Personen met een auditieve handicap
Begrippen en basisinformatie
Medische aspecten
Screening en diagnostiek (in Vlaanderen door Kind & Gezin)
EWING-test 2 personen, 1 persoon voor ouder + kind en met speelgoed aandacht kind, andere
persoon achter ouder + kind en biedt geluid aan
Bezwaren:
o onderzoek niet vroeg genoeg
o veel vals positieven
o niet alle kinderen met gehoorstoornis worden ontdekt
o veel training en opleiding voor de onderzoekafnemers
vanaf 1998 (grote wijziging): ALGO, een vorm van AABR (automated auditory brainstem response):
geluiden veroorzaken elektrische activiteit id hersenstam, geregistreerd door elektroden op de huid
Voordeel: door 1 persoon uitgevoerd – pass / refer
anamnese (NKO-ondezoek en audiometrisch onderzoek)
gericht op risicofactoren (verloop zwangerschap, geboorte…)
KNO: via otoscopie (bekijken vd uitwendige gehoorgang en trommelvlies)
Audiometrisch onderzoek: omvang bepalen v gehoorverlies (met behulp van BERA
onderzoek
Kind & Gezin screent alle kinderen
Met gehoorstoornis doorverwezen voor 3 maanden
Voor 6 maanden: behandeling gestart
Geluid (verschillende golfbewegingen)
1 volledige golfbeweging = trilling
Aantal trillingen per seconde = frequentie (Hz)
o Spraakklanken ( tss 100 en 8000 Hz)
o Hogere frequentie = hogere toon
o Bijna alle geluiden: combinaties v frequenties
Geluidsgolven oefenen druk uit op de oppervlakten waarmee ze in aanraking komen =
intensiteit / geluidssterkte (dB)
o Referentiepunt : willekeurig drukniveau
Op 2 manieren naar binnenoor:
1
, o Luchtgeleiding (via utwendige oor naar midden- en binnenoor)
uitwendig ( oorschep – gehoorgang) middenoor ( trommelvlies – 3
gehoorbeentjes) beschadigd: gehoorvermindering voor alle tonen, geen verlies
o Beengeleiding (via beenderen vd schedel direct naar het binnenoor)
Binnen audiometrie
o Toonaudiometrie: zachtermaken v tonen v verschillende toonhoogte
(hoeveelheid gehoorverlies bepalen)
Luchtgeleiding : koptelefoon
Beelgeleiding: trilplaat
o Spraakaudiometrie (tonen kunnen horen maar niet kunnen onderscheiden): op
verschillende intensiteitsniveau woorden, die men moet nazeggen
Spraakaudiogram in ruis met prothese en spraakafzien: benadert meest
dagelijks spraakverstaan
20 % niet verstaan = discriminatieverlies van 20%
o Impedantiemetrie: meet beweeglijkheid van trommelvlies (tympanometrie –
stapediusreflexmeting) luchtdruk variëren – welke mate stijgbeugelspier
beweeglijkheid regelt
o Elektro-audiometrie: meet elketrische spanning die wordt opgewekt in de
hersenstam/slakkenhuis (electrocochleografie)
Oorzaken
Waarschijnlijk genetisch (autosomaal recessief erfelijke doofheid of slechthorendheid) en zijn
congenitaal en niet progressief
Geleidingsstoornis / transmissiestoornis (slechthorendheid)
Disfunctie in het traject uitwendige gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
Mechanisch probleem (op audiogram normaal)
Globaal bekeken: geluidssterkte afnemen
Verbeterd door hoorapparatuur / operatieve ingrepen
Perceptiestoornis / neurosensorieel verlies (slechthorendheid & doofheid)
stoornis op het traject binnenoor – gehoorzenuw – centrale gehoorbanen – hersenschors
Op audiogram : lucht- en beengeleiding vallen samen (zelfde maat gestoord)
Geen hoge tonen/klanken
Alledaagse geluiden mogelijk vervormd
Harder spreken weinig zin : compenseert alleen decibelverlies
Verbeterd door cochleaire implant
Gemengde stoornis (zowel lucht- als beengeleiding gestoord)
Versterking geluid pijnlijk tgv recruitment (abnormale snelle toename vd luidheid)
o Gehoorspan (verschil gehoordrempel en pijngrens) verkleind
Bij horenden tss 0dB -130dB
Bij slechthorenden tss 80dB – 100dB
Indeling volgens de graad van gehoorverlies
Om gemiddelde gehoorverlies te berekenen
Fletcher-index
IPA van Fournier
Indeling volgens BIAP (Bureau International d’Audiophonologie)
Normaal horend: gemiddeld verliest tss 0 – 20 dB
Licht slechthorend: 21 – 41 dB
Matig slechthorend: 41- 70 dB
Zwaar slechthorend: 71 – 90 dB
Doof: 91 – 119 dB
Anacousie: 120 dB of meer
Leren spreken: bij doofheid onvoldoende auditieve feedback dus niet mogelijk
Maar: kinderen met training en behulp van liplezen kunnen het wel, dB grens hoger dan 90dB
Hoor-kinderen : hoofdzakelijk horen (met apparatuur) liplezen is steun, meestal grens boven 90 dB
Zie-kinderen: hoofdzakelijk liplezen, horen (met aparatuur) is ondersteuning, meestal grens onder 90
dB
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hannesegers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.