Samenvatting Systemisch denken en handelen 2022-2023
1 – INLEIDING
1.2 SITUERING
1.2.1 WAT IS EEN GEZIN?
Onderscheid tussen familie en gezin
− Familie: bloedverwantschapssysteem, betreft vaak een vrij grote groep.
− Gezin: verzameling van ouder(s), kinderen en eventueel andere hierbij inwonende personen,
gaat om een relatief kleinere groep.
− Het ideale gezin is soms meer een idee, een voorstelling, een mythe dan wel een realiteit.
1.2.3 GEZINSVERVANGEND OF GEZINSONDERSTEUNEND? (1)
Soorten contacten met gezin/familie
Van weinig diepgaand naar heel erg diepgaand
− Indirecte contacten: geen rechtstreeks contact met ouders/familie. Je krijgt de info
onrechtstreeks.
o bv. via sociale dienst, schrift, de contextbegeleider/teamcoach…
− Omgangsgerichte contacten: spontaan, informeel contacten die sfeer en vertrouwen laten
ontstaan.
o bv. ophalen/brengen van cliënt, bezoekmoment…
− Ondersteunende contacten: zijn bewuster, intensiever van aard. Contacten waar begrip
wordt aangevoeld, het gevoel krijgen er niet alleen voor te staan.
o bv. gezinsgesprek waar het weekend besproken wordt…
− Contacten gericht op informatie/participatie: formeel doorgeven van info en ouders
expliciet betrekken in de begeleiding.
o bv. bespreken van een handelingsplan, bespreken van schoolkeuze, vrije tijd…
− Behandelingsgerichte contacten: samen op zoek gaan naar een aanpak en gericht
samenwerken.
o bv. zelfstandigheidstraining, ambulante begeleiding gezin…
= Hoe hoger in tabel hoe groter de kans dat je minder mandaat hebt van de ouders. Hoe lager
hoe meer kans dat je mandaat hebt gekregen van de ouders.
Belangrijke momenten binnen een begeleidingsproces
− Intake: tijdens een intakegesprek wordt iets aangenomen voor verdere bewerking. Of
iemand wordt aangenomen door een instelling.
− Verblijf: begeleidingsproces
− Het ontslag: afronden van de begeleiding
Gezinsvervangend of gezinsondersteunend? (zie oef. pagina 10-11)
− Gezinsvervangend: bijna alle aspecten worden overgenomen door de begeleiding.
− Gezinsondersteunend: er is sprake van een samenwerking tussen het gezin en de
hulpverlening. Ouders/familie blijven medeverantwoordelijk.
,Samenvatting Systemisch denken en handelen 2022-2023
2 – TAKEN EN TERRITORIA IN EEN GEZIN (2)
2.1 WAT HOUDT HET IN?
2.1.1 WAT VALT ER ONDER HET BEGRIP TERRITORIUM?
Persoonlijke territoria
= terreinen die iemand voor zichzelf alleen heeft.
− Materiële bezittingen
o bv. tuin, huis, kleding, geld, smartphone…
− Privacy
o bv. kloppen op kamerdeur, toiletbezoek, alleen willen lezen van persoonlijke brief…
− Persoonlijke ruimte
o bv. hoe dicht op een bankje, ruimte aan tafel…
− Het eigen lichaam en de eigen geest
o bv. wie mag mij aanraken, je eigen ideeën…
Sociale territoria
= terreinen binnen sociale relaties.
− Psychologische ruimte: aandacht en invloed.
o bv. anderen kijken en luisteren naar mij, als ik iets zeg wordt er rekening mee gehouden…
− Actieterritorium: terrein waar je verantwoordelijk voor bent en beslissingen in kan nemen.
