LIJST VAN NAMEN EN BEGRIPPEN
HISTORISCH OVERZICHT VAN DE WIJSBEGEERTE
Abaelardus
Aquino, Thomas van
abnegatie Wie een afwijkend inzicht heeft, kn uit
vrees voor excommunicatie (banvloek) zijn
eigen mening verloochenen en zich
onderwerpen
! binnen leer
! nadeel in zoektocht naar betrouwbare
kennis
abstractie-procéde (Aristoteles)
afzondering van de wereld De mate waarin de handelingen en
gebruiken (bv. Kledij, voeding, arbeid)
afwijken van die van de omgeving of van
het eigen verleden; afzondering van familie
en vroege vrienen, werkkring, enz. – bij
dogmatische sekten en ideologische
groeperingen
anarchisme
anti-positivisme
A priori Voor ervaring
antropologie (Feuerbach)
a-rationeel Leerstellingen die niet voor rationele of
wetenschappelijke argumentatie vatbaar
zijn, maar evenmin duidleijk strijdig met de
logica of de wetenschappenlijke gegevens.
arbeidswaardetheorie (Marx)
archeologie
arche < Ionische filosofen (oa Thales van Milete):
beginsel, oorsprong. Datgene wat
onveranderlijk is in een voortdurend
veranderende wereld.
Archimedes 3E vot, Sicilië: wiskundige, natuurkundige,
ingenieur. (!exacte formulering, opbouw en
structuur, gekoppeld aan wiskundige
originaliteit en inventiviteit)
! archimedische schroef, takelsysteem
(beschouwde hij zelf als minderwaardig
geen geschriften)
! pi, eigenschappen van krommen en
oppervlakten, methode inhoud en
oppervlak van piramiden, kegel, cilinder,
bol
, ! statica en hydrostatica
Archimedische werkwijze De neiging van wiskundigen om hun
wiskundige werkwijze toe te passen op
fysische problemen die zich daartoe lenen.
= wiskundig analyseren van natuurkundige
problemen
Aristoteles 4E E vot – grondlegger logica
atomisme
attributen (Spinoza) Het oneindig aantal zijnswijzen waarin de
substantie zich uitdrukt, waarvan wij er
twee kennen: het denken en het
uitgebreide (de materiële wereld).
Autarkeia < Diogenes van Sinope: geradicaliseerde
behoefteloosheid. ‘Het aan zichzelf genoeg
hebben’
behoud van energie
Bentham, Jeremy
Berkeley -Locke (radicaliseren) dat sommige
eigenschappen die wij aan de natuur
toeschrijven, in werkelijkheid mentale
constructies zijn. + niets in onze geest kan
bestaan dat niet te herleiden valt tot
empirische gegevens.
<-> Locke: alle kennis kun je beschouwen
als kennis van secundaire kwaliteiten. Voor
alles geldt dat het bestaat, enkel en alleen
als het wordt waargenomen (esse est
principe). Enkel onze voorstellingen of ideas
bestaan werkelijk. Dat er ook buiten ons
bewustzijn een reële wereld bestaat, is
slechts een geloofsovertuiging =
( subjectief ) idealisme
1684-1753: Ierse filosoof en later bisschop.
Hij beweerde dat alles wat wij waarnemen
en kennen, slechts waargenomen en
gekend wordt als bewustzijnsfenomeen.
Met andere woorden, als we beweren dat
een bepaald ding bestaat, dan beweren we
niet meer dat het in ons bewustzijn bestaat.
Of het ook echt in de realiteit voorkomt,
daarover kunnen we niets zeggen. Om in
ons bewustzijn te bestaan moeten
voorwerpen of entiteiten allerereerst
ervaringen geweest zijn.
