KONING DAVID (P245 – P 269)
DE GEBOORTE VAN SAMUËL
Verhaal gaat over Elkana (een man in de bergen in Efraïm) en zijn 2 vrouwen: Peninna en Hanna
Peninna had kinderen, Hanna niet, zij kon er geen krijgen (verwijzing naar Sara, Rebekka en Rachel)
Hanna verdrietig dat ze geen kinderen kan krijgen
Hanna ging ieder jaar in de tijd van de oogst met Elkana , Peninna en Peninna’s kinderen naar de
tempel van Silo, waar de ark stond
Daar dankten ze God voor de vruchten van het land, maar zelf droeg ze geen vrucht -> verdrietig
De bedevaart naar de tempel Silo werd afgesloten met een familiemaaltijd, het kon Hanna niet
smaken en ze begon te wenen
Elkana vroeg wat er was en zei ‘Ik hou van je, ben ik je niet meer waard dan 10 zonen?’
Hanna rende weg, de tempel in
In het begin van de tempel zat Eli de priester
Hanna bad tot God en zei ‘Geef mij toch een kind, hij zal je dienen’
Hanna kreeg een kind: Samuël
Toen Samuël 3 jaar werd, bracht Hanna hem naar de tempel naar Eli en liet ze hem achter
DE ROEPING VAN SAMUËL
Hanna vond het leuk om nu terug te gaan naar de tempel in Silo, dan zag ze haar zoon terug, ze
maakte altijd een linnen jasje
Silo werd steeds stiller, de zonen van Eli deden alles wat niet mocht van God en Eli zat gewoon op zijn
stoel
Op nacht droomde hij van een engel die zei dat het zo niet kan doorgaan, da ze zullen verdwijnen en
dat er een nieuwe priester in Israël zal opstaan
Samuël hoorde in de nacht een stem en dacht steeds dat het Eli was die hem riep, Eli zei na de derde
keer dat het God was die hem riep
God vroeg Samuël om de nieuwe dienaar te worden, S vertelde het Eli de volgende dag
Beetje later trokken de Israëlieten tegen de Filistijnen ten strijde: zonen van Eli namen de ark mee als
mascotte, ze dachten dat God hen wel ging helpen, maar was zo niet, ze stierven, toen Eli dit hoorde
viel hij achterover, brak hij zijn nek en stierf
Wanneer Samuël groot was, moest hij van God een man koning maken. Hij maakte Saul koning, even
was hij Israëls stralende ster, maar al snel is die ster gevallen, het liep niet goed af met koning Saul
KLEINE DAVID, SPEEL OP JE HARP
God zei tegen S dat er een nieuwe koning moet komen, dat hij naar Betlehem moest gaan, naar Isaï,
neem een kruikje met olie mee, want 1 van zijn zonen moet je tot koning zalven, ik zal je daar zeggen
wie
S nam olie mee maar ook een koe, hij ging doen alsof hij voor een offermaaltijd kwam, want als Saul er
achter kwam was hij zijn leven niet meer zeker
Toen hij aankwam ging hij aan tafel met Isaï en zijn zonen: Eliab (oudste zoon, ziet er sterk uit), S dacht
meteen dat hij de koning ging worden, maar hij keek enkel naar het uiterlijk volgens God
De tweede zoon: Abinadab en derde zoon: Samma kwamen maar hij kreeg geen teken, toen kwamen
de andere zonen tot alle 7 zonen er waren
Er was nog één zoon, de 8ste zoon, de kleine zoon, een herdersjongen, S vroeg of hij ook kon komen
1