Bestudeert de relatie tussen het functioneren van het brein en het menselijk gedrag, emotie en
cognitie. Zowel bij gezonde personen als personen met een hersenletsel.
Eigenlijk zijn er 2 takken binnen de neuropsychologie:
1. Experimentele/cognitieve neuropsychologie: focust op hoe cognitieve functies of mentale
processen zoals aandacht, geheugen, taal… verlopen en aangestuurd worden door de
activiteit van de hersenen. Men gaat de hersenprocessen via 2 processen bestuderen:
- Op structureel niveau: welke deelcomponenten/mentale processen zijn nodig voor een
bepaalde handeling?
- Dynamische/temporele aspecten: hoe verlopen mentale processen in de tijd?
2. Klinische neuropsychologie: bestudeert vooral het beschadigde brein en de diagnostiek en
behandeling ervan. (diagnostiek en rehabilitatie van de gevolgen van hersenbeschadiging).
Voorbeeld: ingesproken ppt (dia 6): eerst is men gaan zoeken of taal 1 proces is of bestaat uit
meerdere componenten en bestuurd wordt door meerdere hersendelen. → binnen het brein zijn er
4 modules die te maken hebben met taal.
Hersenen kunnen beschadigd raken. Het kan door CVA of een trauma zijn. Hierdoor ontstaan
stoornissen. Er zijn 3 soorten stoornissen:
1. Primaire neurologische stoornissen: treden op wanneer er een letsel is in de zenuwbanen
naar de hersenen of in de primaire cortexgebieden. (hemiparese; hemianesthesie = stoornis
in sensibiliteit; hemianopsie = gezichtsveldstoornis)
2. Neuropsychologische stoornissen / hogere functiestoornissen (afasie = taalstoornissen;
neglect = aandachtsstoornissen; amnesie = geheugenverlies)
3. Psychologische veranderingen (veranderingen in gedrag, stemming, persoonlijkheid…)
2.3 Beknopte historiek van de neuropsychologie
OUDHEID: hart – VS hersenhypothese
Men was al bezig met de vraag ‘waar zit de motor van het denken, voelen, handelen?’
Ene dachten dat het vanuit ons hart kwam (harthypothese). <-> Anderen zeiden dat het de hersenen
waren die alles aanstuurt (hersenhypothese).
,18e – 20e eeuw: lokalisationisme/lokalisatieleer VS holisme
Nadat men het eens was dat de hersenen ons gedrag aansturen, kwam de vraag hoe de hersenen
ons gedrag controleren? → 2 opvattingen: lokalisationisme VS holisme.
Lokalisationisme (frenologie): er zijn verschillende gebieden in de hersenen die instaan voor
verschillende functies. De hersenen worden verdeeld in stukjes en ieder gebied staat in voor een
specifieke functie. Als een hersengebied dat samenhangt met een specifieke cognitieve functie
beschadigd is, zal deze functie uitvallen. Frenologie zegt dat bepaalde hersengebieden gecorreleerd
zijn met specifieke aspecten van het gedrag. <-> holisme: het klopt niet dat slechts 1 gebied voor 1
functie instaat. Cognitieve functies zijn verdeeld over de hele cortex en werken als een eenheid. Bij
beschadiging kunnen de intacte hersengebieden compenseren.
Bewijskracht voor beide visies:
Broca: taal zit in 1 gebied: hij toonde aan dat de linkerhemisfeer een cruciale rol speelt in de
taalvermogens. Dit was de aanleiding om te veronderstellen dat de linker hemisfeer de dominante
hemisfeer is.
Wernicke: taal zit niet in 1 gebied, meerdere hersengebieden zijn erbij betrokken en verbonden met
elkaar, ze werken samen om taal te produceren. Een strikte lokalisatie van de taalfunctie blijkt dus
niet te kloppen.
In de 1e wereldoorlog onderzochten ze de hersenen: men bekeek waar een schotwonde/letsel was
en welke gevolgen er hiervan waren. Afhankelijk van de plek waar de kogel het brein binnenkwam en
beschadigde, werd een andere functie aangetast. Men kon hierdoor veel functies lokaliseren.
Penfield: gaat met een elektrode de hersenen stimuleren en bekijkt de gevolgen. Als hij in de
temporale cortex een elektrode stak, vielen bepaalde herinneringen weg, de elektrode op een
andere plek steken, zorgde ervoor dat de herinneringen terug waren. Het lijkt er dus op dat
specifieke geheugensporen dus toch gelokaliseerd zijn op specifieke plaatsen in de hersenen.
,H3: ENKELE BASISPRINCIPES VAN DE WERKING VAN HET BREIN
3.1 Informatieoverdracht in het brein (zie cursus bio p.15 – p.34)
VRAGEN/STELLINGEN:
Dia 6: fout: de neuronen zijn aanwezig, maar de verbindingen worden pas op latere leeftijd
aangemaakt.
Dia 7: juist: we werken in netwerken, en dus ook in lagen.
3.2 Het proces van bedraden… Breinarchitectuur
- Synaptogenese: het aanmaken van nieuwe verbindingen tussen hersencellen (er worden
heel veel verbindingen gemaakt)
- Myelinisatie: veel gebruikte verbindingen tussen hersencellen ontwikkelen. (hoe meer
verbindingen, hoe meer witte stof er ontstaat → dus hoe sneller de info wordt
overgedragen). Verbindingen die meer gebruikt worden, worden sterker en permanent.
Meer witte stof (=myeline) → snellere informatieoverdracht
- Synaptic pruning: het snoeien van ongebruikte en overtollige verbindingen tussen
hersencellen. Zaken die we niet meer gebruiken, vallen weg. Dat zorgt ervoor dat we ons
beter kunnen focussen en minder snel afgeleid zijn.
- Neuronale netwerken: een netwerk van verbindingen die verschillende hersenregio’s
met elkaar verbindt. Circuits ontstaan in specifieke regionen van het brein, maar
verbinden verschillende regio’s met elkaar. Metafoor: wegennetwerk (zie ppt dia 13
(foto hieronder)).
3.3 … en herbedraden. Neuroplasticiteit
Neuroplasticiteit: netwerken in de hersenen veranderen door organisatie en reorganisatie als
reactie op ervaring en sensorische stimulering. Hersenen kunnen veranderen van vorm,
kunnen bewegen (de hersenen kunnen veranderen door netwerken die zich reorganiseren).
Neuroplasticiteit wil niet zeggen dat er meer corticale cellen groeien, maar wel dat het brein
zichzelf opnieuw kan bedraden via synaptogenesis, synaptic pruning en myelinisatie. Er
kunnen dus nieuwe banen gecreëerd worden. We kunnen zelf invloed uitoefenen op ons
brein → waarom zo belangrijk? → we zijn in staat om onszelf bij te sturen. Voor onze job is
het belangrijk om anderen te kunnen bijsturen.
VRAAG: er zullen andere verbindingen worden aangemaakt in de breinen (om de
vaardigheden te kunnen uitvoeren).
, 3 vormen van neuroplasticiteit:
- Ervaringsonafhankelijke neuroplasticiteit: genetisch gestuurd, loopt bij iedereen
ongeveer gelijk
- Ervaringsverwachte neuroplasticiteit: ook genetisch gestuurd, maar er is een externe
stimulus nodig.
- Ervaringsafhankelijke neuroplasticiteit: blijft levenslang behouden. Deze plasticiteit
benoemt het proces waarin de hersenen door leefomstandigheden en keuzes die de
mens maakt, beïnvloed wordt.
De ontwikkeling van basisveiligheid en -vertrouwen (interactie met ouders leidt tot neurale
verbindingen die de basis vormen voor gedachten, gevoelens en gedrag).
Het belang van sensitief responsieve verzorgers voor gezonde hersenontwikkeling.
Aanhoudende stress belemmert hersenontwikkeling of leidt tot beschadiging.
P. 40 IN CURSUS SCHRAPPEN
Veranderingen in
- Bouw (receptoren)
- Gevoeligheid (sensitiviteit)
- Samenwerking tussen de hersengebieden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saraleuridan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.