Uitwerkingen taken Europese en Nederlandse Vennootschapsbelasting (toen: Fiscaal Concernrecht) - 2022/2023 - Compleet
118 keer bekeken 14 keer verkocht
Vak
Fiscaal Concernrecht (TAX4001)
Instelling
Maastricht University (UM)
Boek
Cursus Belastingrecht Vennootschapsbelasting 2022-2023
Bij uitstek het lastigste vak van de master Fiscaal recht. Dit document bevat uitgebreide en vooral ook juiste uitwerkingen van alle taken van het vak zoals dat gegeven is in het jaar 2022/2023. Bevat ook de nieuwe verliesregeling, ATAD 1, ATAD2 en de Wet op de Bronbelasting. Tevens inclusief recht...
Vera Pelle NV is de in Nederland gevestigde moedermaatschappij van een internationaal
kledingconcern, waarvan de aandelen aan verschillende Europese effectenbeurzen staan genoteerd.
In 2009 besluit zij om een nieuwe winkelketen op te zetten onder de naam Puissant. Het aanbod van
de winkels zal bestaan uit mode in de grotere maten.
Vera Pelle NV richt voor de winkelketen een nieuwe dochtermaatschappij op met de naam Puissant
Holding BV. Deze BV heeft bij de oprichting een geplaatst en gestort kapitaal van € 18.000, dat geheel
in het bezit komt van Vera Pelle NV.
Puissant Holding BV ontvangt voor de financiering van haar activiteiten verder een lening van €
3.000.000 van Vera Amsterdam BV. Vera Amsterdam BV is een 100%-dochtermaatschappij van Vera
Pelle NV. Puissant Holding BV moet over deze lening aan Vera Amsterdam BV een vaste, zakelijke rente
van 8% per jaar betalen. De verschuldigde rente wordt bijgeschreven op de hoofdsom en moet
tegelijkertijd met de hoofdsom worden afgelost. De lening heeft een looptijd van 10 jaar.
De winkelketen brengt niet het succes dat ervan werd verwacht. De nog te verrekenen verliezen van
Puissant Holding BV zijn eind 2019 opgelopen tot € 5.000.000. Vera Amsterdam BV heeft de lening op
Puissant Holding BV (hoofdsom en bijgeschreven rente) in dat jaar volledig afgewaardeerd ten laste
van haar winst. Die bedraagt op dat moment € 4.920.000.
Vanwege de slechte gang van zaken wordt in 2022 bij Puissant Holding BV tot de volgende maatregelen
besloten:
1. Vera Amsterdam BV scheldt aan Puissant Holding BV de schuld uit hoofde van de op de
hoofdsom van de lening bijgeschreven rente ter grootte van € 1.920.000 kwijt.
2. De hoofdsom van de lening, € 3.000.000, draagt Vera Amsterdam BV over aan Vera Pelle NV
voor €1. Vera Pelle NV zet de lening daarna om in nominaal aandelenkapitaal van Puissant
Holding BV.
De belastbare winst van Puissant Holding BV over 2022 is, als geen rekening wordt gehouden met de
fiscale gevolgen van deze maatregelen, € 50.000 negatief.
Partijen in schematisch overzicht:
2
,Vragen vooraf:
- Is de DNV altijd van toepassing bij een deelneming? Nee, ook kijken of er een
beleggingsdeelneming van toepassing is. Oogmerktoets geldt op niveau moeder. Bezittingen-
en onderworpenheidstoets geldt op niveau dochter.
- Is in casu sprake van een beleggingsdeelneming? Nee, want activiteiten liggen in het verlengde
van de moedermaatschappij. Vera Pelle houdt de aandelen in het kader van de normale
activiteiten. Deelnemingsvrijstelling is van toepassing. Al zou er sprake zijn van een
beleggingsdeelneming, dan zou er een kwalificerende beleggingsdeelneming zijn in casu, want
naar Nederlandse heffing belast.
- Twee soorten financieringen: eigen vermogen (met dividend; niet aftrekbaar), en vreemd
vermogen (met rente; in beginsel aftrekbaar). Onzakelijke lening is een verstrekking van
vreemd vermogen, heeft de HR nadrukkelijk beslist. Maar de rente kan niet worden bepaald
alsof een derde deze zou hebben gesloten.
- Financiering? Dan is de fiscale behandeling afhankelijk van het etiquette dat erop wordt
geplakt; de titel van de geldverstrekking (civielrechtelijke term). Is de titel een lening?
Verstrekking van vreemd vermogen. Is de titel kapitaal? Dan verstrekking van eigen vermogen.
Je kunt de financiering sturen door het etiquette. Vreemd vermogen? Rente → aftrekbaar (in
beginsel). Drie uitzonderingen op de civielrechtelijke kwalificatie lening: (i) bodemloze put
lening, (ii) schijnlening en (iii) deelnemerschapslening. Houd in de toets goed voor ogen, als er
staat in de opgave dat de lening is verstrekt tegen zakelijke rente, dan is het een zakelijke
lening, normale gevolgen van vreemd vermogen verstrekking. Dus drie uitzonderingen niet
van toepassing. Ook geen onzakelijke lening, want rente is at-arms-length. Zakelijke rente?
Gewone lening, niet toetsen aan alle uitzonderingen.
- Verrekening van verliezen? Tot 2022 kon een belastingplichtige een verlies over enig jaar
verrekenen met zijn positieve belastbare winst over het voorgaande jaar en die van de zes
volgende jaren. Tot 2019 was de termijn voor de voorwaartse verrekening van verliezen negen
jaar. Een verlies kon tot 2022 worden verrekend met de volledige belastbare winst van de
belastingplichtige over een ander jaar. Met ingang van 2022 is zowel de termijn voor de
verrekening van verliezen als het gedeelte van de belastbare winst waarmee een verlies
verrekend kan worden gewijzigd.
Vanaf 2022 is het verlies van een jaar verrekenbaar met de belastbare winsten van alle
volgende jaren. Er geldt derhalve geen beperking meer in de tijd voor de voorwaartse
verrekening van een verlies. De termijn voor de achterwaartse verrekening van een verlies is
niet gewijzigd. Een verlies over een jaar kan dus ook vanaf 2022 voor de
vennootschapsbelasting alleen achterwaarts verrekend worden met de belastbare winst over
het direct voorafgaande jaar.
Tegenover de verruiming van de verliesverrekeningstermijn staat een beperking met
ingang van 2022 van het gedeelte van de belastbare winst waarmee een verlies van een ander
jaar verrekend kan worden. Bij een belastbare winst van meer dan € 1.000.000 mogen
verliezen uit andere jaren slechts verrekend worden met 50% van de belastbare winst boven
€ 1.000.000. De belastbare winst tot en met € 1.000.000 kan volledig worden benut voor de
verrekening van verliezen uit andere jaren.
De regels voor de voorwaartse verrekening van verliezen zoals die vanaf 2022 voor de
vennootschapsbelasting gelden, zijn van toepassing op alle verliezen die in 2022 of later
3
, verrekend worden. Dit geldt ook voor verliezen van vóór 2022 die in 2022 nog niet verrekend
waren.
- Art. 10a lid 4 sub a: ‘belastingplichtige’ = moedermaatschappij Vera Pelle NV. Puissant Holding
BV en Vera Amsterdam NV zijn verbonden.
- Art. 10a lid 4 sub b: ‘belastingplichtige’ = dochtermaatschappijen Puissant Holding BV en Vera
Amsterdam BV.
- Art. 10a lid 4 sub c: als ‘puissant holding BV’ belastingplichtige is, dan is Vera Amsterdam BV
verbonden met Puissant Holding BV. Dit zijn zusterondernemingen.
- Iets anders. M BV heeft twee dochterondernemingen: D1 en D2. D1 heeft een pand met een
boekwaarde van één ton. De WEV is 1 miljoen.
Situatie 1: D1 verkoopt pand aan D2 voor 10 miljoen.
Situatie 2: D1 verkoopt pand aan D2 voor 50k.
Wat zijn de fiscale gevolgen? De verkoop moet at-arms-length zijn. Op grond van art. 8b, maar
ook op grond van art. 3.8 Wet IB. Daarin is het totaalwinstbegrip neergelegd. De totaalwinst –
de gehele winst van de onderneming van oprichting tot liquidatie – is opgeknipt in jaren,
omdat je anders de overheidsfinanciën niet rond krijgt. Hoe wordt de totaalwinst bepaald?
