Hoofdstuk 7: Gezondheidsleer
1. Inleiding
1.1 Ziekte en gezondheid
Zie hoofdstuk 3
1.2 Gezondheidsleer
- Hygiëne= de wetenschap die de middelen bestudeert om de gezondheid te bewaren en te
bevoordelen
- Ziekteleer: de wetenschap die de middelen bestudeert om gezond te worden
- Gezondheidsleer: de wetenschap die zich bezighoudt met het bewaren en het bevorderen
van de gezondheid
is een deel van de preventieve geneeskunde
- Curatieve geneeskunde: houdt zich bezig met het herkennen en behandelen van ziekten
behoort tot de ziekteleer
- Revalidatiegeneeskunde: houdt zich bezig met het herkennen en het behandelen van de
gevolgen van ziekte met een maximale benutting van de restvermogens, eventueel door
middel van hulpmiddelen en aanpassingen
het revalidatieteam bestaat uit meerdere mensen (psycholoog, logopedist, verpleging…)
- Gezondheidsleer kan opgedeeld worden in drie onderdelen
Algemene gezondheidsleer (vaccinatieprogramma’s…)
Bijzondere gezondheidsleer (schoolhygiëne, sporthygiëne...)
Openbare gezondheidsleer (drinkwatervoorziening, eetwareninspectie…)
2. Preventie
Zie hoofdstuk 1
3. Micro-organismen
- Verschillende types
Eukaryoten (planten, dieren, schimmels…)
Eubacteriën (bacteriën, cyanobacteriën, mycoplasmata…)
Virussen
Archaebacteriën (industrie)
- Onderverdeling in categorieën van schadelijkheid
Parasieten: altijd schadelijk (virus)
Commensalen: potentieel schadelijk, kan een natuurlijke bescherming bieden tegen
schadelijke bacteriën (darmflora)
Saprofyten: opportunistisch schadelijk, alleen bij een sterk voorbeschikte gastheer
3.1 De biofilm
= een laag bacteriën die irreversibel vasthangt aan mekaar of aan de omgeving, omgeven door een
zelf geproduceerde matrix (tandplak)
- Het vormt zich wanneer micro-organismen groeien op een oppervlak
- Hinderlijk voor industrie (dichtslibben van leidingen), geneeskunde (besmettingen) en voor
voedselproducerende instellingen (schoonmaken wordt moeilijker)
- De bacteriën in een microfilm kunnen totaal andere eigenschappen krijgen dan de vrij
levenden
, beter bestand tegen uitdroging door de slijmlaag er rond
beter bestand tegen toxische stoffen (antibiotica):
Antibiotica raken minder makkelijk doorheen de matrix
Biofilms hebben tragere groeisnelheden, waardoor antibiotica minder snel wordt
opgenomen
Activatie van stress-tolerantie mechanismen
- Het heeft ook positieve eigenschappen
het kan schadelijke componenten uit vervuild water halen
↔kan ook negatief zijn (legionella)
3.1.1 Biofilms en infecties
- Er is een duidelijke associatie tussen biofilms en ziekten (periodontitis, prostatitis,
endocarditis, cyctic fibrosis), maar er is nog niet bewezen dat ze de oorzaak zijn
voor vb. otitis media is de associatie minder groot
3.1.2 Biofilms en medisch materiaal
- Prothetische hartkleppen: zowel mechanische als bioprothetische kleppen, vaak veroorzaakt
- door beschadiging van het weefsel. Er blijkt een groter risico op biofilms op deze plaatsen.
- Centraal veneuze katheders: zowel binnen als buiten de katheders komen biofilms voor, door
contact met de bloedstroom treedt er een gunstig contact op in het voordeel voor de
biofilms (binding met albumine, fibrinogeen)
- Urine-katheders: rechtstreeks via katheder, via de collectiecontainer (open vs. gesloten
systemen) of langzaam via de katheder
- Contactlenzen: zowel zachte als harde vormen van lenzen. Tot 80% van de lensdoosjes
blijken besmet te zijn. Vaak oorzaak van microbiele keratitis (cornea aandoeningen)
- Intra-uterinaire middelen: IUD’s (intra-uterine device’s) worden gebruikt voor ‘birth control’,
met soms kans op baarmoederontstekingen
- Tandheelkundige waterleidingen
3.2 Epidemiologie
Zie hoofdstuk 3
3.2.1 Verspreidingswijze van de ziekte
- Besmettingsbron: meestal een besmette persoon, uitzonderlijk een besmet dier (vogelziekte)
kiemdrager: iemand die de ziektekiem draagt, maar er geen last van ondervindt (aids)
de incubatietijd bij zulke ziekten zijn meestal lang
Hoe bestrijdt men de bron?
Opsporing van de bron
Isolatie van de bron
Bronuitschakeling door therapie
Bronuitschakeling door eliminatie
- Besmettingsweg: lucht, stof, water, voedsel, huidschilfers, placenta, seksueel contact, urine,
feces, mond-hand-hand-mond, mond-hand-voowerp-hand-mond…
hoe onderbreekt men de ontsmettingsweg?
Drinkwater en voedingshygiëne
Gebruik van condooms bij SOA
Voorlichting van risicogroepen
Preventie van bloedcontact
- Of een infectie bij een bepaald persoon aanslaat of niet, hangt af van verschillende factoren
Aard van de ziekteverwekker (parasiet…)
Het aantal ziekteverwekkers
minimale infectiedosis= MID