Hoofdstuk 2: geschiedenis
1. Tijd: geschiedenis
1.1 Wat is geschiedenis
Historisch proces : geheel van menselijke handelingen die in verleden plaatsvonden
Onderzoek en beschrijving van historisch proces: studie van menselijk handelen in
verleden
Historische kennis = historicus die door onderzoek kennis van historisch proces verzamelt en
vormgeeft
Zo objectief mogelijk beeld vormen verleden
Menselijk
bronnen
handelen in het
verleden
Beeld van het Historicus =
verleden onderzoek van het
(= Reconstructie) verleden
1.2 Bronnen
= voorwerpen uit verleden die tot ons zijn gekomen of getuigenissen over het verleden.
2 soorten:
Overblijfselen
= voorwerpen die iets vertellen over verleden, iets dat tastbaar is.
Overleveringen
= mondelinge of schriftelijke getuigenissen die verhaal, gebeurtenis,..
beschrijven/becommentariëren
pag. 1
,Indeling bronnen
1e verdeling:
Geschreven bronnen
= teksten die gedrukt, gebeiteld, geschreven,.. zijn
Ongeschreven bronnen
= onderverdeeld in 2 groepen
o Materiële voorwerpen
= archeologische bronnen, munten (numismaticus = specialist geld
geschiedenis), met de hand vervaardigde afbeeldingen, mechanisch
vervaardigde afbeeldingen (foto’s, film,..)
o Immateriële bronnen
= orale bronnen, talen, zegswijzen, namen, tradities,..
2e onderverdeling:
Primaire bron
= direct afkomstig persoon die betrokken was bij gebeurtenis
Secundaire bron
= informatie gebaseerd op informatie die eerder is doorgegeven door primaire bronnen
!!! secundaire bronnen zijn ook subjectief maar betrouwbaarder dan primaire bronnen !!!
Primaire bronnen = gekleurd
3e onderverdeling:
Bewuste bron
= bron heeft bedoeling om verslag te doen
Onbewuste bron
= bron heeft niet het doel om verslag te doen over gebeurtenis
Historische kritiek = overblijfselen/overleveringen worden pas historische bronnen genoemd als ze
deze kritisch bevraagd worden door historicus
Historische kritiek
= bij bestuderen bronnen zowel inwendige als uitwendige kritiek toegepast:
Uitwendige kritiek
= bevraagt hoe bron tot stand kwam
o Oorsprongskritiek: wie, wat en wanneer?
o Oorspronkelijkheidskritiek: authentieke versie bron?
o Ontleningskritiek: plagiaat gepleegd?
Inwendige kritiek
= bevraagt inhoud bron
o Interpretatiekritiek: waarom werd bron gemaakt, wat was de maker zijn boodschap?
o Gezagskritiek: is bron historisch waardevol?
Inlichtingskritiek
Geloofwaardigheidskritiek
pag. 2
, 1.3 historisch referentiekader
= historisch feit plaatsen in tijd, ruimte en domeinen (socio-cultureel, socio-politiek en socio-
economisch)
Periode veranderd als er op alle domeinen veranderingen zijn:
politiek: besturing land
cultureel: levensbeschouwelijk, esthetische,
sociaal: binnen maatschappij ons elkaar gedragen
economisch: geldzaken
klassen = economische daagkracht (inkomens)
standen = adel meer rechten dan gewone burgers, politiek
mercantilisme: bestuursvorm waarbij er weinig import is maar de export gaat stimuleren
(afschermen eigen grenzen)
De tijdrekening
= middel om tijd voor te stellen vanaf bepaald vertrekpunt
Christelijke tijdrekening = geboorte krischtus
Arabische wereld = 622 na Chr.
Joodse tijdrekening = 3761 v. Chr.
MAAR: welk vertrekpunt ook, elke tijdrekening start met jaar 1, NOOIT jaar 0
Periodisering in eindtermen
In basisonderwijs: indeling in 4 periodes
1. prehistorie/oudheid = tot +/- 500
2. middeleeuwen = +/- 500 tot +/- 1500
3. nieuwe tijden = +/-1500 tot onze tijd
4. onze tijd = ?
pag. 3
, 2. De oudste tijden (van de eerste mens tot 800 v. Chr.)
Indeling o.b.v. werktuigen die gemaakt zijn.
2.1 inleiding
Geschiedenis vertelt verhaal van mensen, verleden menselijke cultuur -> geen duren en planten
(paleontoloog)
Prehistorie: 3 periodensysteem
Steentijd
Bronstijd volgorde van materiaal dat gebruikt werd werktuigen en voorwerpen
ijzertijd
driedeling v/d steentijd: -> economisch oogpunt
paleolithicum = periode jagers en voedselverzamelaars
mesolithicum = overgang nomadische samenleving naar agrarische samenleving
neolithicum = eigen voedselproductie, agrarische samenleving krijgt vorm
2.2 wat voor de prehistorie?
2.3 De prehistorie: periode jagers-voedselverzamelaars
Evolutie mens
Evolutie volgens Darwin:
Ieder levend wezen unieke verzameling eigenschappen
Overlevingsstrijd
Bepaalde eigenschappen individu bevoordelen
Natuurlijke selectie: nakomelingen krijgen, nieuwe soorten ontstaan
!!! mens stamt niet af van apen -> wel dezelfde voorouders!!!
pag. 4