Aan de hand van de jaarwinst, m.a.w. het goed koopmansgebruik. Is dit subjectief of objectief?
Subjectief. Totaalwinstbegrip is objectief. Jaarwinst is subjectief. Wat is jaarwinst?
Eindvermogen minus beginvermogen, minus stortingen plus onttrekkingen. Deze vier moet je
waarderen tegen WEV. Dat is een objectief element en is de kern van het winstbegrip; art. 3.8
Wet IB. Art. 8b Wet VPB is eigenlijk dubbelop. At arms length is verankerd in ons systeem,
d.w.z. in 3.8 Wet IB.
Situatie 1: WEV is 1 miljoen, dus daar moet het ook voor eruit. Winst is 900.000 euro, want
boekwaarde was één ton. Op de balans krijg je er een bezitting van 9 miljoen bij. En Liquide
middelen 9 miljoen bij. Die 9 miljoen is informele kapitaalstorting want niet uit onderneming.
HR zegt: loopt via moedermaatschappij – de aandeelhouder. De 9 miljoen komt voort uit een
vennootschappelijke betrekking, niet uit onderneming. Bij D2 is het een verkapte
winstuitdeling (oftewel een onttrekking). Verkapt omdat het wordt gepresenteerd als aan- en
verkooptransactie, niet als dividend.
Situatie 2: D1 wordt nu benadeeld voor 950.000 euro. Dat wordt nu de uitdeling, de
onttrekking. De aandeelhouder, dat is zuiverder, wordt nu bevoordeeld. ‘Infokap’ komt als
zodanig op de balans.
Het voorgaande doe je op dezelfde manier met rente. Is de rente 8%, dan mag je die ook zo
aftrekken. Is die 1%, dan infokap of storting. Is die 20%, dan infokap of storting.
- Kwijtschelden of afwaarderen (= afboeken)? Kwijtschelden: vordering gaat teniet. Is er
juridisch niet meer. Afwaarderen blijft die op de balans. Waarom zou je kwijtschelden? Omdat
ze anders failliet gaat en die onderneming een afnemer is van jou. Waarom niet kwijtschelden?
Omdat je de vordering kwijt bent. Moet dus wel zakelijk zijn. Onzakelijk? Infokap/storting-
verhaal.
4
,Leerdoelen:
1 Welke gevolgen heeft de kwijtschelding van de schuld van € 1.920.000 voor de
vennootschapsbelasting van Vera Amsterdam BV en Puissant Holding BV?
a) De lening van Vera Amsterdam BV aan Puissant Holding vormt een gewone lening. Er
is geen sprake van een onzakelijke lening, schijnlening, deelnemerschapslening,
bodemlozeputlening of een andere aftrekbeperking van de rente op de lening (op
basis van de gegevens in de casus). Dit betekent dat de rente op de lening door
Puissant Holding BV gewoon aftrekbaar is en dat de rente bij Vera Amsterdam BV
gewoon belast is omdat het tot de winst behoort als bedoeld in art 8 lid 1 VPB.
b) De afwaardering van de lening door Vera Amsterdam BV leidt tot een aftrekbaar
bedrag voor Vera Amsterdam BV. Dit wordt niet van aftrek uitgesloten omdat er geen
sprake is van een onzakelijke lening. Dus de afwaardering van de lening leidt tot een
lagere winst (m.a.w. een groter verlies) voor Vera Amsterdam BV in de zin van art 8 lid
1 VPB (→ art. 3.25 Wet IB: goedkoopmansgebruik). De winst wordt verlaagd met €
4.920.000 in 2019.
c) Art. 3.13 lid 1 sub a Wet IB: de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Is er wel sprake van
‘niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers’? In de taak is gegeven
dat Puissant Holding in zwaar weer terecht is gekomen. De veronderstelling dat het
om een vordering die niet voor verwezenlijking vatbare rechten gaat, is dan gegeven.
