Inleiding tot de heelkunde
Hoofdstuk 1: inleiding
1. Definitie
- Heelkunde = kunst om te helen
- Chirurgie = werken met de handen
- Aparte beroepstitel (eigen RIZIV nummer)
- = behandeling van medische aandoeningen d.m.v. een operatie/interventie
o Bv. tumoren, infecties, misvormingen, dysfuncties
2. Specialismen
- Snijdende disciplines ontstaan uit ‘algemene chirurgie’
o Algemene chirurgie
▪ Subdisciplines:
• Cardiale chirurgie
• Thoracale chirurgie
• Traumatologie
• …
o Plastische chirurgie
o Orthopedie
o Neurochirurgie
o …
3. Geschiedenis
- Ontwikkeling van heelkundige discipline door:
o Ontstaan van anesthesie
▪ Tandarts Morton: ether narcose (ingreep uitgevoerd door Warren)
o Ontstaan van asepsie
▪ Lister: carbolzuur
• Voor ontsmetting wonden & ontsmetting handen voor en na
operatie
▪ Halsted: chirurgische handschoenen
o Ontstaan van bloedgroepen en -transfusie
▪ Landsteiner
o Ontstaan van vaatanastomose
▪ Carrel
• Hierna: ontwikkeling van perfusiepompen
- Chirurgische namen:
o Bv. Billroth → gastrectomie
o Nissen → antireflux operatie
o Kocher → maneuver, incisie & klem
1
, Hoofdstuk 2: de chirurg & zijn werk
1. Doel van heelkundige interventies
- Herstel van opgelopen schade (na trauma)
- Acute levensbedreiging afwenden (bv. spanningspneumothorax)
- Langere levensverwachting (bv. hartfalen → harttransplantatie)
- Herstel van fysische dysfunctie (bv. liesbreuk)
- Herstel van psychische dysfunctie ‘body image’ (bv. pectus excavatum)
- Behandeling van chronische pijn (coxartrose → heupprothese)
- Verbetering van levenskwaliteit (bv. niertransplantatie)
- Werkhervatting bespoedigen
2. Multidisciplinaire samenwerking
- Team van chirurgen functionerend in wachtsysteem (peers)
o Bv. chirurg + masterstudenten + artsen in opleiding
- Over competenties heen (internist + chirurg)
- Werken in zorgprogramma
o Uitgeschreven traject per pathologie
- MOC: Multidisciplinair Oncologisch Consult
o Wekelijkse bespreking
- Chirurgische competenties verenigen bij complexe ingrepen
o Bv. tumoren met vaatinvasie: + vasculaire chirurg
- Preop controle + perop monitoring: anesthesist
- Postop nazorg: anesthesist en/of intensivist
o Afhankelijk of patiënt naar ICU gaat
- Andere gezondheidszorgwerkers
o Verpleging, kinesist, sociaal assistent, psycholoog…
3. Heelkundige klinische activiteiten
- Patiëntencontacten: spoedgevallen, raadpleging, afdeling
o Patiënten van chirurg liggen vaak op verschillende afdelingen
- Pre-operatieve evaluatie & oppuntstelling
- Planning van ingrepen in functie van ernst/urgentie
- Operaties uitvoeren
- Post-operatieve nazorg
- Post-operatieve follow up: raadpleging
- Chirurgen zetelen vaak in adviesorganen van overheid
- Bijscholing:
o CME: continuous medical education
o CPD: continuous professional development
- Accreditering: bijscholing (per jaar aantal credit points behalen) + deel uitmaken van LOK
groep (= lokale kwaliteitscontrole)
- Recertificatie (enkel in VS): je studeert af maar beroepstitel telt maar voor 10 jaar
(hierna terug examens afleggen)
2
,4. Heelkundige houding
- Indicatiestelling voor operaties op basis van EBM
o Niet om eigen kundes te laten zien
o Altijd in belang van patiënt
- Chirurg ≠ technicus
o Rekening houden met hele medische toestand + sociale & familiale context
- Geen nine to five job
o Spoedoperaties etc.