2.1.2 HOE GAAN WE OM MET ONS TERRITORIUM?
− Subjectief gegeven: interpersoonlijke verschillen die uit het gedrag zijn af te leiden.
o bv. tuin
− Eigendom <-> beheer
o Eigendom: bezit van het terrein
o Beheer: onderhoud van het terrein
− Als ‘eigenaar’ van een domein
o heeft men de verantwoordelijkheid over dit domein
o maar ook verantwoordelijk voor het beheer: handelingen om het domein te
‘onderhouden’
Beheren, verwerven en verdedigen
− Beheren
o Alles waar iemand belang aan hecht
o Subjectieve gegevenheden
o Onderscheid tussen eigendom en beheer
o Het beheer gebeurt niet goed (territorium te groot of bekwaamheid te laag): 3
oplossingen
▪ Territorium inkrimpen
▪ Bekwaamheid verhogen
▪ Hulp of bijstand vragen in het beheer
− Nieuwe terreinen verwerven
− Ons territorium verdedigen
, Samenvatting Systemisch denken en handelen 2022-2023
Agressie = is elke handeling die, vaak met de beste bedoelingen, beslag legt op iets dat iemand
anders als zijn terrein beschouwt.
Bij agressie zijn verschillende reacties mogelijk, afhankelijk van:
- Belang van het betwiste terrein
- Verdedigingsmiddelen
- Verwachting t.o.v. het resultaat van een conflict
Hoe reageren we op agressie?
- De zelfverzekerde reactie
o Gericht op het onmiddellijk terugwinnen van het terrein
o Voordelen
▪ Grote kans onmiddellijk terugkrijgen van het terrein
▪ Bevestigt dat het jouw terrein is en dat je het kan verdedigen
▪ Eigenwaarde stijgt
- De niet zelfverzekerde (of vijandige) reactie
o Indirecte wijze waarop men bv. poogt de agressor te treffen op zijn zwakke plek
o Effect:
▪ Verlies territorium
▪ Reputatie van zwak te zijn
▪ Gevoel van wraak blijft
▪ Eigenwaarde daalt
Wapens = verdoken, niet-openlijke manieren om iemands terrein in te palmen, of het eigen terrein
te verdedigen.
- Snelle overname: iemand komt heel onverwacht op jouw terrein zonder je toestemming.
o Bv. Collega neemt activiteit over/zonder kloppen kamer binnen gaan…
- Langzame overname: op een onopvallende manier en geleidelijk terrein overnemen.
o Bv. Schoonmoeder eventjes in huis nemen, eerste avond heeft ze soep gemaakt, dan
ruimt ze dit op en dat, dan dit en dat verplaatst…
- Definiëring of vleierij: iemand doet een uitspraak over jou zodat je er niet onderuit kan.
o Bv. Je bent goed in acteren, wil jij toneel doen? –> Nu alleen jij die toneel doet.
- Zelfdefiniëring: je kleeft jezelf een etiket op om het terrein van een ander te schenden.
o Bv. Ik ben zo, ik kan er niets aan doen.
- De eigen competentie: door je op stellen als de persoon die het beter weet, neem je terrein
over.
o Bv. Ik ga het doen, ik werk hier al langer.
- Schuldinductie: terrein proberen te verwerven door een verwijt te formuleren.
o Bv. Je hebt de vorige keer de taart laten aanbranden, ik ga het nu bakken.
- Ik doe het voor je bestwil: op die manier eigen je jezelf het recht toe om te doen wat je wil.
o Bv. Dronkaard zijn drank afpakken, ook al wil hij niet.
- Hulpeloosheid: je zodanig hulpeloos opstellen zodat de ander niets anders kan dan
tussenkomen.
o Bv. ‘Ik ben zo slecht in computeren… Het lukt nooit…’
- Ziekte: als definiëring van de ander of als excuus voor bepaald gedrag.
o Bv. Ik kan dit niet schrijven ik heb dyslexie.
- Rookgordijn: het gebruik van vage, of juist heel moeilijke termen om terrein te veroveren.
o Bv. Termen gebruiken om aan te tonen dat ze beter/slimmer zijn.