Samenvatting:
Levensbeschouwing, zingeving en religie
Hoofdstuk 1: Zin in leven
1. Levensbeschouwing, zingeving, religie en godsdienst
1.1. Levensbeschouwing
= een samenhangend geheel van ideeën, ervaringen, waarden en
beelden over zichzelf, over het samenleven met anderen en over de
wereld.
Een levensbeschouwing is niet iets wat je bezit, het is een visie op het
leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het
geleefd moet worden.
Levensbeschouwing = een samenhangend verhaal over het leven
Levensbeschouwing = een bewuste manier van in het leven staat
Levensbeschouwing = een authentieke grondhouding in het leven
Levensbeschouwing kan religieus zijn. Iemand of iets speelt een
belangrijke rol in de beleving van wat voor jou waarde heeft en zinvol
is.
Dit kent verschillende benamingen:
- Het transcendente
- Het heilige
- Het oneindige
- Het goede
- God
Dit iets of iemand inspireert jou in je dagelijks handelen en vraagt van
jou een respons.
Een levensbeschouwing reikt de mens een totaalbeeld aan. Ze
probeert een antwoord te vinden op de levensvragen van mensen:
- Wie ben ik? Waar kom ik vandaag?
- Wie zijn die anderen?
- Waarom leef ik?
- Hoe ziet mijn toekomst eruit?
- Wat is goed en kwaad?
,Er bestaat een grote verscheidenheid aan levensbeschouwingen. Dit hangt
af van wat de basis vormt van zo'n levensbeschouwing:
- Filosofisch principe
- Wetenschappelijk principe
- Het geloof in een god
Levensbeschouwing kent 2 delen:
Theïsche levensbeschouwing
= hier gaat men uit van het geloof in een god of goden. De wereld en het
leven van mensen wordt verbonden met het geloof in een god of in goden.
Ook deze vorm van levensbeschouwing kunnen we indelen in 2 groepen:
Monotheïstische levensbeschouwingen: hierbij gelooft men in 1 god.
Polytheïsme: hierbij gelooft men in meerdere goden.
Niet-theïsche levensbeschouwing
= hier gaat men ervan uit dat er geen god is. Om de gang van zaken in de
wereld te verklaren, is er geen god nodig.
Naast deze voorgaande termen zijn er ook heel wat mensen die zichzelf
agnost noemen. Dit betekent letterlijk niet-weten. Volgens deze groep
mensen is er geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat er een godheid
bestaat, maar dat er evengoed ook geen bewijzen bestaan die aantonen dat
er geen godheid is. Aanhangers van het agnosticisme stellen dan ook dat je
geen definitieve uitspraak kan doen over het al dan niet bestaan van een
god. We kunnen dit immers niet weten.
1.2 Zingeving
De mens stelt zich levensvragen en hoewel deze vragen niet te
beantwoorden zijn, probeert men er steeds een zinvol antwoord op te geven.
Door deze vragen te beantwoorden tracht men zin te geven aan het leven.
Dit zin geven gebeurd meestal onbewust en gevoelsmatig. Deze onbewuste
antwoorden zijn echter wel zichtbaar in die keuzes die men maakt. Zingeving
is een proces. Wat jouw leven nu zin geeft, het antwoord dat jij vandaag hebt
op levensvragen zal anders zijn dan het antwoord dat je 10 jaar geleden hebt
en dat je binnen 10 jaar zult hebben.
,1.3 Religie en godsdienst
Men spreekt van religie wanneer mensen zich verbonden voelen met iets wat
hen overstijgt: een hoger macht of kracht.
Een levensbeschouwing wordt godsdienst genoemd op het moment dat het
´hogere´ ingevuld wordt door God. Men gelooft in een god waarmee je een
relatie kan aangaan. Deze relatie met het goddelijke kan op verschillende
manieren ingevuld worden:
- Het Christendom
- De Islam
- Het Jodendom
- Polytheïstische godsdiensten = vb. Hindoeïsme
Mensen drukke op verschillende manieren hun gelovig zijn uit. We spreken
daarom over de verschillende dimensies van een godsdienst of van
geloven.
● De rituele dimensie
Elke religie maakt gebruik van rituelen om zijn relatie tot God uit te
drukken. (vb. gebed).
In een ritueel herkennen we duidelijk een uiterlijke kant. Ritueel
handelen is dan ook een symbool-handelen, waarbij het symbool
verwijst naar een God.
Deze rituelen verbinden mensen die een gezamenlijke
levensbeschouwing/godsdienst hebben.
Vb. Moslims hebben het ritueel gebed
Vb. De Christenen hebben het doopsel
Vb. De Hindoes hebben het baden in de heilige rivier de Ganges
Vb. …
Soms ontwerpt men voor het uitvoeren van deze rituelen, gebouwen of
sacrale plaatsen: kerken, synagogen, Moskeeën, Hindoetempels,
offerplaatsen,..
● De Mythologische dimensie
Elke religie heeft ook ergens een ´verklarende´ dimensie. Dit zijn grote
verhalen van een religie waaruit de religie zijn gestalte heeft gekregen.
Vb. Scheppingsmythen in het Christendom
Vb. Bevrijdingsverhaal uit Egypte over het Jodendom
, ● De doctrinele dimensie
Elke godsdienst formuleert een leer, een visie die uitdrukt wat de
godsdienst inhoudt. Deze leer vertelt waarin de gelovigen, geloven.
● De ethische dimensie
Religies geven zelf ook aan op welke manier mensen goed kunnen
handelen. Elke religie vertelt op welke manier mensen zich best al dan
niet verhouden tot God, de natuur, hogere machten, zichzelf en de
samenleving.
Ze stimuleren de mensen om te streven naar het goede. Het gaat hier
dan over zowel geboden als verboden die ervoor zorgen dat het
samenleven goed kan verlopen.
Vb. de 10 geboden
● De sociale dimensie
Een godsdienst is meestal geen individuele aangelegenheid. Er is de
gemeenschappelijke leer en de rituelen die in groep worden beleefd.
Bij de Christenen gebruikt men het woord Kerk om over de
gemeenschap van Christenen te spreken.
● De ervaringsdimensie
De beleving speelt in de godsdienst een belangrijke rol.
Vb. Moslims proberen minimaal 1 keer in hun leven op bedevaart naar
Mekka te gaan om zich dichter met de profeet Mohammed te
verbinden.
● De materiële dimensie
De materiële dimensie erkent dat er religieuze objecten, plaatsen,
gebouwen, emblemen,.. zijn.
In sommige kleine gemeenschappen zijn er vaak geen specifieke,
religieuze gebouwen maar kan de natuurlijke omgeving met een
religieuze betekenis doordrenkt zijn. Vb. de Fuji berg bij de traditionele
Japanse volksreligie.
We beschouwen kerken, tempels,.. als deel van de materiële dimensie.
Hiernaast kan er ook sprake zijn van heilige of symbolische objecten
zoals totempalen, emblemen, benodigdheden voor de toediening van
sacramenten,..