Les 12 – gedragsproblemen en -verslaving
Gedragsproblemen en -stoornissen
Inleiding
- Gedragsproblemen = brede, overkoepelende beschrijvende term
o Opstandig en ongehoorzaam gedrag, of agressie, woedebuien, vandalisme, etc.
o Veel wat gedragingen vallen hier dus onder.
- = alle kinderen die ongewenste gedragingen stellen die vooral voor de omgeving storend zijn
o Bv.: agressief gedrag, woedeaanvallen, pesten, delinquent gedrag
- En dat afgezien van de ernst, de oorzaak of de context van dat storende gedrag
- Gedragsstoornissen en gedragsproblemen liggen in elkaars verlengde
- Leeftijdsgebonden, bv.: opstandigheid in de pubertijd
- Voor de ernstige gebruiken we ‘gedragsstoornis’
o Stoornissen zijn minder situatie gebonden
o Stoornissen zijn erger dan gedragsproblemen
o Er is een stoornis als persoon zich zo aanhoudend gedraagt, en zo gedraagt dat het
dagelijks functioneren beperkt wordt.
o Niet omdat je een gedragsprobleem hebt, dat je en klinische stoornis hebt.
- Gedragsstoornissen vallen dus onder gedragsproblemen, maar niet elk gedragsprobleem is
ook een gedragsstoornis.
Invloed kind en omgeving
- De termen gedragsproblemen en stoornissen wekken ten onrechte primair dat er iets met
het kind mis is
- Maar vaak zien we dat er een interactie is tussen de omgeving en het kind.
o Sommige gedragsproblemen worden echter uitgelokt of versterkt door de omgeving
- Pedagogische klimaat en opvoedingsstijl zijn medebepalend voor hoe het kind zich zal
gedragen.
- Soms is de pedagogische aanpak niet altijd even goed afgestemd op de behoeften van het
kind
o We spreken dan eerder van opvoedingsproblemen, i.p.v. gedragsproblemen
- Niet de bedoeling om de schuld bij ouders of leerkrachten te leggen
1
,Aandachtspunten bij gedragsproblemen
- Moeilijk om exacte criteria te formuleren voor gedragsproblemen
o Want het gaat om het gedrag van een bepaald kind, die op een bepaald ogenblik,
door bepaalde personen in een bepaalde context als storend worden gezien.
- We moeten dan rekening houden met het volgende, voor het gedrag als problematisch
wordt bestempeld:
o Het ontwikkelingsperspectief:
Aangepastheid gedrag afhankelijk van de leeftijd
Kinderen zijn in volle ontwikkeling. Op de ene leeftijd kan bepaald gedrag
normaal zijn, maar op een andere leeftijd niet
Er moet een goede kennis zijn van een normale ontwikkeling hiervoor
o De continuümgedachte:
Kwantitatief verschil tussen kinderen met en zonder gedragsproblemen
Kwalitatief verschillen kinderen met gedragsproblemen niet van kinderen
zonder gedragsproblemen. Alle kinderen hebben die kenmerken wel eens.
We verplaatsen het gedrag op een continuüm naargelang frequentie, intens,
langdurigheid, en of het in verschillende situaties voorkomt.
o De context:
Belangrijk of het gedrag zich in 1 of meerdere contexten voordoet
Bv.: als kind alleen lastig doet thuis, is het misschien een interactieprobleem
of een opvoedingsprobleem.
o De informant:
Perceptie en pedagogisch inzicht
Hangt altijd af van wie. Sommige mensen vinden iets vreemd/irritant,
sommigen niet
Bv.: ouders van het kind hebben op dat moment huwelijksproblemen, en
zien daardoor normaal gedrag van het kind, als irritant ineens.
Bv.: sommigen hebben te hoge verachtingen van het kind, waardoor iets als
problematisch kan gezien worden
Als er niet ingegrepen wordt, om ouders op een andere manier naar
het kind te laten kijken, kunnen er alsnog gedragsproblemen
ontstaan.
DSM5 hoofdstuk disruptieve, impulsbeheersings- en andere
gedragsstoornissen
- Gedragsproblemen zijn dus niet ernstig genoeg om opgenomen te worden in de DSM
o Gedragsstoornissen wel
- Soorten gedragsstoornissen:
o Oppositionele-opstandige stoornis (ODD)
Hoge comorbiditeit met ADHD
o Periodiek explosieve stoornis
o Normoverschrijdend-gedragsstoornis (conduct disorder - CD)
Hoge comorbiditeit met ADHD
o Antisociale persoonlijkheidsstoornis
o Pyromanie
o Kleptomanie
o ADHD
- ODD, CD & ADHD komen vaak voor, en ook samen.
2
, - Al deze stoornissen zijn sociaal verstorend
Oppositioneel opstandige gedragsstoornis
- Dit is niet ‘de lichtere versie van CD’, het is een afzonderlijke diagnostische categorie
- Niet-delinquente, negativistische of opstandige gedragsstoornis
- Minderheid van kinderen met ODD ontwikkelen later een normoverschrijdende
gedragsstoornis
o Kan ook leiden tot antisociaal gedrag
- Kenmerken:
o Negativistisch of opstandig
o Verzet tegen autoriteiten
o Anderen opzettelijk irriteren
o Snel boos of driftig, prikkelbaar
o Lichtgeraakt en snel verveeld
o Anderen de schuld geven
o Opvliegend van aard
o Rancuneus of zich hatelijk en wraakzuchtig gedragen
- Meestal starten de problemen in de thuiscontext, maar het kan zich uitbreiden naar de
school of in de vrije tijd
Prevalentie
- 1-11% van de kinderen en adolescenten
- Komt voor 12 jaar vaker voor bij jongens
o Later is sekseverschil minder duidelijk
DSM5
4/8 en al ten minste een half jaar bestaand patroon:
- Boze/prikkelbare stemming
1. Verliest vaak zijn of haar kalmte
2. Is vaak lichtgeraakt of snel geërgerd
3. Is vaak boos en ontevreden
- Ruziezoekend/uitdagend gedrag
4. Maakt ruzie met gezagsfiguren, of bij kinderen en adolescenten, met volwassenen
5. Verzet zich vaak actief tegen of weigert te voldoen aan regels of verzoeken van
gezagsfigueren
6. Ergert anderen vaak opzettelijk
7. Geeft anderen vaak de schuld van zijn/haar fouten on wangedrag
- Wraakzucht
8. Is de afgelopen zes maanden minstens tweemaal hatelijk of wraakzuchtig geweest
In tegenstelling tot kinderen met CD, zijn kinderen met ODD niet agressief ten opzichte van
ander mensen of dieren.
Vernielen geen eigendommen en vertonen geen bepaald patroon van diefstal of bedrog.
- Verstoring in gedrag gaat samen met lijdensdruk bij betrokkene zelf of bij sociale omgeving
o Of negatieve invloed op sociaal, schools, of beroepsmatig functioneren
o Zonder dit is er geen sprake van een klinische stoornis
3