100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
samenvatting praktische economie module 2 vraag en aanbod €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting praktische economie module 2 vraag en aanbod

 0 keer verkocht
  • Vak
  • Niveau

samenvatting van het boekje vraag en aanbod van de module praktische economie. Vwo niveau klas 4/5/6. Deze samenvatting gaat over de soorten goederen op de markt, de vraaglijnen en met daarbij de marktevenwichten met een evenwichtsprijs en een evenwichtshoeveelheid. Er zitten voorbeelden uit het bo...

[Meer zien]

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 6 januari 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • 4
avatar-seller
Economie samenvatting module 2, vraag en aanbod

Hoofdstuk 1
Paragraaf 1

Wet van de vraag= hoe hoger de prijs, hoe kleiner de gevraagde hoeveelheid

Individuele vraag= het aantal eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een bepaalde
prijs

Uit de individuele vraag volgt de individuele betalingsbereidheid= de maximale prijs die een
consument wil betalen voor 1 product bij een gegeven aantal

Discrete vraag= vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een geheel aantal is

Continue vraag= vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een reëel getal is

Vraaglijn= lijn die het verband aangeeft tussen de gevraagde hoeveelheid en de prijs

 individuele vraaglijn= vraaglijn van 1
consument.




Consumentensurplus= alle individuele consumentensurplus samen

Berekening consumentensurplus= 0,5 x (5-2) x 3= 4,50




5 factoren die de individuele vraaglijn beïnvloeden:

1. Individuele voorkeuren; iemand met een bepaalde voorkeur voor een product is bereid meer
te betalen dan iemand zonder die voorkeur, de vraaglijn verschuift naar rechts 
2. Beschikbare budget; meer budget betekend vaak een grotere vraag, de vraaglijn verschuift
naar rechts 
3. Substitueerbare producten; voorzien in bevrediging van dezelfde behoeftes. Bijvoorbeeld;
een appel en peer voorzien beide de honger. De individuele vraag vermindert als er
substituten bestaan. De vraaglijn verschuift naar links 
4. Complementaire producten; producten die alleen in combinatie met elkaar een behoefte
kunnen bevredigen. De betalingsbereidheid voor 1 product neemt toe als het
complementaire product al in bezit is. De vraaglijn verschuift naar rechts 
5. Exogene factoren; omstandigheden waar een consument geen invloed op heeft, zo stijgt de
vraag naar ijsjes met mooi weer. De vraaglijn verschuift naar rechts 

Paragraaf 2

, Collectieve vraag= optelsom van alle individuele vragen binnen een bepaalde groep.

Producenten hebben de collectieve vraag nodig om de prijs te bepalen

Afzetgebied= gebied waar een producent zijn producten verkoopt

Alle individuele vraaglijnen geven samen de collectieve vraaglijn (prijs-afzetlijn), een verandering
van de prijs geeft een verschuiving LANGS de vraaglijn

De 5 invloeden op de individuele vraaglijn gelden ook bij de
collectieve vraaglijn.



Collectieve
consumentensurplus= alle individuele consumentensurplus
opgeteld.

- Hoe meer mensen een product kopen, hoe groter
het consumentensurplus.



Paragraaf 3

Omzet= prijs x gevraagde hoeveelheid (p x qv)

Een producent gebruikt de prijselasticiteit om zijn prijs te bepalen

- Prijselasticiteit= hoeveel procent de gevraagde hoeveelheid verandert als gevolg van een
prijsverandering

Prijselasticiteit= % verandering van de gevraagde hoeveelheid/ % verandering prijs

0 t/m -1= inelastisch (als de producent zijn prijs verhoogt, zal de omzet stijgen)

-1 t/m oneindig=elastisch (als de producent zijn prijs verhoogt, zal de omzet dalen)

0 t/m oneindig (+)= giffengoederen (door een prijsstijging wordt er meer verkocht, bijvoorbeeld; bij

er wordt meer brood verkocht als de prijs van vlees stijgt

kruislingse prijselasticiteit= % verandering gevraagde hoeveelheid/ % verandering prijs ander
product

 + = door een prijsverhoging van product A neemt de vraag naar product B toe
(substitueerbare goederen)
 - = door een prijsverhoging van product A daalt de vraag naar product B (complementaire
goederen)
 0 = product A en B hebben geen invloed op elkaar

Paragraaf 4

Inkomenselasticiteit= % verandering gevraagde hoeveelheid/ % verandering inkomen

>0 = normale goederen (er wordt meer gekocht als het inkomen stijgt) (bv. Huur, frisdrank)

<0 = inferieure goederen (er wordt minder gekocht als het inkomen stijgt) (bv. Huismerk producten)

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosbroere. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd