Samenvatting

Samenvatting wervelzuil theorie

0 keer verkocht

Instelling
Universiteit Gent (UGent)

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 26 pagina's

Bekijk voorbeeld

Geupload op 14 januari 2023
Aantal pagina's 26
Geschreven in 2022/2023
Type Samenvatting

wervelzuil
samenvatting

Volgen

mariestanssens Lid sinds 2 jaar 4 documenten verkocht

€6,49

In winkelwagen

Opslaan

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Kinesitherapeutisch onderzoek: wervelzuil: theorie

1. Functionele anatomie
 Wervelzuil: 3 functies:
 Bescherming aan zenuwstelsel, cauda equina
 Zorgen voor steun – stabiliteit – draagvermogen, bepalen lichaamshouding
 Centrale aanhechtingsplaats voor spieren  bewegingssturing
 Romp: 4 regio’s:
 Cervicaal (lordose), thoracaal (kyfose), lumbaal (lordose), sacral (kyfose)
 Wervelzuil: sagittale vlak: S vormig (mag niet in frontaal vlak)
 Mobiliteit + stabiliteit  functionele stabiliteit
 Holle rug (zeer frequent) = anteversie bekken
Uitgevlakte rug (minder frequent) = retroversie bekken

Articulair
 7 cervicale wervels
 12 thoracale wervels
 5 sacrale wervels (vergroeid) + 3/4 wervels os coccygis (vergroeid)

Vertebrae
 Top van de WZ: T7 en dal van WZ: L4
 Proclief segment: cervico-craniaal  dorso-caudaal
 Dus tot aan T7 en ook bij L4 tot onderste
 Declief segment: cranio-dorsaal  ventro-caudaal
 Dus van T7-L4

 Osteologie van de wervel:
 Corpus vertebrae:
 Bij T en L: distaal en proximaal afgevlakt
 Arcus vertebrae: aan dorsale zijde wervelboog: opdelen in:
 Lamina = achterste deel waarop uitsteeksels zich bevinden
 Pediculus = verbindingsstuk arcus met corpus
 Processus spinosus: beenvormig uitsteeksel nr dorsaal
 Processus transversus: beenvormig uitsteeksel nr lateraal
 Processus articulares inferiores: benig uitsteeksel nr onder
 Processus articulares superiores: benig uitsteeksel nr boven

Cervicale regio Thoracale regio Lumbale regio
Foramen transversarium: Proc. spinosi +/- schuin nr Proc. spinosi: +/- horizontaal
opening in proc. transversi voor caudaal; T1  T12: steeds
a. vertebralis (NIET BIJ C7) schuiner (T12: +/- horizontaal)
Proc. spinosus: +/- horizontaal (+ Proc. transversi: gewrichts- Proc. transversi = costalis
gespleten bij C3-C7) vlakken voor ribben + proc. accessorius
+ proc. mammilarius
Corpus: opstaande zijranden Corpus: gewrichtsvlakken voor Corpus: heel groot
(proc. uncinati) ribben

1

,Cervicaal
 Morfologisch + functioneel: cervicale WK opdelen in 3 delen:
 Hoogcervicaal (C0-C2): zeer spec + uitgebreide bewegingsmogelijkheden (bvb. meer dan helft
rotatie vindt hier plaats)
 Mid- en laagcervicaal (C3-C7): typische cervicale bewegingen
 Cervicothoracale overgang (C6/C7 – T3): rigied fulcrum, weinig beweegbaar
 Segmentum mobile:
 = Segment waarin bewegingen optreden als antwoord op actie musculatuur
 2 opeenvolgende wervels – discus intervertebralis – lig. structuren: eerste discus tss C2-C3
 2 facetgewrichten – gewrichten van Luschka (proc. uncinati)
 Verder ondersteund dr neurogene, spieren en vasculaire structuren
 Atlas (C1): geen corpus vertebrae, geen proc. spinosus
 Massae lateralis: 2 zijdelingse delen: verbonden dr korte arcus anterior +
lange arcus posterior
 Arcus anterior: achterzijde: fovea dentis (gewrichtsvlak voor dens <
C2)
 Processus transversi: ver nr lateraal uitsteken; goed palpeerbaar
 Axis (C2): nr craniaal uitstekende dens  articuleren met arcus anterior < atlas
 Lig. transversum atlantis: dens op zijn plaats houden
 Lig. alaria (+/- kruisbanden vr dens): dens verbinden met condyli occipitalis
 Art. atlanto-occipitale (C0-C1)
 Art. atlanto-axialis lateralis + art. atlanto-axialis mediana (C1-C2)
 Proc. uncinati: bovenranden corpora vertebrae C3-C7: opstaande randen
 +/- corpora grijpen elkaar in
 In tussenliggende corpora: spleet = uncovertebrale gewrichten v Luschka (synoviaal)
 C7 = vertebrae prominens: proc spinosi veel langer; goed voor palpatie