! onze voorstellingen komen van God. Dat
gaf hem het enige argument om te
aanvaarden dat de buitenwereld ‘bestaat’,
, ook zonder dat wij die waarnemen. God
zorgt immers voor het bestaan van de
dingen zoor ze zelf voortdurend
ononderbroken waar te nemen. God maakt
het ook mogelijk dat alle subecten een
aantal identieke voorstellingen hebben.
bezweringen
bijzondere metafysica = metaphysica specialis: men onderzoekt
de beginselen of grondslagen van de
voornaamste soorten zijnden.
! rationele kosmologie, rationele
psychologie, rationele theologie
bio-ethiek
categorische imperatief < Kant: Een vorm voor het handelen, een
plicht, geldt op zichzelf. Als je een echte
morele wil volgen, op basis van ene vrije
beslissing. Een morele eis die op zichzelf
staat en niet in dienst van andere
doeleinden.
Bv. Wat er ook gebeurt je moet je plicht
doen, bemin je naaste onvoorwaardelijk
= algemeen geldig
om echt redelijk te zijn moet de leidraad
(maxime) van het handelen ook voor de
andere redelijke wezens overtuigend zijn
autonomie van zijn doelstellingen
“handel zo dat je de waardigheid van de
mensheid zowel in jouw persoon als in die
van elke andere persoon altijd hoogacht, en
dat je die persoon altijd als doen (van
zichzelf) erkent en nooit als louter middel
gebruikt.
<->conditionele/hypothetische imperatief
(eis/bevel).
causaliteit ! Hume:
Het leggen van verbanden tussen oorzaken
en gevolgen, een neiging van onze
psychische natuur.
charismatische leider De macht kan ook volledig in handen zijn
van een figuur die allen als de ‘verlichte’ of
de ‘Messias’ beschouwen – bij dogmatische
sekten of ideologische groeperingen
closed mind < Milton Rokeack, The open and closed
mind: investigations into the nature of belif
systems and personality systems, 1960
, closed society < Karl Raimund Popper: kritiek op Plato:
een gesloten maatschappijviesie, dat wil
zeggen de idee dat men een volmaakte
maatschappij kan construeren, die dan
uiteraard- aangezien ze volmaakt is- niet
vatbaar hoeft te zijn voor verdere evolutie
en bijgevolg geen nood heeft aan kritische
commentaren. Hij ziet Plato – met Hegel en
Marx- een van de voorlopers van de
totalitaire maatschappij-opvattingen van
onze tijd, namelijk het nazisme, fascisme
en communisme. Zowel utopiëen als
reactionaire politieke visies kunnen tot
gesloten maatschappijen leiden.
collectivistisch anarchisme
communisme
communistische ideologie
communistische maatschappij
conservatief
constructie-procédé (Aristoteles)
Copernicus 1543: ‘De Revolutionibus orbium
caelestium’: openbreken van gesloten naar
open wereldbeeld. Voor het eerst wordt een
wisseloplossing geboden tegenover het
klassieke geocentrische wereldbeeld. De
aarde staat niet meer in het centrum en
beweegt nu zelf rond de zon. =
heliocentrisme (maar de sfeer van de vaste
sterren blijft brestaan)
cultureel relativisme
culturele antropologie
cultuurwetenschappen Die de producten van de menselijke
creativiteit tot voorwerp hebben. Hiertoe
behoren filologie, kunst-en
literatuurwetenschap, taalkunde,
rechtswetenschap, archeologie en
geschiedenis.
Darwin, Charles
De Aufklärung = Verlichting, gedachtenstroming in de
18de E, die een redelijk inzicht zocht in
mens en maatschappij. Men moet
loskomen uit de onmondigheid waar de
mens zelf schuld aan heeft. Een grote
inspiratiebron in het Engels empirisme. Een
aantal aspecten: vertrouwen in de rede
(redelijke ordeningen) en streven naar het
natuurlijke, geloof in de vooruitgang,
streven naar rationalisatie (!Spinoza) en
ordening, de vrijheid en opvoeding zijn
belangrijk. Het streven naar rationaliteit
(feiten), naar vooruitgang tot vrijheid (bv.
Scheiding der machten), het elimineren van