Vanaf 2022 is in de vennootschapsbelasting een verlies van enig jaar nog
slechts verrekenbaar met de belastbare winst van een ander jaar van de
belastingplichtige, voor zover die belastbare winst hoger is dan € 1.000.000, met 50%
van die belastbare winst. Met de belastbare winst tot en met € 1.000.000 kunnen
verliezen uit andere jaren van de belastingplichtige volledig verrekend worden. Deze
beperking van de ruimte voor verliesverrekening heeft gevolgen voor een aantal
andere regelingen in de vennootschapsbelasting die verband houden met de
verrekening van verliezen, zoals de kwijtscheldingswinstvrijstelling.
Puissant Holding BV realiseert een belaste vrijvallende schuld van 1.920.000 euro. Dit
behoort tot de belastbare winst in 2022. Er zijn ook nog verliezen in 2022, wat is dan
de belastbare winst? 1.920.000 minus 50.000 = 1.870.000 winst. Welk bedrag kan
conform art. 20 VPB worden verrekend? 1.435.000 euro, want 5 miljoen euro verliezen
(zijn er eind 2021). Waarom 1.435.000? Tot 1 miljoen volledig verrekenen. Daarna 50%
van de belastbare winst. Dat is dus 870.000/2 = 435.000. Dat betekent dat 435.000
euro wel belast wordt tegen 15% (tot 395.000) en voor het meerdere tot 25,8%.
Mag dit onder art. 3.13 lid 1 worden gebracht? Als de kwijtscheldingswinst hoger is
dan de verliezen die nog te verrekenen zijn? Dan geldt voor dat stukje art. 3.13 lid 1:
de kwijtscheldingsvrijstelling. We komen hier niet aan toe in casu, omdat de verliezen
groter zijn dan het bedrag van de kwijtscheldingswinst. Dat nu door de nieuwe
verliesverrekeningsregels alsnog belasting moet worden betaald, doet daar niet aan
af.
Waarom is dit in het leven geroepen door de wetgever?... zie vgm andere
aantekeningen. Puissant holding bV: geen kwijtscheldingswinst en dus kunnen de
verliezen niet worden afgetrokken. Dan de vraag: zijn Puissant Holding BV en Vera
5
, Amsterdam verbonden lichamen? Ja, op grond van art. 10a lid 4 sub c Wet VPB.
d) Stel dat de kwijtschelding in casu onzakelijk is, d.w.z. uit hoofde van
aandeelhoudersmotief, realiseert Puissant Holding BV dan een winst op haar schuld?
Nee, dan is het een informele kapitaalstorting.
e) Crediteurszijde: zakelijke kwijtschelding en daarom mag 1,92 miljoen worden
afgetrokken door Vera Amsterdam. Maar. Voor Vera Amsterdam wordt art. 13ba dan
volledig van toepassing, want lid 2 sub c-situatie. Waarom lid 1 van toepassing? Daar
begin je. Belastingplichtige heeft een schuldvordering op een lichaam. Een met Vera
Amsterdam verbonden lichaam heeft een deelneming, dat is Vera Pelle, en daarop is
afgeboekt. Vera Pelle is een verbonden lichaam. Dan wordt tot de winst van de
belastingplichtige gerekend een bedrag gelijk aan de afwaardering.
Stel dat dit gebeurt, realiseert zij dan winst in 2020? Ja. kan ze hier nog onderuit?
Opwaarderingsreserve van art. 13ba lid 1 slot.
Zie meer specifiek lid 5. Wat staat er in art. 13ba lid 5? De aandelen in de
dochtermaatschappij moeten van jaar tot jaar worden gewaardeerd op WEV. Als die
in het betreffende jaar is toegenomen, dan moet de opwaarderingsreserve tot aan die
waardetoename vrijvallen bij de crediteur. Kan de opwaarderingsreserve voor andere
dingen gebruikt worden? Nee, maar er zijn wel situaties waarin die in één keer moet
vrijvallen – al dan niet belast.
Lid 4 bepaalt overigens dat bij prijsgeving art. 13ba Vpb evenmin toepassing vindt
wanneer die prijsgave tot een voordeel leidt dat wordt betrokken in een belasting naar
de winst die resultaat in een naar Nederlandse begrippen reële heffing. De afboeking
hoef je dan niet terug te nemen.