 Discus intervertebralis
 Meest craniaal tss C2-C3
 Morfologie v cervicale disci sterk verschillend v andere regio’s:
 Relatief hoge discushoogte (3 mm): is rel want zelfde hoogte bij lumbaal, mr daar zijn wervels
veel groter/hoger
 Dr aanwezigheid proc. uncinati
 Functionele eisen ook anders dan bij lumbaal bvb.: moeten alleen gewicht hoofd dragen (≠
lumbaal: heel lichaam)  minder water, minder proteoglycanen
 Lig. structuren:
 Lig. nuchae
 Membrana tectoria: voortzetting lig. transversum posterius
 Lig. alare
 Lig. transversum atlantis

 Facetgewrichten (art. zygapophysiale)
 Proc. art. inf. v bovenliggende wervel met proc. art. sup. van onderliggende wervel
 Sterk geïnnerveerd met proprioceptoren & nociceptoren
 Vatbaar vr degeneratie + belangrijke bron v pijngeneratie

2

,  Ventrocraniaal gewricht: cervicaal (45°): veel lateroflexie + rotatie  thoracaal (70°) tov
horizontaal vlak
 85° tov sagittale plan

Thoracaal
 Thoracale regio: ook costae, sternum, claviculae, scapulae
 Th7: top thoracale kyfose

 Facetgewrichten (art. zygagophysiale):
 Frontaal georiënteerd:
 Sup. facetten  dorsaal + lateral
 Inf. facetten  ventraal
 Costovertebraal + costotransversaal gewricht:
 Costotransversaal: aan ventrale aspect proc. transversus
 In costovertebrale: kopjes ribben met demifacetten + discus
 Lig. structuren:
 Lig. longitudinale anterior – posterior
 Lig. flavum
 Lig. interspinale
 Lig. supraspinale

Lumbaal
 Proc. transversi = proc. costalis
 Proc. accesssorii: dorsaal v proc. costalis
 Proc. mamillaris: craniaal v proc. accessorii
 L4 = dal v lordose

Sacraal
 5 verbeende wervels
 Proc. spinosi (nog zichtbaar): versmolten tot crista sacralis mediana
 Proc. articularis: versmolten tot crista sacralis intermedia
 Proc. transversi: versmolten tot crista sacralis lateralis

Discus intervertebralis:
 Nucleus pulposus (kern) + collageen: bindweefselringen = anulus fibrosus (nucleus op zn plaats
houden)
 1ste tss C2-C3, laatste 4 opgenomen in os sacrum
 Dikte afh v plaats, leeftijd, belasting WZ
 25% totale lengte WZ

Myofasciaal
 Spieren opdelen op verschillende manieren:
 Lokale  globale spieren (obv functie): eerder functioneel
 Tonische  fasische spieren (obv intrinsieke karakteristieken)
 Ventraal  dorsaal  lateraal (obv anatomische locatie)

Lokale/globale spiersysteem
 Lokale spiersysteem (stabilisatoren):
 Stabiliteit in wervelkolom
 O op occiput, wervels, sacrum  anatomisch geschikt om te stabiliseren

3

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.