Werk en welzijn – januari 2023 1
WERKGELUK
GESCHIEDENIS VAN WERK(GELUK)
In het verleden werd werk nooit ingericht voor het individuele geluk – het diende altijd een andere meester
1. Prehistorie - Opsplitsing tussen vrije tijd en werk bestond niet, want het leven was het werk
- Jager-verzamelaars trekken rond
- Wat “gevangen” wordt, werd gedeeld
- Geen verwachting van geluk maar van overleven
2. Landbouw- - Sedentair (vaste plek), domesticeren (bv. koeien voor jezelf houden) en opslag
revolutie voor de winter
ð Meer opbrengst en voedseloverschotten, zodat ze niet steeds moeten jagen
ð Succes voor biologisch overleven met enorme bevolkingstoename
- Maar! Dit zorgde wel voor een daling in quality of life
ð Psychologische neerlaag, want bv. angst en onzekerheid over het weer en de
oogst zorgt voor “moeten”, plannen, hopen, werken …
- Werk werd dan ook meer gezien als straf of vernedering, want de kasteelheer
moest niet werken; anderen deden dat voor hem en zijn dus minder waard
Werk en geluk worden gescheiden
Wel geluk: buiten werken, oogst zien groeien, planten en dieren verzorgen
- Morele en religieuze geboden, bv. 7 hoofdzonden: gemakzucht, want als jij niet
werkt, kan de kasteelheer niet leven
3. Steden en - Stedenontwikkeling
ambachten - Groepen spannen samen rond werk in gilden, bv. voor de bakkers
- Werken voor geld blijft een vorm van straf of slavernij
- Waarschijnlijk wel vorm van trots, tevredenheid, bestaanszekerheid
- Verlichtingsfilosoof Karl Marx (19e E): uit werk kan wel waardigheid en geluk
gehaald worden, maar er zijn enkele voorwaarden:
Goede arbeidsomstandigheden
Eerlijk loon
Afwisselend werk
Werk dat betekenis heeft door leed van anderen te verzachten of genot
vergroten (∞ sociaal aspect)
ð Hoop op gelukkig werkleven sijpelt door
4. Industriële - Stoommachines en aan de band werken, waardoor alles veel sneller kan, maar
revolutie iedereen een radertje in een groot geheel vormt
(1800-1920) Eindproduct niet zichtbaar
Weinig ambachtelijke kennis of vaardigheden, saai, repetitief, gespecialiseerd,
hoge tijdsdruk
- 6 dagen op 7 met lange shiften en geen vakantie – privé bestaat dus niet
- Gevaarlijke omstandigheden
- Daens: dit is niet oké, dat maakt mensen niet gelukkig
5. Tijdperk van - Na de oorlog, dus gevoel van veiligheid en stabiliteit in de wereld
tevredenheid - Veiliger, minder werkuren, vakanties, hogere lonen en compensatie/uitkering bij
(1950-1995) oa. ziekte
- Diensteneconomie vanaf ’70 => minder fysieke arbeid
- Werk en privé duidelijk gescheiden van elkaar
- Hoge tevredenheid op het werk
ð Werk is niet alleen maar LABOR (inspanning), maar ook OPUS (uitdaging en
zelfverwezenlijking)
- Latente deprivatiemodel (Jahoda – 1982) als gevolg van onderzoek in werkgeluk:
Geld is de manifeste functie van werk
,Werk en welzijn – januari 2023 2
Maar nog andere zaken waardoor mensen meer werkgeluk hebben (= latente
functies die minder snel opvallen)
§ Structuur in tijd
§ Opportuniteiten tot sociaal contact
§ Gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
§ Sociale identiteit (hoe je naar jezelf kijkt) en sociale status (hoe anderen
naar je kijken)
§ Zelfrealisatie, betekenisvolle activiteiten
Tegenkanting: werk zorgt niet sowieso voor een goede (mentale) gezondheid,
want niet alle werk is fijn of goed, kan ook zorgen voor stress, onzekerheid,
stigma, overbelasting …
§ Over het algemeen wel gelukkiger als je werk hebt
- Voordelen van werkgeluk voor bedrijf en individu:
Gemiddeld 2j langer werken bij een bedrijf
Minder absenteïsme
Broaden-and-build-effect: productiever, creatiever en breder denken => meer
oplossingen en beter samenwerken
ð Bouwt mentale reserve/veerkracht op voor bij mindere momenten
ð Gelukkiger zijn op het werk kan dus een positieve ‘loop’ creëren
Emotional spill-over (rechtstreeks effect)
6. Tijdperk van - Werk biedt potentieel veel levensgeluk
hoge - Hoge verwachtingen:
verwachtingen Goed loon en extralegale voordelen, bv. bedrijfsauto, ecocheques …
(1995-nu) Voldoende vakantie
Leuke collega’s
Toffe en zinvolle job
Mogelijkheid op bijleren en promotie
…
WERKGELUK: HET CONCEPT
Werkgeluk (WG) - Ben je gelukkig op het werk?
