Overzicht wet artikels
DE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET ALGEMEEN
HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen
Art. 1. WAO Deze wet regelt de arbeidsovereenkomsten voor werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers en
dienstboden.
Zij is ook van toepassing op de bij het eerste lid bedoelde werknemers, tewerkgesteld door het Rijk, de
provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten, de openbare instellingen
welke eronder ressorteren, de instellingen van openbaar nut en de door het Rijk gesubsidieerde
inrichtingen van het vrij onderwijs, en wier toestand niet statutair geregeld is.
[2 Zij is niet van toepassing op de personen die onder de toepassing vallen van de wet van 24
december 2020 betreffende het verenigingswerk, voor zover is voldaan aan de voorwaarden van artikel
42 van voormelde wet.]2
Art. 2. De arbeidsovereenkomst voor werklieden is de overeenkomst waarbij een werknemer, de werkman,
zich verbindt, tegen loon, onder gezag (...) van een werkgever in hoofdzaak handarbeid te verrichten.
<W 1985-07-17/41, art. 1, 010>
Art. 3. De arbeidsovereenkomst voor bedienden is de overeenkomst waarbij een werknemer, de bediende,
zich verbindt, tegen loon, onder gezag, (...) van een werkgever in hoofdzaak hoofdarbeid te verrichten.
<W 1985-07-17/41, art. 1, 010>
Art. 4. De arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers is de overeenkomst waarbij een werknemer,
de handelsvertegenwoordiger, zich verbindt tegen loon cliëntele op te sporen en te bezoeken met het
oog op het onderhandelen over en het sluiten van zaken, verzekeringen uitgezonderd, onder het gezag,
voor rekening en in naam van een of meer opdrachtgevers.
Niettegenstaande elke uitdrukkelijke bepaling van de overeenkomst of bij het stilzwijgen ervan wordt
de overeenkomst gesloten tussen opdrachtgever en tussenpersoon, welke ook de benaming zij,
beschouwd als een arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers, tenzij het tegendeel wordt
bewezen.
Zijn naar luid van deze wet geen handelsvertegenwoordiger : de commissionair, de makelaar, de
concessiehouder voor alleenverkoop, de tussenpersoon die zijn orders vrij kan doorgeven aan wie hij
wil, en in het algemeen, de handelsagent die met zijn opdrachtgever verbonden is door een
aannemingsovereenkomst (in de zin van de wet betreffende de handelsagentuurovereenkomst), een
lastgeving tegen loon of elke andere overeenkomst krachtens welke de handelsagent niet onder het
gezag van zijn opdrachtgever optreedt. <W 1995-04-13/39, art. 2, 036; Inwerkingtreding : 12-06-1995>
Art. 5. De arbeidsovereenkomst voor dienstboden is de overeenkomst waarbij een werknemer, de dienstbode,
zich verbindt tegen loon en onder gezag (...) van een werkgever, in hoofdzaak huishoudelijke
handarbeid te verrichten in verband met de huishouding van de werkgever of van zijn gezin. <W 1985-
07-17/41, art. 1, 010>
Art. 6. WAO Alle met de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten strijdige bedingen zijn nietig
voor zover zij ertoe strekken de rechten van de werknemer in te korten of zijn verplichtingen te
verzwaren.
Art. 8 WAO. Wanneer werknemers, aangeworven onder de in de artikelen 2, 3, 4 en 5 gestelde voorwaarden,
verplicht zijn, met het oog op de uitvoering van de overeengekomen arbeid, groepen of ploegen van
werknemers te organiseren of te leiden, wordt van rechtswege vermoed dat zij handelen als
gevolmachtigde van de werkgever in hun betrekkingen met de werknemers die de groepen of ploegen
vormen.
Het tegenbewijs is niet toegelaten.
Art. 9. De arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk moet voor
iedere werknemer afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld uiterlijk op het tijdstip waarop de
werknemer in dienst treedt.
1
, Is er geen geschrift waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of voor een
duidelijk omschreven werk is gesloten, dan gelden voor deze arbeidsovereenkomst dezelfde
voorwaarden als voor de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.
De schriftelijke vaststelling van een overeenkomst voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk
omschreven werk is niet vereist in de bedrijfstakken en voor de categorieën van werknemers waarvoor
die vorm van arbeidsovereenkomst toegestaan is ingevolge een collectieve arbeidsovereenkomst die
door de Koning algemeen verbindend is verklaard.