2 Welke gevolgen heeft de overdracht door Vera Amsterdam BV aan Vera Pelle NV van haar
vordering van € 3.000.000 uit hoofde van de lening aan Puissant Holding BV voor de heffing van
vennootschapsbelasting van Vera Amsterdam BV en Vera Pelle NV?
a) De rentevordering is reeds kwijtgescholden, maar de vordering van de hoofdsom is er
nog. Verbonden op grond van art. 10a lid 2 sub a Vpb. Afgewaarderd ten laste van de
belastbare winst in Nederland.
b) De vordering is €1 waard, want de schuldenaar heeft geen geld. Je wil voorkomen dat
de vordering wordt overgebracht naar een ander land waar die vordering zou kunnen
vollopen zonder dat er belasting over wordt geheven (Nederland moet wel verlies
nemen, maar mag niet belasten over opwaarderingswinst, dat is niet de bedoeling).
Maar 13b werkt ook bij overdracht aan Nederlandse moeder. In feite loopt de
Nederlandse fiscus niets mis in binnenlandse verhoudingen.
c) Vera Amsterdam moet de vordering voor €1 op de balans zetten (goed koopmans
gebruik), dus als de vordering weer volloopt is die ophoging belast. Als je omzet in
aandelen, wordt het onderdeel van de deelneming, valt het onder de
6
, deelnemingsvrijstelling. Dus als het dan weer beter gaat, valt het onder de
deelnemingswinst.
d) VERA AMS 13B -> AFWAARDERING TERUGNEMEN, UITZONDERING LID 4
VERA PELLE -> VORDERING VOOR 1€ OP DE BALANS ZETTEN
e) Met betrekking tot de werking van art. 13b Wet VPB:
Dit artikel regelt onder andere situaties waarin een vordering is afgewaardeerd en
vervolgens wordt vervreemd. Voor de toepassing van het artikel is noodzakelijk dat
een schuldvordering is afgewaardeerd ten laste van de in Nederland belastbare winst.
Een afwaardering van een onzakelijke geldlening valt derhalve buiten het artikel. Art.
13b Vpb wil voorkomen dat een vordering in Nederland, wordt overgedragen naar een
concern in een ander land waar weinig belasting over de winst wordt geheven.
Art. 13b lid 1 schrijft voor dat een bedrag gelijk aan de ten laste van de in
Nederland belastbare winst gebrachte afwaardering op de vordering, tot de winst van
de crediteur wordt gerekend, ingeval de vordering wordt vervreemd of overgebracht
als bedoeld in lid 2. Vervreemding/overdracht is in casu het geval: vervreemding aan
een verbonden lichaam of overbrenging naar een buiten Nederland gedreven
(gedeelte van de) onderneming.
De afwaardering wordt in dat geval dus als het ware teruggenomen. Wil art.
13b van toepassing zijn, dan is het vereist dat de belastingplichtige of een met hem
verbonden lichaam een deelneming heeft in de debiteur. Met deelneming is slechts
beoogd aan te geven dat het verbonden lichaam een belang in de schuldenaar moet
hebben dat voldoet aan de criteria als bedoeld in art. 13 lid 2 Vpb.
De sanctie als bedoeld in lid 1 doet zich voor als er voldaan wordt aan de
voorwaarden als bedoeld in lid 1 van art. 13b Vpb en er een ‘besmette’ handeling
wordt verricht als bedoeld in lid 2. Bij een zakelijke lening is art. 13b van toepassing.
Het gaat namelijk om een schuldvordering op een lichaam waarin de belastingplichtige
of een met hem verbonden lichaam ex art. 10a een deelneming heeft. Vera
Amsterdam BV en Vera Pelle NV zijn verbonden lichamen op grond van art. 10a lid 4
sub a Vpb. Vera Amsterdam BV verschaft een lening aan Puissant Holding BV, waarin
een verbonden lichaam (Vera Pelle NV) een deelneming heeft. Deze vordering is
afgewaardeerd ten laste van de winst. Dit is dus een situatie als bedoeld in lid 2 sub a,
nu de hoofdsom van de lening wordt overgebracht aan Vera Pelle NV.
Hierdoor wordt de afwaardering van € 3.000.000 tot de winst van Vera Amsterdam
gerekend.
Voor Vera Pelle BV wordt de lening aangekocht voor € 1 en komt op de balans.
Eventuele waardestijging van de lening moet op basis van gkg worden
opgewaardeerd.