- Ben je tevreden op je werk?
- Vind je je werk leuk?
ð Geen goede definitie, dus splitsen we werkgeluk op in 2:
Hedonistisch werkgeluk (HWG) Eudemonisch werkgeluk (EWG)
= werk waar je genot (‘hedone’) uit haalt = werk waar je een goede werkgeest uit haalt
- Maximaliseren van plezier en minimaliseren van - Zorgt voor zelfontplooiing en flourishing; de
pijn verwezenlijking van iemands potentieel
- Geen te grote projecten of inspanningen - ZInvolheid, engagement, interesse, autonomie,
waarvoor je moet zwoegen enthousiasme, betekenis, flow, competentie …
- Streven en ijveren, veel tijd en energie steken in
het bereiken van werkdoelen, zelfs pijn leiden
hiervoor
Ijveren zonder te genieten of genieten zonder te ijveren is een gebrekkige geluksstrategie
ð De combinatie van deze 2 soorten werkgeluk is ideaal (WG = HGW + EGW)
Maar EWG niet altijd haalbaar in een werkdomein, niet iedereen heeft hier behoefte naar en het is
ook buiten het werk te vinden in oa. hobby’s
HGW en EGW zijn beide ook op te splitsen, dus
eigenlijk:
WG = HGW + EGW
ð WG = TV + (PA>NA) + AE + ZV
,Werk en welzijn – januari 2023 3
HEDONISTISCH WERKGELUK (HWG)
TEVREDENHEID (= EVALUATIEF)
“Ben je alles bij elkaar genomen tevreden over je werk?” (ja/nee)
“Hoe tevreden ben je in het algemeen over je werk op een schaal van 1 tot 10?”
ð Meeste mensen kunnen hier snel op antwoorden, wat speelt er in de evaluatie?
Cognitief-evaluatief proces: nadenken en oordelen
Gevoelsmatige component, daarom ook een positieve correlatie met werkplezier
Vereist een vogelperspectief, wat niet makkelijk is voor iedereen
ð Meestal stabiel over de jaren heen, niet afhankelijk van affect op het moment van de vraag
Werktevredenheid is fundamenteel voor werkgeluk, maar het is maar een minimum, want mensen hebben
hiervoor een lage verwachtingsgraad en de tevredenheid is afhankelijk van:
- Zelfbedrog (‘goed genoeg’, feit dàt je überhaupt werk hebt à ik zal wel tevreden zijn)
- Genen, want men merkt onderlinge verschillen tussen mensen in algehele tevredenheid voor 30%
- Omgevingsfactoren (5):
Loon
Evenwicht werk-privé
Veiligheid en gezondheid op werk
Relatie met baas en collega’s
Interessant werk
Welke cijfers meten we?
- Indien binair gesteld (ja/nee): 91% tevreden
- Indien op schaal van 1-10:
8-9-10: 43%
ð En dus 75% (heel) tevreden
6-7: 29%
<5: 28%
ð Logisch, want er zijn bij ons hoge normen voor werkomstandigheden, men is niet werkloos en krijgt vaak
een deftig loon, dus mensen lezen het eerder als “Bent u tevreden DAT u een baan hebt?”
WERKPLEZIER (= AFFECTIEF)
“Hoe vaak heb je goede gevoelens terwijl je werkt en hoe vaak slechte?”
“Als je 100 voorbijgaande gevoelens zou hebben op een typische werkdag, hoeveel daarvan zijn
positief/negatief?”
ð Gevoelens hebben een functie op het werk
ð Niet stabiel!
