Cog ontw
Piaget
- Kwalitatieve veranderingen
- Denkontw: actief kennis construeren adhv ervaringen
o Actie = kennis (gn kennis opdoen adhv sensatie/perceptie, maar direct motorisch gedrag)
Hersenen bevatten mentale schema’s
= georganiseerde mentale structuren en patronen
= fundamentele bouwstenen van hoe wij de wereld zien
= bepalen hoe gegevens vd wereld (nieuwe gebeurtenissen of objecten) beoordeeld en behandeld
worden
Naarmate we onze kennis uitbreiden en organiseren, vromen en veranderen onze schema’s
Adaptatie: eigenschappen van iemand om zich aan te passen aan de omgeving
Assimilatie: proces waarmee mensen ervaringen interpreteren adhv hun huidige cog
ontwikkelingsstadium en denkwijze (waargenomen info uit omgeving wordt in bestaand schema
opgeslagen, realiteit inpassen in denkstructuren)
Accommodatie: proces waarmee mensen bestaande manieren van denken/done
veranderen als reactie op ontmoetingen met nieuwe stimuli of gebeurtenis (op basis van
waargenomen info uit omgeving worden mentale schema’s aangepast, denkstructuren aanpassen aan
realiteit)
o Nieuwe info moet voldoende aanknopingspunten hebben met al aanwezig info
Equilibratie: onderhouden van kennis. Adhv assimilatie en accommodatie worden schema’s
steeds uitgebreider. Om evenwicht te houden is zelfregulatie nodig (= vermogen om grip te krijgen op
je gedachten, emoties, gedrag)
Aangeboren gegeven dat zich langzaam gaat verfijnen
Schema’s worden complexer naarmate baby motorische vaardigheden ontwikkelt
- Kritiek
o Stadia zijn nt universeel en consistent
Gericht op westerse culturen
Sommige bereiken bepaalde fase nooit (bv. concreet operationele fase: gn besef conservatie + gn ontw concrete
operaties)
Onderschat leeftijd (kinderen komen sneller in concreet operationele fase, objectpermanentie zou vroeger ontstaan,
sneller gezichtsuitdrukkingen imiteren)
o Geen fases, maar golven: cognitie is steeds in beweging
o Motorische ontw. nt enige basis
o Onderschat cog vermogens
o Gn onderscheid tss vers soorten intelligentie
o Postformeel denken (Labouvie-Vief): denkontw stopt nt op 20j
- 4 stadia:
o Vaste volgorde
o Geleidelijke overgang afh fysieke rijping + sociale omgeving
1. Sensomotorisch stadia (0-2j) kind is afh van aangeboren motorische reactie op stimuli
o Substadium 1: circulaire reactie, eenvoudige reflexen (0-1m)
- Herhaling van willekeurige motorische handeling
- Aangeboren reflexen bepalen aard van interacties met omgeving
- Verandering reflexen als gevolg van ervaringen met buitenwereld
o Substadium 2: primaire circulaire reacties, eerste gewoontes (1-4m)
- Herhaling van interessante/prettige act/acties gericht op lich. vd baby
- Integratie + coördinatie van eerder afzonderlijke reacties
- Zintuigen combineren
o Substadium 3: secundaire circulaire reacties (4-8m)
- Herhaling act/acties met gewenst resultaat gericht op buitenwereld
- Vocalisatie: toename stemgebruik + geluiden imiteren
o Basis taalontw en soc relaties (imiteren gezichtsuitdrukkingen)
o Substadium 4: coördinatie van secundaire circulaire reacties (8-12)
, - Intentioneel gedrag: vers. schema’s worden gecombineerd/gecoördineerd tot 1 enkele actie
om probleem op te lossen
- Objectpermanentie: besef dat mensen/objecten blijven bestaan ook al zijn ze uit het
gezichtsveld verdwenen
o Substadium 5: tertiaire circulaire reacties (12-18m)
- Doelbewuste variatie van acties die tot gewenst resultaat leiden
- Mini-experimenten -> gevolgen? (situatie steeds wijzigen)
- Interesse in onverwachte (ontw nieuwe vaardigheden)
o Substadium 6: begin vh denken (18-24)
- Mentale representaties: symbolisch voorstellen, innerlijke voorstelling van gebeurtenis/object
(= gevestigde objectpermanentie)
o Onzichtbare trajecten
o Oorzaak-gevolgrelaties
o Indirecte imitatie = imiteren van mensen en scènes die nt meer aanwezig zijn, doen
alsof
2. Preoperationeel stadia (2-7j): groei gebruik symbolisch denken, vermogen om te redeneren ontstaan, gebruik begrippen neemt toe
- Symbolisch denken: vermogen om mentaal symbool/woord/object te gebruiken om iets wat nt fysiek
aanwezig is weer te geven/vervangen, kind kan zich baseren op een of andere mentale voorstelling die
het zich van bepaald gedrag heeft gevormd bv. speelgoed auto is representatief voor echte auto
o Complex taalgebruik
Denkprocessen versnellen
Denken over toekomst
Denkontwikkeling -> taalontwikkeling
- Nt voldoende beschikking over cog. operaties => fantasieën = werkelijkheid
Operaties: georganiseerde, formele logische mentale processen
- Vermogen om te redeneren
- Toename gebruik begrippen
- Verbeelding
- Rudimentaire redeneerervaringen: redeneerervaringen gebruiken die nt tot ontwikkeling zijn gekomen
of weinig ontwikkeling doormaken
- Intuïtief denken: kennis over wereld verwerven en primitief redeneren (waardoor ze vaak nt-kloppende
verklaringen hebben over wat ze waarnemen)
o Toppunt nieuwsgierigheid: willen op alle vragen een antwoord
o Deskundigen: hun antwoord is juist
o Einde stadium
Functionaliteit: acties/gebeurtenissen/resultaten volgens vaste patronen aan elkaar
gerelateerd zijn bv. fiets gaat sneller bij harder trappen
Identiteit: besef dat bepaalde dingen hetzelfde blijven ongeacht verandering in
vorm/omvang/uiterlijk bv. klei
Centratie: onvermogen om zich op meer dan één aspect van een stimulus te concentreren. Ze
concentreren zich op het oppervlakkige, in oog springende elementen bv. rij knopen
Conservatie: inzicht dat kwantiteit nt gerelateerd is aan de opstelling en uiterlijke verschijningsvorm van
objecten => beperkt ruimtelijk inzicht
Transformatie: proces waarbij ene toestand verandert in andere (ze zien elke ontmoeting in
isolatie, ze negeren de tussenstadia)
Egocentrisme: onvermogen om zicht te verplaatsen in anderen bv. berg
1) Gebrek aan besef dat anderen dingen vanuit ander fysiek perspectief te zien
2) Onvermogen zich te realiseren dat anderen vers. gedachten/gvls/standpunten hebben
Maken zich gn zorgen over non-verbaal gedrag, praten tegen zichzelf, nt bewust dat hun gedrag
reacties/responsen bij anderen oproept, verstoppertje bv. gezicht bedekken met kussen
3. Concreet operationeel stadia (7-12j)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hannesegers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.