zetten hun groeispurt sneller in.
Rond 12 à 13 jaar treden de lichamelijke veranderingen op, die kenmerkend zijn voor de puberteit.
6. DE ADOLESCENTIE
Tijdens de puberteit ontwikkelt het lichaam van het kind zich tot het lichaam van een volwassene.
ð Dit lichaam ziet er anders uit, het functioneert anders en kenmerkt zich door een eigen persoonlijkheid.
Tijdens adolescentie treden volgende lichamelijke veranderingen op:
- Een opvallende toename van de lichaamsgroei en verandering in lichaamsproporties.
- Seksuele rijpingsprocessen (ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken en de geslachtsorganen).
Het begin van puberteit is verschillend voor beide geslachten: bij meisjes beginnen de lichamelijke veranderingen meestal 1 – 2
jaar vroeger. Er zijn ook verschillen in begin, einde, duur en tempo
GROEISPURT
De groeiversnellingen hebben betrekking op lengte, gewicht en het skelet.
ð De groeiversnelling verschilt per lichaamsdeel, waardoor de verhoudingen tijdelijk verstoord worden.
ð De eerste helft van de groeiperiode neemt de lengte van de ledematen snel toe, romp blijft achter
ð Handen voeten, neus, oren en kin groeien sneller, zodat het kindergezicht plaatsmaakt voor een ‘grof gezicht met
puistjes’.
Dit disharmonisch gestalte leidt tot een eerder stuntelige motoriek. Het kind wordt een stuntelige tiener die met zijn lichaam
geen houding weet
SEKSUELE RIJPINGSPROCESSEN
Acceleratie wijst op een versnelde ontwikkeling van de huidige adolescent in vergelijking met pubers van enkele generaties
geleden.
De seksuele rijpingsprocessen komen in de eerste plaats tot uiting in de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken:
borstontwikkeling, pubaire beharing, ontwikkeling van de genitaliën, de eerste menstruatie en de eerste zaadlozing.
3
, - Bij meisjes begint de puberteit tussen 9 en 14 jaar. De seksuele rijping start met de ontwikkeling van de borsten en de
groei van de pubaire beharing.
- Jongens worden geslachtsrijp tussen 10 en 15 jaar. We zien een versnelde groei van de teelballen en een langzaam op
gang komende groei van de pubaire beharing.
REACTIES OP LICHAMELIJKE VERANDERINGEN
De adolescent is vaak overgevoelig voor het oordeel van de buitenwereld. Negatieve belevingen over het eigen lichaam kunnen
worden veroorzaakt door volgende factoren:
- Een opvallend vroege of late rijping:
o Vroege rijping:
Voor jongens is vroege rijping over het algemeen een voordeel. Jongens die lichamelijk vroeg
volgroeid zijn, sporter meestal beter dan anderen. Ze zijn vaak populairder en hebben een positiever
zelfbeeld.
Voor vroeg rijpende meisjes ligt dit anders. Ze voelen zich vaak ongemakkelijk en anders dan hun
leeftijdsgenoten door de in het oog springende veranderingen van hun lichaam, zoals de ontwikkeling
van borsten.
o Late rijping:
Jongens, die kleiner en lichter zijn dan hun leeftijdsgenoten, worden minder aantrekkelijk bevonden.
Ze presteren ook vaak minder goed in sportactiviteiten. Ze worden minder gekozen door meisjes om
samen weg te gaan
Meisjes die later in de puberteit komen, worden tijdens de eerste jaren van de middelbare school
soms over het hoofd gezien bij afspraakjes en andere gemengde activiteiten. Als ze ouder worden,
zijn deze meisjes echter meestal meer tevreden over zichzelf en hun lichaam
- Verschil tussen lichamelijk en psychisch ontwikkelingsniveau
Een jongen die lichamelijk goed ontwikkeld is en bij de vrienden van zijn oudere zus een goede indruk maakt, heeft
soms moeite met het feit dat hij in een lagere klas zit.
- Afwijkingen van gewenste mannelijke of vrouwelijke kenmerken
Meisjes kunnen lijden onder een extreem sterke of geringe borstontwikkeling. Bij meisjes ziet men soms ook de angst
over hun lengte (“zal ik niet te groot worden” of “zal ik zo klein blijven?”) of over hun gewicht. Jongens maken zich
nogal eens zorgen over de lengte van hun penis.
- Het verschijnen van jeugdpuistjes (acne)
Relatief veel jongeren krijgen tijdens de puberteit last van puistjes op de huid van het gezicht, borst of rug. Jongeren
met puistjes hebben het gevoel niet populair te zijn. Ze voelen zich vaker onzeker. Deze kwaal is tegenwoordig zeer
goed te verhelpen met zalf en medicatie.
- Ook de eerste menstruatie en eerste zaadlozing lokken uiteenlopende psychische reacties uit bij jongens en meisjes:
o De eerste menstruatie (menarche) is een belangrijk teken van seksueel volwassen en vrouw zijn. Meisjes
hebben doorgaans gemengde gevoelens bij dit gebeuren.
o De eerste zaadlozing (spermarche) bij jongens, meestal ongeveer 2 jaar na het begin van de lichamelijke
veranderingen, signaliseert dat de seksuele rijping voltooid is
Het eigen lichaamsbeeld wordt sterk beïnvloed door sociale en culturele factoren: hoe wordt er binnen het gezin, tussen
leeftijdgenoten en in een cultuur met de lichamelijke veranderingen omgegaan?
Een lichaamsbeeld veronderstelt niet alleen dat iemand zichzelf op een bepaalde manier ervaart, maar het gaat ook over een
inschatting van het oordeel van anderen.
- Leeftijdgenoten (vrienden, vriendinnen en klasgenoten) spelen daarbij een belangrijke rol. Ze kunnen aanleiding geven
tot pesterijen en gêne.
- Ook maatschappelijke en ideële voorstellingen over het lichaam oefenen een substantiële invloed uit op het
lichaamsbeeld, vooral via de door media en mode voorgeschotelde ideaalbeelden.
4