Op basis van zwangerschapsduur:
Aterm: 37-41 6/7 weken
o Early term: 37-37 6/7 weken 2. Preterm:
Late preterm: 34-36 6/7 weken
o Moderatly preterm: 32-33 6/7 weken
o Very preterm: <32 weken
o Extremely preterm: <28 weken
Postterm:
o Postterm/serotien: ≥41 6/7 weken
Op basis van geboortegewicht:
Geboortegewicht:
o Low birth weight infants (LBWI): <2500 g
o Very low birth weight infants (VLBWI): <1500 g
o Extremely low birth weight infant (ELBWI): <1000 g
Geboortegewicht in verhouding tot zwangerschapsduur:
o Small for gestational age (SGA): <P3 = dysmaturiteit
o Appropriate for gestational age (AGA)
o Large for gestational age (LGA): >P97 = macrosomie
Transitie bij geboorte
Transitie intra- naar extra-uterien
Succesvolle transitie bij geboorte is afhankelijk van belangrijke
fysiologische veranderingen die zich voordien bij de geboorte
Gewoonlijk probleemloos verloop
,Foetale circulatie en oxygenatie
Gasuitwisseling: placenta
Longen: hoge vasculaire weerstand
o hoge vasculaire weerstand = hoge vaatweerstand, bloed gaat
bijna niet naar longen maar wel naar rest van lichaam
Hart: beide harthelften werken parallel (pompen gezamenlijk een
bepaald debiet vooruit)
Rechts-links shunting in het hart
o Shunting: bloed van ene helft van hart naar andere helft van
hart dus dar zuurstofarm en zuurstofrijk bloed gemengd wordt
Hypoxisch milieu:
o = zuurstofarm milieu
Foetaal hart
Placenta
Krijgt zuurstofarm bloed via twee aa. umbilicales
vanuit de foetus
Afvoer van zuurstofrijk bloed via één v.
umbilicalis naar de foetus
o Gaat deels naar de embryonale/foetale
lever
o Gaat deels via de ductus venosus naar de
vena cava inferior
Via V umbilicalus zuurstofrijk bloed naar foetus
Zuurstofrijk bloed naar RA gaat door gat (foramen ovale) naar LA, en
zo naar LV en naar grote bloedsomloop
Ductus arteriosus (!) verbinding met boog aorta waardoor bloed meteen in
grote bloedsomloop komt (want longen werken niet dus heeft het geen zin
om bloed naar longen te sturen)
Maakt een omweg rond de longen:
Via Foramen ovale
Opening tussen de atriae in het interatriale septum
Wordt de fossa ovalis binnen paar dagen na geboorte
Via Ductus arteriosus
Tussen truncus pulmonalis en aorta
Beide doorgangen sluiten zich na de geboorte
OMDAT de bloedtoevoer door de longen (de longen zijn immers nog
samengevouwen) beperkt is
,Navelstreng: 1 vene en 2 arteriën
Vene: zuurstofrijk bloed van placenta naar foetus via ductus
venosus (deel O2 wordt daar opgenomen)
Langs vena cava naar rechterhart, via foramen ovale en ductus
arteriosus naar aorta naar lichaam
Neonatale circulatie en oxygenatie
Gasuitwisseling: longen
Longen: lage vasculaire weerstand
Hart: beide harthelften werken in serie (pompen
achter elkaar het zelfde, totale debiet vooruit)
Verdwijnen van de shunts
Normale PaO2 60-80 mmHg
Neonataal hart
Vena cava zuurfstofarmbloed in rechterhart
longslagader longen gasuitwisseling vindt plaats
zuurstofrijk bloed via longvenen linkerharthelft aorta
rest lichaam
Zuurstofarm bloed van RV naar arteria pulmonalis
Zuurstofrijk bloed via venae pulmonales naar LA
Zuurstofrijk bloed van LV naar aorta LV
Zuurstofarm bloed via de venen naar de vena cava inferior en
superior
Transitie bij geboorte
Succesvolle transitie:
1. Klaring van het alveolaire vocht = vruchtwater uit longen:
a. Arbeid
b. Initiële ademteugen
c. Thoracale druk bij vaginale partus (minder belangrijk)
2. Long expansie = longen gaan openen, longbloedvaten gaan open en
dus lagere vaatweerstand
3. Circulatoire veranderingen:
a. Daling van pulmonale vasculaire weerstand (door
longexpansie) = daling vaatweerstand
b. Toename van pulmonale bloed flow = toename
bloeddoorstroming longen
c. Toename van systemische druk (door afklemmen van ns) =
toename vaatweerstand of druk in rest van lichaam
d. Verminderen rechts-links shunt door ductus arteriosus = bloed
vanuit rechterhart minder makkelijk naar rest lichaam en
makkelijker naar longen
, Risicofactoren voor problemen bij transitie
Indicaties voor aanwezigheid van pediater bij bevalling:
1. Antepartum factoren (voor de bevalling):
Maternale factoren:
o Leeftijd van de moeder
o Zwangerschapscomplicaties: diabetes, hypertensie...
o Maternaal druggebruik
o Maternale voorgeschiedenis
Foetale factoren:
o Prematuriteit
o Hydrops foetalis
o Congenitale afwijkingen
o Meerlingzwangerschap
2. Intra-partum factoren (tijdens de bevalling):
Dwars- of stuitligging – sectio caesarea
Chorioamnionitis (infectie van vliezen en vruchtzak)
Meconiaal vruchtwater
Kunstmatige verlossing
Tekens van foetale nood: CTG of scalp pH
3. Neonatale factoren:
Suffe pasgeboren
Perinatale asfyxie
Geboortetrauma
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lorahertens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.