ð Men kan gelijktijdig goede en slechte affecten ervaren, maar meestal neemt één de bovenhand
2 dimensies in het werkplezier: prettigheid en
activerend/prikkelend
- Verwachting vandaag is om zowel positieve als
activerende emoties te ervaren
- Tegenwoordig zitten we vaak net iets meer naar
rechts: matig prettig maar sterk activerend
- In het verleden werd er sterk ingezet op stress:
werk mocht niet prettig zijn maar wel prikkelend,
want dan zou er beter gewerkt worden
Doel is dus om meer positieve dan negatieve
affecten/gevoelens te hebben – hoe?
- Lachen met collega’s, klanten …
- Erkenning van je supervisor, collega, klant …
- Fijne werkomgeving, bv. daglicht via ramen, groen
- Mogelijkheid op dingen afwerken of progress
ð Maar let op, want frequentie van de positieve/negatieve emoties is belangrijker dan de intensiteit!
, Werk en welzijn – januari 2023 4
Hoeveel PA? Hoeveel NA?
- Ideaal is minstens 2 van de 3 gevoelens als - Negatieve emoties moeten er ook zijn op korte
positief ervaard worden (dus minstens 67% PA) termijn, voor voordelen op lange termijn
- Aanwezigheid van PA zorgt niet automatisch - 67% PA, dus <33% NA tijdens de werkdagen
voor afwezigheid van NA! - Minstens 8% negatieve gevoelens nodig voor
goed functioneren
ð Niet blind inzetten op genotsmaximalisatie, wel op een optimale(re) verhouding PA/NA: hou PA tussen
67 en 92%
Werkplezier is bovendien ook afhankelijk van…
- Affectieve stijl: is de persoon van nature meer geneigd tot NA of eerder PA?
- Extravert of neurotisch: want zij schommelen meer tussen PA en NA dan introverte mensen
- Omstandigheden, bv. land waarin je leeft en mate van vrijheid; mogen vrouwen studeren?, hoeveel belang
wordt er gehecht aan geluk?, worden geslachten gescheiden op werk?
Welke cijfers meten we?
- Bij een ranking van 40 dagelijkse activiteiten wordt werk op 39 gezet, terwijl dingen die minder plezierig
lijken (bv. in de rij/file staan) zelfs hoger staan!
ð Mensen ervaren werk vaak als niet plezierig
- Genot lijkt te dalen zodra je met het werk start – met als minst aangename tijd contact met baas
ð Goede gevoelens tijdens het werk bestaan, maar verbleken bij plezier uit het privéleven (en als het daar
ook niet goed loopt …)
EUDEMONISCH WERKGELUK (EWG)
ACTIEF ENGAGEMENT (AE)
= duurzame, positieve en vervullende staat van actieve betrokkenheid bij je baan, toegewijd aan je organisatie
en haar doelen – afhankelijk van:
- Eudemonische persoonlijkheid (oriëntatie):
Joboriëntatie: persoon die een job heeft om geld te verdienen en omdat iedereen werkt, weinig AE
Carriéreoriëntatie: meer AE, maar beperkte toewijding, enthousiasme en intrinsieke motivatie
Roepingsoriëntatie: veel AE, zowel positief als activerend, dus positief gerelateerd met werkplezier
- Omstandigheden
Werk dat op je maat en lijf geschreven is (een goede match)
Vrijheid, verantwoordelijkheden, groei- en leermogelijkheden en ondersteuning door mensen en
middelen
Welke cijfers meten we?
- 12% is actief geëngageerd, 66% niet geëngageerd en 22% actief ongeëngageerd
ZINVOLHEID (ZV)
= stabiel gevoel dat je via werk bijdraagt, iets waardevols en goed doet, meer dan gewoon ‘nuttig’ werk, maar
lijden verminderen en/of vreugde verhogen – afhankelijk van:
- Aard van de activiteit: sociaal-maatschappelijk, verzorgend, onderwijzend en beschermend
- Organisatie: baan bij overheid
- Value match tussen de maatschappelijke doelen van de organisatie en je eigen waarden en levensdoelen
- Strengths match: match in de talenten die je kan inzetten in je werk
- Eindresultaat te zien krijgen en de tevredenheid/blijheid van de eindgebruiker
- Roepingoriëntatie: talenten inzetten om de wereld beter te maken als je roeping zien
ð Soms moeilijker terug te vinden, maar kan overal gestimuleerd worden, bv. bandmedewerker het
eindresultaat tonen, laten proberen
Zinvolheid staat onder druk!