Les 2 van klinische psychologie in het tweede jaar toegepaste psychologie. Inleiding psychopathologie. Alle lessen van klinische psychologie zijn geüpload. Samenvatting van lessen en ppt. Grondige samenvatting.
Les 2 – inleiding psychopathologie
Voorbeeldexamenvraag
Jef drinkt overmatig veel alcohol na de werkuren en komt ‘s morgens vaak te laat en nog
geïntoxiceerd toe op het werk. Welk criterium voor afwijkend gedrag (Nevid) is het meest van
toepassing in deze situatie?
A. Gevaar ten opzichte van anderen
B. Foute perceptie en interpretatie van de werkelijkheid
C. Aanzienlijk emotioneel lijden bij Jef
D. Contraproductief en ongepast gedrag
D is juist.
A Het zou gevaarlijk kunnen zijn moest de persoon gevaarlijke handelingen moeten doen tijdens B
B zijn werk, maar dat is nu niet van toepassing.
C Foute perceptie en interpretatie van de werkelijkheid is nu ook niet, want hij hallucineert niet.
Emotioneel lijden is kan je nog niet weten.
Inleiding
Psychopathie = 1 specifieke persoonlijkheidsstoornis.
Psychopathologie = de wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden.
Het geheel van psychische stoornissen.
- Syndroombenadering = een soort beeld waarbij dat alle symptomen samenhangen.
Verschillende symptomen hangen samen tot een ‘ziekte’. We vertrekken van wat we weten
o Vertrekken vanuit syndromen = gegroepeerde entiteiten. Zo gaan kijken wat de
psychologie ervan is en wat er speelt op psychologisch vlak.
o Alle symptomen samen vormen een syndroom.
Psychologie van het pathologische
- Symptoombenadering = in plaats van te kijken naar het overkoepelende beeld, gaan we
kijken naar de uitingen, alle psychische processen en pathologische varianten. We kijken naar
een kleinere eenheid.
o Vertrekken vanuit symptomen; normale processen die bij ons spelen (bv.
geheugenprocessen, …). Als deze extreem aanwezig zijn dan spreken we van
psychopathologie.
Pathologie van het psychische
Verhouding psychopathologie en psychiatrie:
- Wederzijdse beïnvloeding (kennis en kunde)
- In psychiatrie: individu staat centraal
o Kijken naar de praktijk met één individu.
Bv. Hoe ga je aan de slag met een patiënt die bij jou langskomt?
1
, - In de psychopathologie: algemeen geldende staat centraal (theorie)
o Je gaat je meer richten op de grote theoretische invalshoeken op empirische
gegevens, algemeen geldende principes.
o Principes proberen afleiden die een richtlijn kunnen zijn van hoe je je moet gedragen
binnen de praktijk = onderliggende basis voor wat we in de praktijk gaan doen.
Normaliteit vs. pathologie
De meeste stoornissen die we nu kennen, zijn stoornissen die al een hele tijd bestaan.
We kunnen pas spreken van psychische stoornissen als ze vastgesteld zijn in alle continenten en
door de eeuwen heen.
Maar als we kijken naar wat we dagdagelijks leven, dat de uitingsvorm kan variëren.
Stoornissen kennen dus veel variaties:
- Pathogene elementen = algemene kenmerken van een stoornis
o = Algemene kenmerken die noodzakelijk zijn voor een bepaalde diagnose. Zonder
deze kenmerken kan je de diagnose niet stellen.
Bv. psychose: er moeten wanen en hallucinaties aanwezig zijn, anders
spreek je niet over een psychotische stoornis.
Bv: paniekstoornis: Je hebt last van paniekaanvallen
- Pathoplastische elementen = tijds- en plaatsgebonden invloeden. Afhankelijk van een
context waarin je functioneert.
o Culturele variaties kern hetzelfde, maar hoe bepaalde dingen geuit worden,
kunnen anders zijn.
Bv. psychose: de manier waarop deze tot uiting komen hangt af van
de cultuur, de plaats, de tijd, etc. Er is verandering.
Bv: paniekstoornis: in sommige culturen krijg je last van tinnitus.
Begrippen
- Klinisch beeld: is het beeld dat direct door de arts of hulpverlener zichtbaar is.
o Alle symptomen, dingen die observeerbaar zijn samen te nemen en zo op te nemen
waardoor je je al een beeld kan vormen.
o Belangrijk dat je dit herkent: bv. iemand kan er heel neerslachtig uitzien, weinig
intonatie hebben, … Belangrijk dat als je deze dingen samenneemt dat je denkt aan
een depressie = klinisch beeld.
- Prevalentie: frequentie van het voorkomen van een bepaalde aandoening op een specifiek
moment binnen een omschreven populatie.
o = oude en nieuwe gevallen/(op) totale populatiegroep.
o Enkel over nieuwe gevallen: incidentie.
- Symptoom (is niet hetzelfde als diagnostisch criterium): ziekteteken of uiting, signaal,
kenmerk van een pathologisch proces.
o Hoofdsymptoom = direct oriënterende functie = direct richting geven naar de
diagnose die aanwezig is.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper manouvanfleteren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.