o Kan aanleiding geven tot familiale & sociale implicaties
- Fysiek zwaar beroep: lang rechtstaan, nachtwerk, stress
- Verantwoordelijkheid opnemen voor uitgevoerde ingreep
- Bezorgd zijn om postoperatief verloop: dagelijks gaan kijken
- Beslissingen niet overlaten aan anderen
- Chirurg = best geplaatste arts op post-op complicaties te onderkennen
o Hij weet als enige waar en wanneer het kritisch moment van de ingreep was &
wat er kan mislopen
Hoofdstuk 3: de heelkundige patiënt
1. Profiel van de heelkundige patiënt
- Heelkundige ingreep: op elke leeftijd mogelijk
o Pasgeborenen: correctie van congenitale afwijking
o Kinderen/jongeren:
▪ Trauma (wonden, fracturen…)
▪ Locomotorisch (pectus, scoliose)
▪ Infecties (appendicitis, empyeem)
▪ Tumoren (sarcomen, kiemcel, lymfoma…)
o Ouderen:
▪ Tumoren (borst, prostaat, long, colon, huid)
• Oncoloog geneest patiënt meestal maar chirurg neemt biopsie,
eventueel resectie
▪ Degeneratieve aandoeningen (galblaas, liesbreuk, heup, knie)
• Opgetreden tijdens het leven
▪ Vasculaire problemen (aneurysma, endoprothese, varices)
▪ CAVE: aandoening bij ouderen leidt vaak tot co-morbiditeit
2. Heelkundig risico
2.1 RISICO VOOR PATIËNT
- Elke interventie heeft een risico
o Maar wie niets doet, maakt geen fouten tenzij door niets te doen
- Soms: risico nemen = noodzakelijk
- Ongewilde neveneffecten
3
, o Bv. druk op nervus phrenicus, nervus phrenicus wordt weggenomen, patiënt
wordt kortademig (want 1 deel van diafragma werkt niet meer)
- Onverwachte verwikkelingen (zie later)
o Kan aanleiding geven tot verlenging van tijd in ziekenhuis
o Soms blijvende schade
- Onverwacht overlijden
2.2 RISICO VOOR CHIRURG
- Negatieve reclame
- Medisch ongeval vs. medische fout
- Burgerlijke aansprakelijkheid
2.3 ANGST BIJ PATIËNT
- Angst voor:
o Dood
o Ondraaglijke pijn
o Verminking
o Prognose
- Arts moet patiënt met kennis van zaken:
o Geruststellen
o Nodige bedenktijd geven
o Nooit ingreep opdringen
3. Geïnformeerde besluitvorming (shared decision)
- Definitie: gezamenlijk tot beslissing komen rekening houdend met ziekte-inzicht, mentale
draagkracht, fitheid voor ingreep
- Hiërarchie arts-patiënt = verouderd
- Patiënt: vaak medische info via internet
- Arts:
o Voor- en nadelen van ingreep bespreken met patiënt
o Risico’s & complicaties aanhalen
o Alternatieve overlopen: conservatief vs. heelkundig risico
o Huisarts & verwijzende arts verwittigen & op hoogte houden
o Familie verwittigen na ingreep/bij verwikkelingen/bij overlijden
4. Geïnformeerde toestemming
- Definitie: akkoord vragen van patiënt/vertegenwoordiger bij elke interventie
o - Wet patiëntenrechten
- In bijzijn van anderen (bv. familie, verpleging)
- Arts noteert ‘mondelinge’ toestemming in dossier
- Schriftelijke toestemming: geen vereiste
o Tenzij experimentele behandeling of ouders voor kind
- Na ingreep: mogelijke problemen/verwachte verwikkelingen bespreken met patiënt &
familie
o Voorkomen van juridische problemen
- Spreek nooit over ‘fouten’
4