Samenvatting
Samenvatting ALLES van revaki
- Instelling
- Universiteit Gent (UGent)
Samenvatting van heel het vak. Alle notities uit de les, gekoppeld aan de powerpoint en boek. Ook voorbeelden en foto's.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 33 pagina's
Voorbeeld 4 van de 33 pagina's
In winkelwagenVerkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Inleiding tot REVAKIDe grondslagen
Revalidatie is een proces van herstel van de mogelijkheden van een individu om te leven en
te werken op een zo normaal mogelijke manier na een invaliderende ziekte of letsel.
Doel: tot maximale fysieke en mentale fitness te komen en autonomie te herwinnen door
vaardigheden opnieuw aan te leren die nodig zijn voor dagdagelijkse leven.
Kinesitherapie is: therapie die gericht is op beweging.
Doel: functionaliteit en beweging verbeteren, onderhouden, herstellen.
Wetenschap is de systematisch verkregen, geordende en verifieerbare menselijke kennis.
Historie: zie boek.
Weet wel: nu tech, sensors, digitalisatie, telerevalidatie, apps.
Van biomedisch naar biopsychosociaal.
1. Biomedisch model
• Focus op ziekte/aandoening, niet op gezondheid
• Geen rekening met emoties, niet subjectief.
• Enkel objectieve data, diagnose stellen.
• Geen samenwerking tss zorgverstrekker en patiënt.
• Behandeling is voor iedereen hetzelfde.
2. Biopsychosociaal model
• Rekening met emoties, sociale interacties
• Letsel identiek, behandeling/interactie verschillend.
• Zelfde medische diagnose, aanpak verschillend.
• NIET: one size fits all. Aanpassen ifv van noden individu.
Toepassing:
Bolt & bomma zelfde letsel; enkeldistortie. Impact bij Bolt: geen inkomen, geen sport, mentale
impact, impact sportprestaties. Bomma zal een minder intense revalidatie genieten.
Classificatiemodellen
WHO heeft verschillende classificaties voor gezondheid, bekendste = ICD = internationale
classificatie van ziekten.
• Voor elke aandoening bepaalde code.
• Om klinische diagnoses mogelijk te maken => leunt aan bij biomedische model.
• Nu tiende editie van ICD = ICD-10.
1
,Kinesitherapeuten ICF = internationale class. van het menselijk functioneren gebruiken.
• ICD aangevuld met samenhangende componenten (werk, onderwijs)
• Gemeenschappelijke taal -> communiceren zorgverstrekkkers
• Internationale classificatie dus je kan vergelijken
Doelstellingen ICF
1. Wetenschappelijke grondslag voor het begrijpen en bestuderen van het menselijk
functioneren
2. Gemeenschappelijke “taal” om het functioneren te beschrijven (communicatie)
3. Vergelijkbaar tussen landen, sectoren, vakgebieden…
4. Codering voor IT & epidemiologische exploitative van de gegevens
ICF is opgedeeld in 2 delen, die elk 2 componenten bevatten.
1. Menselijk functioneren & problemen
a. Functies & anatomische eig
b. Activiteiten en participatie
2. Factoren
a. Externe factoren
b. Persoonljke factoren
2
, 1: Menselijk functioneren
• Functies en anatomische eig (stoornissen):
o Als iets niet goed functioneert: stoornissen, activiteitsbeperkingen of
participatieproblemen.
o Stoornis = kunnen deel uitmaken of de uitdrukking zijn van iemands
functioneren, maar dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat iemand met een
stoornis een ziekte heeft of als ziek beschouwd zou moeten worden.
§ Kunnen andere stoornissen tot gevolg hebben; vermindering
spiersterkte kan bewegingsfunctie verstoren.
• Activiteiten en participatie
o Activiteiten = geen sociale interactie.
o Participatie = sociale interactie.
o Vb: ik heb amputatie dus ik kan niet fietsen (activiteit), ook niet werken
(participatie)
o Vb: elleboogfractuur. Impact volleybal (participatie), impact eten (activiteit)
Factoren:
• De persoonlijke factoren zijn factoren BINNEN het individu.
o Kenmerken van het individu die geen deel uitmaken van de functionele
gezondheidstoestand
o Voor elk van ons verschilend. Iemand die gestresseerd is -> impact herstel.
o Leeftijd, ras, geslacht, opleiding, ervaringen, persoonlijkheid en karakter,..
o Impact verschillend dan externe factoren
• De externe factoren: iemands functionele gezondheidstoestand wordt beïnvloed
door factoren BUITEN het individu.
o = fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven. Kan +/- zijn.
§ op de participatie van het individu als lid van de samenleving,
§ op het uitvoeren van activiteiten van het individu of
§ op de functies en anatomische eigenschappen van diens organisme.
o Individueel
§ Onmiddelijke omgeving van individu
§ Impact op één persoon
§ Bv: kan via lift in appartement meteen naar supermarkt op gelijkvloers
is +. Indien je afgelegen woont, - impact voor zelfe letsel.
o Sociaal
§ Impact op hele gemeenschap.
§ Goede RSZ = voor iedereen.
§ Wetten, regelingen, formele regels.
Een omgeving met belemmerende factoren, of zonder ondersteunende factoren, zal iemand beperken in de
uitvoering. Een andere omgeving met meer ondersteunende factoren kan de uitvoering verbeteren
(amputatie in Afghanistan, prothese in GB).
De samenleving kan iemands uitvoering belemmeren, omdat ze belemmerende factoren creëert, zoals
ontoegankelijke gebouwen, of omdat ze niet voorziet in ondersteunende factoren, zoals het niet beschikbaar
hebben van hulpmiddelen
3
, Een probleem in de uitvoering kan rechtstreeks voortkomen uit de sociale omgeving,
zelfs zonder dat het individu een stoornis of een beperking heeft.
Bijvoorbeeld iemand die hiv-positief is of iemand met een genetische aanleg voor een
bepaalde ziekte en die geen stoornissen of beperkingen heeft. Het is heel goed mogelijk
dat zo iemand de toegang tot bepaalde voorzieningen ontzegd wordt of geen betaald
werk kan krijgen alsgevolg van vooroordelen in de samenleving.
H5: Vlakken & assen
Vlakken:
• Frontaal vlak
• Sagittale vlak
• Transversale vlak
o Kan ook in arm adhv salamischijfjes
Assen:
• Dorso-ventrale as (door frontale vlak)
• Cranio-caudale as (loodrecht op transversale vlak)
• Latero-laterale as (loodrecht op sagittale vlak)
Profundus = diep gelegen
Superificialis = oppervlakkig
H6: Bewegingsamplitudo van gewrichten
ROM = range of motion. Elk gewricht heeft andere ROM.
HEUP
Kogelgewricht.
Holle oppervlakte waarin bol zit.
Alle vlakken en alle assen doen bewegingen.
Actief: patiënt doet alles zelf.
Passief: therapeut voert beweging uit.
Extensie = achter 30° Sagittale vlak LL as
Flexie = naar voor 120° Sagittale vlak LL as
Abductie = weg van 45° Frontale vlak DV as
Adductie = naar binnen 30° Frontale vlak DV as
Endorotatie 45° Transversale vlak CC as
Exorotatie 45° Transversale vlak CC as
KNIE
Hoofdbewegingen: flexie – extensie
Hyperextensie = overstrekken = meer dan 0°. Flexie beperkter.
Endo-/exorotatie enkel bij flexie. Geen ab- & adductie in frontale vlak, best niet bewegen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurannaert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen