Hoofdstuk 1, 2, 3, 5.3 en hoofdstuk 7
13 januari 2023
17
2022/2023
Samenvatting
Onderwerpen
de basis van sociologie
gedragswetenschap
rollenpatronen
socialisatie
macht
sociale ongelijkheid
normen en waarden
cultuur
het gezin
stad
platteland
wijk
opvoeding
socia
grondleggers van de sociologie
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Uitgebreide wijkanalyse en samenwerking met gemeente. Tentamen (uitwerkingen) Planmatig en doelgericht werken (30559) Sociologie voor sociaal werk
Samenvatting Sociologie voor sociaal werk - Samenleven in Nederland
Pedagogiek in de samenleving 2. politiek en politicologie sociologie
Alles voor dit studieboek (14)
Geschreven voor
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Pedagogiek
Sociologie voor sociaal werk
Alle documenten voor dit vak (1)
Verkoper
Volgen
lynnreimink
Voorbeeld van de inhoud
Hoofdstuk 1 de basis van sociologie
Sociologie: ‘de wetenschap van de maatschappij’. Een wetenschappelijke
discipline die zich bezighoudt met het analyseren van de samenleving en
hoe mensen zich binnen groepen gedragen. Zij proberen sociale
vraagstukken in de samenleving en de maatschappelijke structuren te
verklaren. Doel: analyseren en verklaren
De sociologie is een wetenschap dat zo neutraal mogelijk probeert te
blijven, waarbij zij geen partij kiezen en meerdere perspectieven aan bod
laten komen. Sociologie is nuttig voor jou als individuele sociaal werker,
omdat het je kan helpen te begrijpen waar een probleem vandaan komt,
welke factoren daarin een belangrijke rol spelen en welke minder.
Sociologie besteed veel aandacht voor gedrag dat kenmerkend is voor
groepen. Volgens sociologie ligt de oorsprong van ons gedrag voor een
groot deel in het feit dat we sociale contacten onderhouden.
Sociaal werk: gericht op het begeleiden en ondersteunen van mensen
om hun dagelijks leven weer op te pakken en mee te doen met de
samenleving. Doel: handelen.
De aanleiding van deze ondersteuning is wat sociologie en sociaal werk
met elkaar verbindt.
Geschiedenis sociologie: ontstaan in de 19e eeuw, door de industriële
revolutie. Deze revolutie bracht maatschappelijke verschuivingen met
zich mee, waardoor het belang van sociale omstandigheden veel
opvallender werd.
Grondleggers van de sociologie: Emile Drukheim, Max Weber en Karl
Marx. hun interesse werd opgewekt door deze verschuivingen en de
gevolgen hiervan tijdens de revolutie.
Zij richten zich op uiteenlopende aspecten en legden zo de fundamenten
van drie centrale thema’s in de sociologie: solidariteit, het verband
tussen maatschappelijke omstandigheden en mentaliteit, ongelijkheid.
Solidariteit (Emile Drukheim): hij stelde vast, dat oudere
dorpsgemeenschappen aan belang verloren door de grote trek naar de
steden. Hij stelde zich de vraag: ‘hoe er in de omstandigheden (van de
revolutie) in de stad nog gemeenschapsgevoelens en solidariteit kunnen
zijn’. De vraag naar waar solidariteit en groepsgevoelens vandaan komen,
houdt sociologen tot op heden bezig. Solidariteit: de bereidheid om iets
voor een ander te doen.
Het verband tussen maatschappelijke omstandigheden en
mentaliteit (Max Weber): hij raakte geïnspireerd door de veranderingen
in het productieproces zelf. Volgens hem werd menselijk gedrag minder
gestoeld op traditionele opvattingen, maar op dat de mens zich alsmaar
meer liet leiden door objectieve wetenschappelijke kennis. Zowel in de
1
,politiek als in de organisaties was er volgens hem een evolutie van macht
die gebaseerd is op traditie ‘wie uit het juiste gezin komt, krijgt de macht’,
maar ook door aantrekkingskracht en charisma.
Mentaliteit bepaalt wat mensen doen. Omdat mensen zich in een
bepaalde situatie bevinden, kijken ze op een bepaalde manier naar de
realiteit en zullen ze zich daar ook naar gedragen.
Relevantie voor sociaal werkers: hoe bepaalt iemands situatie diens
perspectief? Om het vertrouwen van een cliënt te winnen, moeten sociaal
werkers het perspectief begrijpen en de dingen kunnen bekijken vanuit
hun standpunt.
Ongelijkheid (Karl Marx): het viel hem op dat de industriële revolutie
gepaard ging met veel armoede. Het bedrijf verdiende meer geld, terwijl
de arbeiders geen loonsverhoging kregen. Dit kwam volgens hem omdat
industriële productie ervoor zorgde dat een klein aandeel van de bevolking
de fabrieken en machines in handen had en daar bijzonder rijk van werd
(kapitalisten), terwijl de overgrote meerderheid geen andere keuze had
dan in de fabrieken te gaan werken tegen een veel te laag loon
(proletariaat). Deze ongelijkheid zou alleen maar verergeren en leiden
tot meer uitbuiting. Hij trok vervolgens politieke conclusies.
Relevantie voor sociaal werkers: rekening houden met de economische
omstandigheden.
De sociologie is een wetenschap: gebaseerd op onderzoek. Sociologen
houden rekening met concreet waarnemen. Er wordt op een
systematische manier onderzoek gedaan om te kijken wat er in de realiteit
gebeurt. Zij willen daarbij verklaringen bieden en opzoek naar
patronen.
Sociologie gaat over de maatschappij: een groep mensen. Zij
kunnen alleen groepen waarnemen die niet te groot zijn en op een
bepaalde plek samenkomen.
Gedragswetenschap: de sociologie is een gedragswetenschap. Dit houdt
in dat haar doel uiteindelijk is om menselijk gedrag te verklaren. Wat de
sociologie onderscheidt met de andere gedragswetenschappen is dat ze
vertrekt vanuit sociale verbanden. In plaats van een sociale groep als
een verzameling van individuen te beschouwen.
Indirect contact met anderen: contact met anderen zonder dat we het
beseffen.
Sociologische verbeeldingskracht: het gericht zoeken naar het effect
van de sociale verbanden waarvan we deel uitmaken op ons gedrag.
Daarbij letten we niet alleen op het individu, maar op hoe dat individu zit
ingebed in tal van groepen en relaties.
Sociaal probleem: bijvoorbeeld armoede.
2
, Ideologie: het is niet altijd objectief vast te stellen wat de meest gepaste
oplossing is en dat het vooral afhangt van hoe iemand zich de ideale
maatschappij voorstelt.
Rollen: de wederzijdse verwachtingen die personen in situaties van elkaar
hebben.
Men neemt op verschillende momenten, verschillende rollen aan (je
gedraagt je bijvoorbeeld bij je vrienden anders, dan bij een
sollicitatiegesprek). Bij die rollen horen ook verschillende attributen
(tijdens werk, draag je werkkleding en tijdens uitgaan draag je weer wat
anders, dan dat je naar school aandoet). Het doel van deze verschillende
rollen is dat het ervoor zorgt dat sociale interactie min of meer ordelijk
verloopt.
Rollen zijn complementair: je weet dat de andere persoon
verwachtingen van jou heeft. Op basis daarvan kun jij je gedrag
aanpassen, want ook jij speelt een rol in de ogen van die persoon. Het
werkt dus in twee richtingen. Ze veronderstellen elkaar. Zo heeft het geen
zin om je te gedragen als student als er geen docent in de buurt is en
andersom ook niet.
Civil disattention: negeren uit beleefdheid.
Rolovertreding: wanneer iemand ‘uit zijn rol valt’ en niet voldoet aan de
verwachtingen.
Impression management: wanneer je nadrukkelijk bezig bent met de
juiste indrukken te geven en op die manier je de controle probeert te
krijgen over de verwachtingen van anderen. Dit gebeurt ook bij sociaal
werkers. Zij willen het vertrouwen wekken bij hun cliënten en stellen zich
daarom doelbewust empathisch op.
Frontstage en backstage gedrag: in de frontstage zet je je publiek
zichtbare rol neer, zoals de vriendelijkheid van een winkelmedewerker. In
de backstage, onderhoud je het contact met je collega’s. Daar kan
gemopperd worden over klanten of gelachen worden om hun uiterlijk.
Zowel front- als backstage horen bepaalde rollen, al gelden er andere
verwachtingen.
Rolconflict: als je elementen van verschillende rollen gaat combineren,
dreigt er een rolconflict. Wanneer de verwachtingen van bepaalde rollen
elkaar in de weg gaan zitten.
Rollenpatronen: wanneer een stel rollen vaker wordt gecombineerd door
bepaalde personen. Dat betekent dan vaak meteen ook dat men van
iemand die één van die rollen speelt, ook verwachtingen heeft die eigenlijk
bij andere rollen horen.
Stereotypes: kenmerken worden zonder goede reden met rolpatronen in
verband gebracht. Omdat verwachtingen van verschillende rollen binnen
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynnreimink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.