In mijn beknopte maar belangrijke samenvatting vindt u alle elementen die vermeld werden tijdens de les. Ik vind het belangrijk dat een samenvatting niet teveel pagina's heeft maar dat er alleen nuttige informatie instaat. Is dit ook waar u naar opzoek bent? twijfel dan niet! LET OP!!! Oefeningen d...
1. Boekhoudsystemen
1.1 Volledige boekhouding
- Die aangepast is aan de aard en omgang
- Die volledig is
- Door middel van een stelsel van boeken en rekeningen
- De gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden
1.2 Vereenvoudigde boekhouding
Ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren, hoeven alleen een financieel dagboek
en een aan-en verkoopboek bij te houden en een inventaris op te stellen.
2. Indeling van de ondernemingen volgens groottecriteria
2.1 Ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren
‘Zeer kleine ondernemingen’. Het zijn natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit
uitoefenen waarvan de omzet, exclusief btw, over het laatste boekjaar, €500 000 niet overtreft.
Kleine vennootschappen mogen een jaarrekening opstellen volgens het ‘verkorte model’.
Microvennootschappen mogen een jaarrekening opstellen met nog minder toelichtingen.
2.2 Ondernemingen die een volledige boekhouding moeten voeren
De grote vennootschappen. Zij moeten een volledige boekhouding voeren volgens het ‘volledige
model’
3. Enkele boekhoudprincipes
3.1 Principe van de periodiciteit: het begrip ‘boekjaar’
- Een boekjaar valt niet noodzakelijk samen met het burgerlijk jaar
- Het loopt normaliter over twaalf maandag
- Voor startende ondernemingen kan het eerste boekjaar langer of korter zijn de twaalf maand
3.2 Principe van de verantwoordingsstukken
Wat ‘registreert’ men in de boekhouding?
In de boekhoudingterminologie zegt men dat men alle ‘verrichtingen’ registreert. Een verrichting is
elke gebeurtenis die een wijziging meebrengt aan een bestanddeel van het vermogen.
3.2.1 Interne en externe verantwoordingsstukken
extern: een geschrift dat bewijskracht heet tegenover derden en een boeking staaft
intern: ook een geschrift die door een personeelslid werd opgesteld voor intern gebruik, komt in
aanmerking als een verantwoordingsstuk
3.3 Principe van de boekhoudkundige entiteit
De boekhouding moet zo worden gevoerd alsof de onderneming een zelfstandige entiteit is, met
eigen bezittingen, schulden, rechten en plichten. Deze zijn te onderscheiden van de bezittingen,
schulden, rechten en plichten van haar eigenaar.
3.4 Principe van het getrouwe beeld
De boekhoudwet zegt dat bij het einde van het boekjaar een jaarrekening moet worden opgesteld
die een “getrouw beeld geeft van het vermogen, de financiële positie en het resultaat”, m.a.w. de
jaarrekening moet een waarheidsgetrouw beeld geven en geen overtrokken beeld. Zij geeft “a true
and fair view”.
1
,Hoofstuk 2: de onderdelen van een jaarrekening
Een jaarrekening bestaat uit volgende delen:
- De balans geeft het vermogen van de onderneming weer op een bepaalde datum
- De resultatenrekening geeft een overzicht van alle opbrengsten en kosten van een onderneming
gedurende het voorbije boekjaar
- De toelichting verklaart verder bepaalde aspecten van de balans en resultatenrekening
1. De balans
De balans geeft het vermogen van de onderneming weer. De term vermogen verwijst ofwel naar de
bezittingen (activa) ofwel naar de financiering van de bezittingen (passiva).
Kenmerkend voor een balans is het balansevenwicht: de gelijkheid van het totaal der activa en het
totaal der passiva.
De balans wordt ingedeeld in een aantal rubrieken van activa en passiva. De rubrieken van het
actief worden gegroepeerd tot twee groepen en de rubrieken van het passief tot drie groepen.
1.1 Activa
Om haar doelstellingen te verwezenlijken moet de onderneming beschikken over middelen die ze
inzet bij haar activiteiten. We denken hierbij aan: gronden, gebouwen, bestelwagens, voorraden,…
Deze middelen zijn de bezittingen van de onderneming. Om over deze middelen te kunnen
beschikken is vermogen nodig. Elk van deze middelen legt tijdelijk beslag op vermogen. De som van
de waarden van alle middelen is het vermogen van de onderneming.
1.1.1 Oprichtingskosten
Dit zijn kosten die verbonden zijn aan de oprichting, de verdere ontwikkeling of de herstructurering
van de onderneming. het is toegestaan deze kosten te boeken als activa. Op die wijze kan men ze,
door afschrijvingen, spreiden over verschillende boekjaren.
1.1.2 Vaste activa
Deze vermogensbestanddelen zet de onderneming gedurende lange tijd in voorde bedrijfsuitbating.
Het is niet de bedoeling deze middelen om te zetten in geld.
De vaste activa worden ingedeeld in volgende soorten:
- Immateriële vaste activa
- Materiële vaste activa
- Financiële vaste activa
2
, A. Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa zijn middelen die gebruikt worden om de bedrijfsactiviteit gedurende
meerdere jaren te ondersteunen en die niet of minder tastbaar zijn.
Een licentie of het aankopen van een merk
B. Materiële vaste activa
Materiële vaste activa zijn tastbaar in de onderneming aanwezig. Ze worden meerdere jaren ingezet
bij het productieproces.
Terreinen en gebouwen
In deze rubriek worden de bebouwde en onbebouwde terreinen, de constructies daarop en de
inrichting daarvan opgenomen.
Installaties, machines en uitrusting
- Onder installaties verstaan we de uitrusting van het gebouw
- De machines worden meestal gebruikt om de afgewerkte goederen te produceren.
- De uitrusting omvat divers materieel en gereedschap. De inhoud verschilt van bedrijf tot bedrijf.
Meestal wordt computerhardware, print- en kopieermachines en smartphones als uitrusting
opgenomen.
C. Financiële vaste activa
Wanneer deelnemingen en aandelen in het kapitaal van andere ondernemingen worden
aangehouden, niet uit beleggingsmotief, maar om een structurele band te hebben met een andere
onderneming, dan behoren deze tot de vaste activa.
1.1.3 Vlottende activa
Deze vermogensbestanddelen zijn een onderdeel van de exploitatiecyclus, wat inhoudt dat het de
bedoeling is hen om te zetten in geld.
A. Vorderingen op meer dan één jaar
Dit zijn vorderingen op klanten ten gevolge van een verkooptransactie van goederen of diensten in
het kader van de gewone bedrijfsuitoefening.
B. Voorraden en bestellingen in uitvoering
Hieronder worden alle voorraden vermeld van grond- en hulpstoffen, goederen die bewerkt worden,
afgewerkte producten en handelsgoederen.
C. Vorderingen op ten hoogste één jaar
Dit zijn vorderingen op klanten ten gevolge van een verkooptransactie van goederen of diensten in
het kader van de gewone bedrijfsuitoefening.
D. Geldbeleggingen
Dit zijn beleggingen bij kredietinstellingen en effecten die met beleggingsdoeleinden aangekocht
werden en die niet het kenmerk hebben van financiële vaste activa.
E. Liquide middelen
De liquide middelen omvatten de gewone kasmiddelen en de tegoeden op een zichtrekening.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sjonnnie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