Ratio art. 13b? Als gezegd voorkomen dat verlies aan de Nederlandse fiscus wordt
gepresenteerd, vervolgens de vordering naar buitenland wordt gebracht (buiten zicht
Nederlandse fiscus) en de vordering daar tegen een lager tarief kan worden belast.
3 Welke gevolgen heeft de omzetting van de overgenomen vordering ad € 3.000.000 in nominaal
aandelenkapitaal van Puissant Holding BV voor de heffing van vennootschapsbelasting van Vera
Pelle NV en Puissant Holding BV?
7
, a) Op dergelijke situaties is art. 13ba Vpb van toepassing. Dit artikel heeft betrekking op
de situatie waarin de belastingplichtige een schuldvordering heeft op een lichaam
waarin hij of een met hem verbonden lichaam een deelneming bezit. Indien deze
schuldvordering is afgewaardeerd ten laste van de in Nederland belastbare winst van
de belastingplichtige of een met hem verbonden lichaam en er ten aanzien van die
schuldvordering een besmette gebeurtenis voordoet, wordt hetgeen is
afgewaardeerd gerekend tot de winst van de crediteur (‘belastingplichtige’). De
crediteur wordt dus met een sanctie geconfronteerd. Hier is dat Vera Pelle NV.
b) 13ba biedt echter een mogelijkheid tot winstvrijstelling in lid 5. Hier kan ook een
opwaarderingsreserve worden gevormd. Het verlies dat is genomen moet worden
teruggenomen, maar een opwaarderingsreserve kan worden gevormd. De
opwaarderingsreserve valt vrij als de deelneming winstgevend wordt (m.a.w.
naarmate de aandelen van de deelneming in waarde stijgen).
c) Art. 13ba is van toepassing indien wordt voldaan aan de volgende cumulatieve
voorwaarden:
▪ De belastingplichtige heeft een schuldvordering op een lichaam waarin hij of
een met hem verbonden lichaam een deelneming (geen
beleggingsdeelneming) heeft → hieraan is in casu voldaan.
▪ Deze schuldvordering is afgewaardeerd ten laste van de in Nederland
belastbare winst van de belastingplichtige of van een met hem verbonden
lichaam → hieraan is in casu voldaan.
▪ Ten aanzien van deze schuldvordering doet zich een ‘besmette’ gebeurtenis
als bedoeld in lid 2 voor (omzetting in aandelen of winstbewijzen, dan wel op
een andere manier gaat functioneren als eigen vermogen van de schuldenaar,
dan wel wordt prijsgegeven) → hieraan is in casu voldaan.
d) In casu draagt Vera Amsterdam BV de lening over aan Vera Pelle BV, waarna Vera Pelle
BV de lening omzet in nominaal aandelenkapitaal. Deze situatie voldoet aan de
voorwaarden van art. 13ba Vpb. Echter, art. 13b was reeds van toepassing. art. 13ba
lid 3 bepaalt dat indien art. 13b reeds van toepassing is geweest op een verbonden
lichaam, art. 13ba niet ook nog toepassing kan vinden. Zo wordt voorkomen dat het
verlies twee keer wordt teruggenomen.
e) Lid 4 bepaalt overigens dat bij prijsgeving art. 13ba Vpb evenmin toepassing vindt
wanneer die prijsgave tot een voordeel leidt dat wordt betrokken in een belasting naar
de winst die resultaat in een naar Nederlandse begrippen reële heffing.
f) Heeft die omzetting in aandelenkapitaal nog gevolgen voor Puissant Holding BV? De
drie miljoen (hoofdsom lening) stond er nog, de 1,92 miljoen (rente) was weggevallen
door de kwijtschelding. Fiscalisten zullen zeggen: informele kapitaalstorting. Je bekijkt
de schuld vanuit de waarde van de vordering. Maar als je het strikt civielrechtelijk
benadert, dan voldoet Puissant Holding BV haar schuld. Civielrechtelijk: door de
uitgifte van de aandelen, moeten die worden volgestort, dat gebeurt middels de
verrekening van de schuld en daarom vallen die tegen elkaar weg. Puissant Holding BV
realiseert geen winst, omdat haar schuld wordt verrekend met de storting op de
aandelen. Geen winst, linksom of rechtsom.
8
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MatthijsUM. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,49. Je zit daarna nergens aan vast.