100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting van het deel genetica €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting van het deel genetica

 13 keer bekeken  0 keer verkocht

dovument bevat samenvatting van alle hoorcolleges

Voorbeeld 2 van de 11  pagina's

  • 10 januari 2023
  • 11
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
Andarta
Genetica
Meiose
= manier van celdeling, variatie brengen in een populatie zodat ze sterk genoeg blijft.
Nakomelingen krijgen genen van hun ouders door overerving van chromosomen.
Genen liggen in de chromosomen, in elke lichaamscel liggen 46 chromosomen (23 homologe paren).
Aseksuele voortplanting door knopvorming, mitose of uitlopers  klonen die genetisch identiek zijn.
Seksuele voortplanting zorgt voor genetische variatie, je krijgt autosomen, lichaamscellen en gameten
van de ouders.
Bevruchting en meiose alterneren in seksuele levenscycli.
Meiose en bevruchting alterneren in de levenscycli: tijdens meiose vormen er gameten die tijdens de
fertilisatie terug samenkomen (grootste deel is diploïd). Bij de varens: onderscheid tussen gametofyten
en sporofyten, sporangium is de plaats waar de sporen vormen en de meiose optreed. Bij ééncelligen is
er afwisseling tussen seksuele en aseksuele voortplanten afhankelijk van de omgeving.
Meiose reduceert het aantal chromosomen van een diploïde tot haploïde set.
Mitose bevat profase (condensering van chromosomen), metafase (chromosomen liggen in
evenaarsvlak), anafase (zusterchromatiden naar beide polen) en telofase (invaginatie of aanmaak
celwand). Meiose is een reductiedeling: van diploïd naar haploïd, in de interfase wordt het DNA
verdubbeld, tijdens de eerste meiotische deling worden de chromosomen uit elkaar getrokken en je
krijgt haploïde cellen met twee kopieën DNA, bij de tweede deling gaan de zusterchromatiden uit elkaar
en verkrijg je 4 haploïde cellen. Chiasma is de plaats waar twee niet zusterchromatiden stukken DNA
uitwisselen.
Oorsprong van genetische variatie en het belang voor de evolutie.
1) Onafhankelijke sortering van chromosomen tijdens metafase 1.
2) Crossing-over: parentale en recombinante gameten.
3) Random fertilisatie zorgt voor genetische diversiteit.

, Mendeliaanse genetica
Twee wetten in de erfelijkheid.
Begon bij kruisingsexperimenten, kijken naar kenmerken (= allelen, bijvoorbeeld kleur) 2 distincte
vormen (paars en wit) en een parentale lijn die zaadvast of raszuiver is voor het kenmerk (homozygoot).
Eerste nakomelingen zijn allemaal heterozygoot en zien er hetzelfde uit.  uniformiteitswet. Tweede
generatie is 3:1 verdeeld voor fenotype (3 paars en 1 wit) en 1:2:1 voor genotype (AA, Aa, Aa, aa).
Om zeker te zijn dat je met een homozygoot dominante werkt doe je een testkruising met een
homozygoot recessieve, als het geen dominante was krijg je een 1:1 verhouding.
Segregatiewet = uitsplitsing van genen gebeurd bij de vorming van gameten.
Bij een dihybride kruising waarvan de ouders homozygoot zijn krijg je in de F1 volledig heterozygoot, bij
onafhankelijke sortering krijg je een 9:3:3:1 ratio.  wet van onafhankelijke uitsplitsing: twee
kenmerken splitsen zich onafhankelijk uit bij de metafase 1.
Mendeliaanse overerving volgt de wetten van waarschijnlijkheid.
Somregel: “of”
productregel: “en”
Overervingspatronen zijn vaak complexer dan kan voorspeld worden door de Mendeliaanse
genetica.
Bij afwijking aan de voorwaarden spreekt men niet van de wetten van Mendel.
Co-dominantie wanneer er twee tegelijk voorkomen, bijvoorbeeld bloedgroep AB.
Wildtype is het kenmerk dat het meeste voorkomt, het is niet altijd dominant.
Pleiotropie: 1 gen heeft een effect op verschillende kenmerken.
Epistasie: het genproduct van 1 gen beïnvloed een ander gen, voorbeeld van honden: gen E codeert
expressie van vachtkleur en gen B bepaald of het dan bruin of zwart is.
polygene overerving: meerdere genen coderen voor een kenmerk (omgekeerde van pleiotropie).
Mendeliaanse genetica bij de mens.
Stamboomanalyse: als ouders het kenmerk vertonen die kinderen hebben die het niet vertonen is het
altijd dominant en als ouders het kenmerk niet vertonen en de kinderen wel dan is het recessief.
Recessief overerfbare aandoeningen: albinisme (autosomaal), cystisch fibrose, sikkelcel anemie.
Dominant overerfbare aandoeningen: achondroplasie, ziekte van Huntington (lethaal).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Andarta. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 82191 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen