Samenvatting van het vak toegepaste plantkunde fysiologie van hoofdstuk H tem hoofdstuk R (gegeven door professor Steppe) samenvatting bevat alle info van cursus en afbeeldingen, duidelijker opgeschreven en verbanden weergegeven, ideale samenvatting om te slagen voor dit vak
Zaadplanten:
⪢ Zaden met embryo
⪢ Voeding door voedingsweefsel
⪢ Dormante toestand voor ongunstige
omstandigheden
Gymnospermen: naaktzadigen
Angiospermen: verpakte zaden → deze cursus
⪢ Dicotylen
⪢ Monocotylen
Blad + stengel: ‘shoot’
Wortel: ‘root’
Zie pg H3 voor de doorsnede van de stengel, wortel, blad, …
Plantencel
⪢ Hangen aan elkaar door middel van middenlamel
⪢ Geen migratie, enkel delen of vergroten
⪢ Plasmamembraan-secundaire celwand-primaire celwand (van binnen naar
buiten)
⪢ Secundaire celwand: dikker en sterker; ontstaan later bij het einde van de
celvergroting
⪢ Lignine: sterkte en rigiditeit (→ hoog groeien van planten)
⪢ Bryofyten: geen lignine dus zeer kleine plantjes
Meristemen
⪢ Celdeling, alle mitosen en meiosen vinden hier plaats
⪢ Apicale meristemen (actiefste meristemen)
▹ Top van de stengel of wortel
▹ Beschermd: stengel: bladprimordium; wortel: wortelkapje
⪢ Axiaal meristeem
▹ Knopen met okselknoppen voor zijscheuten
▹ Aan top van zijscheut: weer een apciaal meristeem
▹ Zijwortels ontstaan uit de pericyclus
⪢ Primaire groei: nieuwe organen uit actieve apicale meristemen
⪢ Secundaire groei: laterale peristemen, vasculair cambium en kurkcambium
H.2 SOORTEN PLANTENWEEFSELS
1. Dermaal weefsel
Epidermis
⪢ Huidweefsel van de plant
⪢ Soort parenchymcellen
⪢ Primaire groei
,⪢ Afgeplatte polygone cellen
Cuticula
⪢ Waslaagje om waterverlies te beperken
⪢ Eventueel haren
Stomata
⪢ Huidmondjes omgeven door sluitcellen
⪢ Gasuitwisselingen
Wortelepidermis
⪢ Absorptie van water en mineralen
⪢ Geen waslaag
⪢ Wel wortelharen → worteloppervlakte aanzienlijk vergroten
Collenchym (flexibel steunweefsel)
⪢ Smalle, verlengde cellen met dikke primaire wanden (verdikkingen id hoeken)
⪢ Steunfunctie in bladstelen, kruidachtige stengels en groeiende organen
⪢ In bundels/ draden net onder het oppervlak
⪢ Primaire wanden → geen lignine, rekbaar
Sclerenchym (star steunweefsel)
⪢ Steun aan cellen die niet meer verlengen, dode cellen
⪢ Sclereïden: allerlei vormen en komen overal in de plant voor
⪢ Vezels: lang en smal, in bundels & vaak in vaatweefsel
Grondweefsel: in het merg, in de schors
⪢ Schors: tss epidermis en vaatweefsels (in stengels)
⪢ Merg: binnen de cilinder gevormd door het
vaatweefsel (gevormd door vasculair
cambium); spondachtig;
⪢ Stengel
▹ merg binnen de cilinder gevormd door
vaatweefsel, dat gevormd wordt door
vasculair cambium
▹ sponsachtig
▹ groeien doordat vasculair cambium nieuwe floëem- en
xyleemcellen vormt
⪢ Wortels (zie schema’s cursus pg 12-…)
▹ geen merg
▹ vaatweefsel in stele
▹ omgeven door endodermis
, ▹ in celwanden in endodermis: Casparische lijsten: wasachtige structuren die
cel omgeven
⪢ bladeren
▹ mesofyl (2 lagen grondweefsel)
pallisadeparenchym (cilindervormige, dichte cellen); 1 laag & veel
chloroplasten
sponsachtig weefsel: ook fotosynthese, CO2-diffusie in de holten
1. Vaatweefsel
Xyleem: water en ionen vanuit wortel naar andere plantendelen
→ parenchym (reservestoffen) & sclerenchym (versterking)
Floëem: transport van fotosyntheseproducten
→ vezels, parenchym & begeleidende cellen
⇒ bevatten geleidingsweefsel & andere celtypen
Tracheïden en vaatelementen (xyleem)
→ zeer dikke secundaire wanden
→ dood zodra ze hun transportfunctie vervullen
→ spoelvormig & overlappend
→ in verbinding via gaten in hun wanden
→ hoe meer geëvolueerde angiospermen, hoe meer aaneengesloten
vaatelementen
Zeefvaten (floëem)
→ suikers vanuit bladeren naar organen
→ ook echte pijpen zoals vaatelementen (geperforeerde uiteinden = zeefplaten)
→ soms: begeleidende cellen bv leveren van eiwitten en metabloieten
Pg 17
W: WATER
W.1: WATER IN PLANTENCELLEN
Groeiende plantenweefsels: 80-95 % water
Hout → meer dode cellen: 25-30% water
Droge en rijpe zaden → 5-15% water
DS = droge stofgehalte = omgekeerde van watergehalte: voor het aanmaken
van elke g DS nemen wortels een halve liter water op ⇒ hoe meer neerslag, hoe
meer biomassaproductie
→ grote variaties in waterbehoefte; plantensoort & omgeving spelen hierin een
grote rol
Weg van water: bodem → wortel → plantenweefsel → atmosfeer
Verplaatsing water: moleculaire diffusie of massastroming
Moleculaire diffusie: verplaatsing als gevolg van agitatie (spanning)
⪢ Volgens concentratiegradiënt (dc/dx) & hoeveelheid per tijdseenheid
J s
⪢ ¿
−¿ D s
ⅆ c
ⅆ x
, ▹ J s = de flux-densiteit (hoe makkelijk een substantie door een medium
migreert
▹
▹Kleine moleculen migreren makkelijker
dan grote moleculen → afhankelijk van s
▹ Diffusie door lucht, makkelijker dan
diffusie door water → afhankelijk van
medium
▹ Negatieve teken: beweging inrichting van
de afnemende concentraties
▹ Naarmate s beweegt, vertraagt de
beweging
⪢ Tijd nodig voor de halvering van de
concentratie
▹ K: constante afhankelijk van de vorm van
het systeem (nu: K=1)
⪢ In wortels: 10% van volume zijn open ruimten tussen de cellen → laten snelle
migratie van water naar centrale cilinder toe ⇒ apoplastische beweging
Massastroming of bulktransport: de beweging van een groep
(bulk) moleculen, meestal een gevolg van een drukgradiënt
⪢ A = volumeverandering per tijdseenheid
A
¿
⪢ Π r 4
8 η
¿
ⅆ ψ p
ⅆ x
▹ η = de viscositeit
▹ = de drukgradiënt
▹ R = straal vd pijpen
⪢ Komt voor in de floëemvaten
Osmose: passage van een oplosmiddel doorheen een
semipermeabel membraan van een lage concentratie naar een
hoge concentratie opgeloste stoffen
Aquaporines: kanaaltjes of poriën gemaakt uit integrale
membraaneiwitten
⪢ Zorgen voor snelle in- & uitstoming van water (sneller dan
diffusie)
⪢ Via massastroming op microschaal
⪢ Grootste deel van watertransport door membranen
⪢ Selectief voor kleine moleculen zoals CO2 & H2O2, niet permeabel
voor ionen
⪢ Actief openen/sluiten via reversibele fosforilatie & protonatie
⪢ Openen/sluiten door:
▹ Veranderingen van de pH of verandering van de Ca2+-
concentratie binnen de cel
▹ Omgevingsveranderingen (bv doogte of overstroming)
⪢ Open (midden)
⪢ Gesloten
▹ Links: door droogte (defosforylatie van serine)
▹ Rechts: protonatie van histidine
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper neltaveirne. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.