Samenvatting Systemisch denken en handelen
Inleiding
Systeemdenken = de leer van het individu in relaties tot zijn omgeving
Als individu maken we deel uit van complex geheel dat we beïnvloeden en waardoor we
beïnvloed worden
Elk individu is een systeem op zich (bestaande uit lichaam en geest met verschillende
onderdelen: zintuigen, hersenen, bloedsomloop,…)
Elk individu maakt deel uit van verschillende systemen (gezin, school, vrienden, buurt,..)
Deel1 Hulpverlening aan een cliënt en zijn context
1. Het begrip context
Individu:
Maken we deel uit van een complex geheel dat we beïnvloeden en waardoor we beïnvloed
worden
Elk individu is een systeem op zich
Bestaande uit een lichaam en geest met verschillende onderdelen
Elk individu maakt deel uit van systemen
o School
o Gezin
o buurt
Context = totale omgeving van de cliënt waarin betekenis wordt gegeven aan gevoelens, gedrag,
gedachten, situaties, relaties,…
Context bevat zowel personen, netwerken, organisaties en het ruimer maatschappelijk kader
Familiaal netwerk = betrokken zijn met elkaar verbonden via geboorte, huwelijk/ relatie,
ouderschap,..
Sociaal netwerk = mensen die elkaar kennen vanuit een gemeenschappelijke omgeving bv.
Buurt, school, werk,..
Context bestaat uit:
Microniveau: gezin, familie, vrienden
Mesoniveau: school, werk, instelling, buurt
Macroniveau: maatschappij, cultuur, religie, sociaaleconomische status
2. Systemisch werken in de hulpverlening
Niet enkel de aangemelde cliënt maar ook anderen, waarmee hij/zij een relatie heeft,
worden betrokken in de hulpverlening
Inhoud van de hulpverlening zijn de onderlinge relaties
SDH helpt om onderlinge relaties tussen mensen te omschrijven en meer tastbaar te maken
Micro, meso, macro niveau zijn met elkaar verbonden hen hebben invloed op elkaar
Doel = functioneren van het individu in zijn context en/of het systeem te verbeteren
Rekening leren houden met ‘ieder heeft zijn waarheid/ zijn perspectief
o De verscheidenheid aan werkelijkheden en perspectieven
o Iedereen kijkt op een eigen manier naar de wereld
o En/ of de meerzijdige partijdige houding begrijpen, leren gebruiken
3. Het systeempentagram
Zie foto op pwp
Opvoeder en begeleider houdt rekening met de vijf systemen van het systeempentagram
, De cliënt: individueel systeem
o het individu dat zich met een bepaald probleem heeft aangemeld dan wel
aangemeld is door een doorverwijzer.
Partner/ opvoeders systeem
o 2 volwassenen die bewust voor elkaar hebben gekozen partnerrelaties (Hoe
verhouden de partners zich onderling? Hoe verloopt de communicatie? Zijn er
bepaalde relatieproblemen?)
o Gemeenschappelijke opvoeders verantwoordelijkheid
Gezin systeem: breng de/hun relaties in kaart om zicht te krijgen op hun krachten, invloeden
en loyaliteiten (kind, partner, ouders,..)
Supra familiaal systeem: de bloedverwantschappen en hun partners tot in de derde lijn
vanuit het gezinssysteem (opa, Oma, ouders,…
De context/ omgeving: school, werk, …
Conclusie = brede samenwerking met cliënt/cliëntsysteem én context
4. Huidige tendens in hulpverlenen = brede samenwerking met de cliënt/ cliëntsysteem en context
4.1 Werken met het systeempentagram
Met welk systeem start je? Wie/ wat heeft prioriteit?
Geen hiërarchische volgorde:
o Algemene cliënt (steeds) prioritair problematisch?
Rekening houden met
o Eigen professionaliteit; inzicht en ervaring
o Keuze cliënt
o Regelgeving/ keuze van je organisatie
4.2 De behoeftepiramide volgens Maslow
(staat niet in de pwp)
Biedt goede leidraad om hiërarchie van individuele en psychologische doelen te bepalen
Eerst voldaan aan onderste laag voordat er aan andere lagen kan gewerkt worden
Zie afb. syllabus
Organische of lichamelijke behoeften: verband met overleven van her organisme en het
lichamelijk evenwicht behouden (drinken, eten, slapen,..)
Behoefte aan veiligheid en zekerheid: individu gaat op zoek in georganiseerde kleine/ grote
groepen. (ouders, steunfiguren,...)
Behoefte aan sociaal contact: vriendschap, liefde,..
Behoefte aan waardering en erkenning: weten dat je iets betekent voor andere
Behoefte aan zelfontplooiing: persoonlijkheid en groeimogelijkheden (opleiding, hobby,..)
Bij systemisch werken is het belangrijk de behoefte van het hele sociale systeem te bekijken (koppel,
gezin, familie,..), en niet enkel van het individu
4.3 Vraag-gestuurd en aanbod-gestuurd
, 4.3.1 Vraag-gestuurde hulpverlening
Op cliënt niveau betekent:
aansluiten bij vragen, behoeften, belevingen, ervaringen en oplossingen van cliënten
versterken van de mogelijkheden, vaardigheden en de eigenwaarde van cliënten
activeren van cliënten in het zelf verbeteren van de situatie
samenwerken met cliënten bij alle stappen in het hulpproces
de realiteit van de cliënt en/of cliëntsysteem ook een plek geven in hun perspectief/hun
waarheid
4.3.2 Aanbod-gestuurde hulpverlening
Op Cliëntniveau betekent:
• Het aanbod van de dienst of organisatie bepaalt de hulp of de zorg die cliënt krijgt
• Rekening houden met de mogelijkheden van de organisatie
Heel vaak zie je een evolutie naar een evenwicht tussen de beide manieren van sturingen in
zeer veel organisaties
5. Technieken om de cliënt en zijn context in beeld te krijgen
• In dialoog gaan om tot hulpverlenen/ verandering te komen, samen breng je de context in
beeld via:
o Genogram
o Levenslijn
o Familietekening
5.1 Meerwaarde van deze technieken
Meerwaarde voor hulpverlening =
• Verkennen van hulpbronnen voor ondersteuning
• Zicht krijgen op de betekenis van de relaties
• Aanknopingspunten voor de hulpverlening
• Zicht krijgen op de krachten binnen de familiale en/ of sociale context
• Zicht krijgen op de rationele patronen binnen de familiale en/of sociale context
5.2 Het genogram
Wat is een genogram?
• Grafische weergave van het gezin en de familie van de cliënt.