PRAKTIJK VEREECK
Definitie BPPV
= benigne paroxysmale positionele vertigo
- benigne = goede prognose, vaak zelfbeperkende ziekte (eens je weet dat het BPPV is,
kunnen 70-80% van de behandelingen worden genezen in 3 sessies)
- paroxysmaal
- eerder episodische dan aanhoudende duizeligheid
- ernstige, invaliderende klachten van korte duur (door neurovegetatieve symptomen
lijkt het dat de patiënten een hartaanval krijgen)
- positioneel = duizeligheid veroorzaakt door veranderingen in de positie van het hoofd ten
opzichte van de zwaartekracht
- geeft het verband weer tussen de klachten van de patiënt en veranderingen van zijn
of haar hoofd positie ten opzichte van de zwaartekracht
- veroorzaakt door een verandering van hoofdpositie in de ruimte en na een
verandering van de hoofdpositie in de ruimte ten opzichte van de zwaartekracht
- ⇔ “positioning”: beweging veroorzaakt problemen
- ⇔ “positional”: houding veroorzaakt problemen
- vertigo = sensatie van “spinning”, zijzelf/hijzelf of de omgeving
- het illusoire gevoel van beweging (meestal roterend) van zichzelf of de omgeving
- vertigo vs. duizeligheid
- (niet-vertigo) duizeligheid = het gevoel van verstoorde of verminderde ruimtelijke
oriëntatie zonder een vals of vervormd gevoel van beweging
- (interne) duizeligheid = de sensatie van zelfbeweging wanneer er geen zelfbeweging
plaatsvindt of de sensatie van vervormde zelfbeweging tijdens een anders normale
hoofdbeweging (deze "interne" vestibulaire sensatie wordt onderscheiden van de
"externe" visuele bewegingszin)
benigne paroxysmale positionele vertigo
goedaardig, aanvallen zijn hevig, maar
gunstige prognose kortdurend (sec-min) gelinkt aan een
bepaalde positie of draaiduizeligheid
kan patiënt enorm beweging van het
vaak self-limited verontrusten, zeker door hoofd
link vegetatief systeem
Epidemiologie
incidentie/prevalentie: meest voorkomende aandoening gezien in gespecialiseerde evenwicht kliniek
- 18,7-53,3% bij kinderen
- 10,7-64/100.000 nieuwe gevallen per jaar
- levenslange prevalentie van 2,4%
- onderschatting van het probleem (dus screen een patiënt altijd voor BPPV, want valrisico)
- mannen vs. vrouwen ongeveer 1:2
- vb. pubertijd, menopauze,...
- !! tijdens perimenopauzale periode kan incidentie toenemen tot 1:3,2
- leeftijd bij aanvang: ongeveer 54-56 jaar (als leeftijd toeneemt, zal risico ook toenemen)
Etiologie/pathogenese
- idiopathisch (plotseling begin) 50-70%
, - neuronitis vestibularis (VII), labyrintitis, ziekte van Menière, vestibulaire migraine 9-10%
- inactiviteit, slaaphouding, hormonaal, hoofdtrauma, leeftijd, vitamine D tekort 20-21%
twee balans organen in binnenoor = semicirculaire kanalen + otolietorganen (sacculus + utriculus)
hypothese: BPPV wordt veroorzaakt door losse kristallen (= otoconia) van het gedegenereerde
otolithische membraan van utriculus die migreren naar één van de semicirculaire kanalen
- vastgehecht aan de cupula: cupulolithiasis (Schuknecht)
- “positional” of houding veroorzaakt problemen
- kristallen zitten vast op de cupula van de ampulla
- positie-afhankelijk
- geen latentietijd
- duur nystagmus: langdurend (langer dan 45 à 60 seconden)
- vrij zwevende deeltjes in de endolymfe: canalolithiasis (Parnes)
- “positioning” of beweging veroorzaakt problemen
- kristallen zweven in het semicirculaire kanaal
- positie-afhankelijk
- latentietijd: tot 30 seconden
- duur nystagmus: kortdurend (korter dan 45 à 60s)
- meestal in het posterieure semicirculaire kanaal, PSCC (80-90%)
- soms in horizontaal semicirculair kanaal, HSCC
- soms in verschillende semicirculaire kanalen
- minste in anterieure semicirculaire kanaal, ASCC
otoconia zijn zwaarder dan de endolymfe stroom waarin ze stromen waardoor deze stroom langer
duurt dan voorheen → de beweging kan dus al gedaan zijn, maar het lichaam denkt nog dat het in
beweging is door de turbulentere endoltmfestroom
eerst idee hebben over welk kanaal net aangedaan is (adhv. verschillende hoofdbewegingen)
- hoofd roteren om rechter posterieure kanaal in “plane of movement” te brengen
- vb. iets optillen van de grond = sagittaal vlak, dus hoofd 45° naar rechts
- vb. zitten en zijwaarts hellen = frontaal vlak, dus hoofd 45° naar links
, - patiënt in ruglig: otoconia zullen de beweging volgen (zie tekening) en dit veroorzaakt
endolymfe stroom waardoor de patiënt zich duizelig zal voelen
= posterior canal BPPV
Tekenen en symptomen
- vertigo of draaiduizeligheid
- nystagmus
- primaire nystagmus = bij het uitvoeren van de testen zal nystagmus te zien zijn
- omgekeerde nystagmus = een normale situatie waarbij de richting van de nystagmus
wijzigt als de patiënt terug recht komt/van positie verandert → perifeer
- secundaire nystagmus = een abnormale situatie waarbij de nystagmus omkeert
zonder dat de positie van de patiënt verandert → kan wijzen op centraal vestibulair
probleem
- als je de patiënt terugbrengt naar de startpositie → reversal nystagmus
- misselijkheid of nausea
- posturale instabiliteit
- meestal in de ochtend
- symptomen verdwijnen (vermoeidheid) bij herhaalde bewegingen in de provocerende posities
→ daarom is het belangrijk om het onderzoek meteen goed te doen!
provocerende posities: nagaan welke zijde is aangedaan
uit bed stappen, van zit naar lig (om omgekeerd), voorover buigen, omhoog kijken of boven het hoofd
reiken, rollen in bed, niet kunnen slapen zonder het hoofd van het bed omhoog te houden,...
symptomen hebben natuurlijk verloop, self-limiting (30% recidief) en kennen remissies en
exacerbaties
secundaire symptomen zijn: hoofdpijn, cervicale klachten of concentratieproblemen (omdat ze door
de duizeligheid hun hoofd geforceerd stil proberen te houden)
Assessments
drie belangrijke vragen die gesteld moeten worden tijdens het onderzoek:
(1) welke kant is aangedaan?
(2) welk kanaal is aangedaan?
(3) welke vorm of type is het: canalo- of cupulolithiasis?
Dix Hallpike test SIde lying test Roll test
posterieur en anterieur kanaal posterieur en anterieur kanaal horizontaal kanaal
kan beter discrimineren
aandachtspunten:
= visuele fixatie door de patiënt moet vermeden worden
- patiënten proberen tijdens hun klachten een vast punt te zoeken waardoor nystagmus
verdwijnt