Communiceren
1. Theorie van de communicatie
1.1. Inleiding
Communicatie = Interactie
-> Nooit éénrichtingsverkeer
In de zorg: comm. moet aansluiten op de specifieke situatie van elke zorgvrager
-> Luisteren naar de noden, wensen en behoeften
1.2. Basismodel van de communicatie
SMCR-model (Sender, message, channel en receiver) -> Door Amerikaan David Berlo
-> 8 componenten:
1) Zender “Geen begin of einde aan
2) Encodeerproces communiceren”
3) Boodschap (= de informatie)
4) Kanaal (= het middel)
5) Decodeerproces
6) Ontvanger
7) Feedback (= eventuele reactie)
8) Ruis (= lawaai)
Encoderen = Verbale en non-verbale symbolen
selecteren en rangschikken zodat ze begrijpbaar worden
voor de ontvanger
Decoderen = De boodschap ontleden / vertalen om ze correct te kunnen begrijpen en interpreteren
Ruis = concurrerende stimulus of storing die interfereert in het communicatieproces, intern of extern
-> vb 1: Tijdens het communicatieproces dagdromen = interne ruis
-> vb 2: Achtergrondlawaai tijdens het proces = externe ruis
1.3. Basisbegrippen
1.3.1. Verbaal, para-verbaal en non-verbaal
1) Verbaal
- Via taaltekens (gesproken of geschreven woord)
- Vertalen van de ene taal naar de ander lost niet alles op
- Woorden hebben vak geen éénduidige betekenis
- Miscommunicatie gebeurd vaak
2) Para-verbaal
- Klank, intonatie, volume en mimiek die we gebruiken
- Persoonlijke nuancering die aan communicatie w toegevoegd
- Ondersteund de verbale communicatie
- Heeft veel invloed op wat we zeggen
3) Non-verbaal
- Lichaamstaal
1
, - Oudste manier van communiceren
- Kanaal om emoties, oordelen en verwachtingen te uiten
- 5 vormen:
1. Gelaatsuitdrukking
2. Uiterlijk
3. Lichaamshouding
4. Aanraking
5. Gebaren
1.3.2. Metacommunicatie en het betrekkingsniveau
Metacommunicatie
= Communiceren over de communicatie
-> Gesprek gaat over de manier waarop een gesprek verloopt
Vb: “Voordat we het gesprek gaan afronden, wil ik toch nog even vragen hoe je dit gesprek vond.”
=> Metacommunicatie geeft professionals de mogelijkheid om het gesprek te sturen
Betrekkingsniveau
= De manier waarop iemand communiceert met een ander
Vb:
- Een lerares komt haar klas binnen en zegt: “Er ligt een papiertje op de grond”.
-> Een leerling kijkt naar de grond en zegt: “Ai, sorry mevrouw”.
- Een lerares komt haar klas binnen en zegt: “Er ligt een papiertje op de grond”.
->Een leerling kijkt naar de grond en zegt: “Dat is een buskaartje”.
- Een lerares komt haar klas binnen en zegt: “Er ligt een papiertje op de grond”.
-> Een leerling kijkt naar de grond en draait zich om.
1.3.3. Sociale afstand
Mens = sociaal wezen => sociaal contact geeft ons een goed gevoel
Iedereen heeft een persoonlijke ruimte (bubbel)
-> Geeft aan op welke afstand wij met een ander willen communiceren
-> Lijkt op een onzichtbare zandloper
- Ongemakkelijk als er ons ‘in de rug’ of frontaal (‘in de ogen’) w benaderd
- Benadering van de zijkant w vaak minder ongemakkelijk ervaren
Sociale afstand = afstandsgrens tijdens communicatie
-> 4 zones in de afstand tussen mensen (Edward T.):
1) Intieme zone (onder 50cm)
-> Partner en familie
-> wederzijds vertrouwen
-> Troostend, intens en emotioneel gedrag
-> Tast & spraak
2) Persoonlijke zone (50cm - 150cm)
-> Vrienden en bekenden
-> Spraak, minder tast
2
, 3) Sociale zone (150cm – 300cm)
-> Onpersoonlijke, formele en zakelijke communicatie
-> Geen lichamelijk contact
4) Publieke zone
-> Communicatie naar groepen
-> Toespreken van publiek
1.3.4. Intentie en effect
Veelvoorkomende misverstanden:
De intentie wordt slecht verwoord en het effect is anders dan men bedoeld had. Goede
bedoelingen hebben niet altijd het gewenste effect.
o Voorbeelden:
- De arts gebruikt vakjargon met de bedoeling een zo accuraat mogelijke uitleg te
geven aan een patiënt. De patiënt beschouwt dit als afstandelijk en hooghartig
gedrag en reageert met irritaties.
- Je wil je vriend aangenaam verrassen en ruimt zijn bureau op.
- wil contact leggen met iemand en je vraagt hem/haar hoe het gaat. Je toon klinkt
een beetje bevelend of bars. Het effect zal anders uitvallen dan je beoogt
Soms drukt men non-verbaal iets uit zonder daar de minste bedoeling mee te hebben, terwijl
men toch een effect bereikt
o Voorbeelden:
- Je geeuwt tijdens een gesprek
- Je verschijnt niet op een afspraak
- Je drinkt een Duvel op een receptie
- Je zegt geen goedemorgen wanneer je op school aankomt
- Je rookt in gezelschap
=> We hebben niet altijd de controle over de betekenis die de
ander geeft aan je gedrag.
=> Misverstanden kunnen ontstaan wanneer je geen
onderscheid maakt tussen de intentie achter jouw
communicatie en het effect op de ander
2. Gespreksmodellen
4 basismodellen
-> onderscheid tussen taakgerichte (stoornisgerichte) communicatie en relatiegerichte
communicatie
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper alfleurinck. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.