Art. 10. WAO Wanneer de partijen verscheidene opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd
hebben afgesloten zonder dat er een onderbreking is, toe te schrijven aan de werknemer, worden zij
verondersteld een overeenkomst voor onbepaalde tijd te hebben aangegaan, behalve wanneer de
werkgever het bewijs levert dat deze overeenkomsten gerechtvaardigd waren wegens de aard van het
werk of wegens andere wettige redenen.
(De Koning kan de gevallen bepalen waarin de werkgever dit bewijs niet mag leveren.
De bepalingen van dit artikel zijn ook van toepassing op de overeenkomsten voor een duidelijk
omschreven werk.) <W 1989-12-22/31, art. 188, 019; Inwerkingtreding : 09-01-1990>
Art. 10bis WAO <W 1998-02-13/32, art. 12, 040; Inwerkingtreding : 01-01-1998> § 1. In afwijking van artikel 10 kunnen
opeenvolgende overeenkomsten voor een bepaalde tijd worden gesloten onder de voorwaarden
bepaald bij § 2 en § 3 van dit artikel.
§ 2. Er kunnen maximum vier overeenkomsten voor een bepaalde tijd worden gesloten, waarvan de
duur telkens niet minder dan drie maanden mag bedragen zonder dat de totale duur van deze
opeenvolgende overeenkomsten twee jaar mag overschrijden.
§ 3. Met de voorafgaande toestemming van de door de Koning aangewezen ambtenaar kunnen er
overeenkomsten voor een bepaalde tijd gesloten worden, waarvan de duur telkens niet minder dan zes
maanden mag bedragen, zonder dat de totale duur van deze opeenvolgende overeenkomsten drie jaar
mag overschrijden.
De Koning bepaalt welke procedure moet worden gevolgd om de toestemming te verkrijgen van de in
het eerste lid bedoelde ambtenaar.
Art. 11bis. <W 1981-06-23/04, art. 1, 003> De arbeidsovereenkomst gesloten voor deeltijdse arbeid moet voor
iedere werknemer afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de
werknemer de uitvoering van zijn overeenkomst aanvangt.
Dit geschrift moet de overeengekomen deeltijdse arbeidsregeling en werkrooster vermelden.
Het werkrooster van deeltijdse arbeid kan variabel zijn. [2 In dat geval wordt het vastgesteld volgens
de regels bepaald in het arbeidsreglement. Dit moet blijken uit de in het eerste lid bedoelde
overeenkomst, die daarnaast, in afwijking van het tweede lid, slechts de overeengekomen deeltijdse
arbeidsregeling moet vermelden.]2 (De wekelijkse arbeidsduur, berekend overeenkomstig de
bepalingen vastgesteld door artikel 26bis, § 1, [1 zevende lid]1, van de arbeidswet van 16 maart 1971,
moet echter gemiddeld worden gerespecteerd over een periode van maximum één trimester. Een
collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende
de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (of, bij ontstentenis, het
arbeidsreglement) kan de periode verlengen tot maximum één jaar. Ze kan verlengd worden door de
Koning voor de werknemers en de werkgevers die niet onderworpen zijn aan de wet van 5 december
1968.) <W 1989-12-22/31, art. 182, 019; En vigueur : 30-03-1990> <W 1996-07-26/32, art. 40, 038; En
vigueur : indéterminée> <W 1998-12-04/31, art. 10, 041; En vigueur : 27-12-1998>
[2 Zo er geen overeenkomstig de voorgaande leden gesteld geschrift is, kan de werknemer de
deeltijdse arbeidsregeling en werkrooster kiezen die hem het meest gunstig zijn onder dewelke die
worden toegepast in de onderneming.]2
(De wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemer die in de bij het eerste lid
bedoelde overeenkomst is overeengekomen, mag niet lager liggen dan een derde van de wekelijkse
arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers die in de onderneming tot dezelfde categorie
behoren. Bij ontstentenis van voltijds tewerkgestelde werknemers die in de onderneming tot dezelfde
categorie behoren moet men zich houden aan de arbeidsduur die in dezelfde bedrijfssector van
toepassing is.
De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, en onder de voorwaarden die Hij vaststelt,
toestaan dat afgeweken wordt van de grens van een derde in de bedrijfstakken, de bedrijfscategorieën
of de ondernemingstakken of voor de categorieën van werknemers of werken waarop deze grens niet
2