Immobiliën
Inleiding
Immobiliën niet enkel eigen woning of appartement.
vertakt doorheen de hele maatschappij
in bedrijven, financiële markten, de overheid veel meer invloed
1. Immobiliën
1.1 Wat is immobiliën of vastgoed?
Immo = vastgoed -> niet-verplaatsbaar karakter
Goed -> materiele karakter
-> grond en opstallen (gebouwen)
Real Estate -> land en alle hieraan verbonden + bezit
1.2 Onderverdeling van de goederen
Roerende goederen
= zijn uit hun aard alle beweegbare, verplaatsbare goederen
Bv. Auto’s, meubels en dieren
Onroerende goederen
= Door hun aard, bestemming en door het voorwerp waarop zij betrekking
hebben
Onroerend door hun aard :
= De grond en alles wat hier rechtstreeks of onrechtstreeks, op natuurlijke of
kunstmatige wijze mee verenigd is en daaraan zijn nut ontleent.
° vb. woningen, bomen, wortelvaste vruchten, planten buizen voor de
waterleiding.
Onroerend door bestemming:
= Dit vereist specifieke bestemming, meestal verbonden aan specifieke eco.
activiteit en zijn voorwerpen die eigenaar dat erf geplaatst heeft voor dienst en
exploitatie van dat erf
Voorbeelden : vissen in een visvijver, gereedschap smederij
, Voorwaarden :
1. lichamelijk onroerende zaak
2. Zowel hoofdzaak als zaak die onroerend wordt door eco. bestemming,
toebehoren dezelfde eigenaar
3. zaak dienen voor dienst of exploitatie onroerend goed waarin geplaatst
voorwaarden Hof van Cassatie :
4. grond of gebouw waar activiteit, uitbating of productie plaatsvindt, zichtbaar
aan bedrijvigheid aangepast of speciaal daartoe ingericht, hetgeen toelaat aan
derden om vast stellen welke activiteit plaatsvindt en welke goederen onroerend
worden
5. de zaak moet nuttig, niet noodzakelijk zijn
-> het volstaat niet dat zaak niet persoonlijk nuttig is voor eigenaar; zaak moet
effectief worden aangewend voor uitvoering activiteit.
Onroerend door het voorwerp waarop zij betrekking hebben:
=> onroerende goederen ofwel lichamelijk of onlichamelijk , hierboven alles
lichamelijk
= Onlichamelijke onroerende goederen nemen vorm van rechten. Indien rechten
betrekking op onroerende lichamelijke goederen, dan zijn rechten ook
onroerend.
Soorten rechten :
Zakelijke rechten: het eigendomsrecht, het recht opstal, erfpacht,
erfdienstbaarheden, vruchtgebruik.
Vorderingsrechten: betrekking op recht schuldeiser om van schuldenaar
prestatie eisen
-> Voor zover verplichting iets geven slaat op
onroerend goed, is goed onroerend door voorwerp
waarop het betrekking heeft
Onroerende rechtsvorderingen: bijv. eigendomsvordering iemand voor
rechter kan inroepen en afdwingen
-> Indien vordering slaat op onroerend
goed, zal rechtsvordering ook onroerend
worden door voorwerp waarop ze
betrekking heeft.
, De vraag wanneer voorwerp onroerend of roerend, vaak aanleiding discussies bij
overdracht
onroerend -> inbegrepen in koopprijs door verkoper niet meegenomen
Roerende goederen -> niet verankerd aan woning en verkoper kan
meenemen. gordijnen, de voorraadrekken
Verlichting -> ingebouwde verlichtingsarmaturen onroerend zijn door
bestemming/incorporatie, maar lusters roerend zijn.
zonnepanelen -> onroerend door bestemming
Zowel roerend als onroerend = bouwmateriaal
= Het zijn roerende goederen totdat zij door de bouwvakkers in een gebouw zijn
verwerkt, vanaf dat moment zijn ze onroerend.
1.2 De Vastgoedmarkt
Koop- en huurmarkt
Eigendoms- en gebruikersrechten
In combi met financiële, ontwikkelings- en
constructiemarkt
Typerende begrippen :
Gefragmenteerd = geen centrale prijsvorming
In transparant/ondoorzichtig = marktinfo is zeer beperkt
Uniek = elk gebouw is bijzonder
Illiquide = vastgoed is een liquide middel maar neemt enorm veel tijd in
beslag
1.3 Residentieel vastgoed
= gebouwen voor wonen en “algemeen publiek”