Zeer uitgebreide samenvatting van alle voorgeschreven literatuur van het vak Strafprocesrecht (). Dus ook alle artikelen staan hierin opgenomen, jurisprudentie niet volledig. Ook aantekeningen vanuit het hoorcollege zijn aan de samenvatting toegevoegd. M.b.v. deze samenvatting het vak afgesloten in...
Formeel strafrecht, een beknopte samenvatting
Formeel strafrecht, een complete samenvatting
Alles voor dit studieboek (66)
Geschreven voor
Universiteit Leiden (UL)
Rechtsgeleerdheid
Strafprocesrecht (22014022)
Alle documenten voor dit vak (90)
Verkoper
Volgen
sannevdstel
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Strafprocesrecht
Week 1 – Het strafproces
H1 Inleiding
Strafprocesrecht = geheel van regels m.b.t. de toepassing van het strafrecht in een concreet geval.
Toekennen van bevoegdheden + de uitoefening daarvan. Essentieel onderdeel: recht om te
oordelen. Ligt in handen van de rechter.
Materiële strafrecht = wat zijn de strafbare feiten en met welke straffen kunnen zij worden bestraft.
Kern strafprocesrecht: gericht op de totstandkoming van de rechterlijke beslissing.
Hoofddoel strafproces: verzekeren van een juiste toepassing van het materiële strafrecht.
1) Bewerkstelligen dat schuldigen worden gestraft
2) Voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
Duidelijke subdoelen, maar in de praktijk is dat niet altijd even makkelijk. Niet altijd wordt precies
duidelijk wat er is voorgevallen. Welk doel moet dan worden nagestreefd? Een schuldig iemand kan
immers zwijgen, een onschuldig iemand kan ten onrechte worden vastgezet.
Subdoelen: waarheidsvinding + rechtsbescherming
Staan soms op gespannen voet, want men is bereid de waarheid te achterhalen, maar niet
ten koste van alles.
NL: dubio pro reo-beginsel = verdachte krijgt altijd het voordeel van de twijfel.
Art. 338 Sv: feit mag enkel bewezen worden verklaard indien de rechter overtuigd is van de
schuld van de verdachte.
Gedeeltelijke oplossing voor de spanningen, meer waarde hechten aan subdoel 2.
MAAAR… ook een rechter kan zich vergissen. Daarom bestaat er het proces van
herziening.
Bijkomende doelen van het strafprocesrecht (bepalen mede de inrichting daarvan):
- Eerbiediging van rechten en vrijheden van verdachte
Een strafrechtelijke vervolging is, of verdachte nou wel of niet schuldig is, een zwaar, lang en
slepend proces. Vooral als blijkt dat de verdachte onschuldig is, is er een nodeloze inbreuk
gemaakt op de vrijheid van de burger. Daarom moet dit zoveel mogelijk worden voorkomen.
Voorkomen van een disproportionele inbreuk op de vrijheid van mensen. Die vrijheid
moet worden gerespecteerd. Gebeurt o.a. door het zwijgrecht.
- Eerbiediging van rechten en vrijheden van andere betrokkenen
Denk bv aan getuigen, huiszoekingen bij mensen die er niks mee te maken hebben, het
slachtoffer. Zij raken ongewild betrokken bij een strafproces en kan leed toebrengen.
- Procedurele rechtvaardigheid
Het strafprocesrecht draait niet alleen om de uitkomst, maar ook om de voorafgaande
procedure. Verdachten hebben recht op een eerlijk proces waarin ze hun zegje kunnen doen,
schuldig of niet. Een eerlijk proces kan de uitkomst aanvaardbaar maken en een bepaalde
beslissing legitimeren.
Vormt ook een argument voor de betrokkenheid van het slachtoffer bij het proces.
- Demonstratiefunctie
Een terechtzitting moet openbaar zijn, waardoor publieke controle mogelijk is. Het
strafproces kan een generale preventieve functie hebben + zorgen voor normbevestiging:
misdrijven worden niet gepikt. Het strafproces kan zo ook aantonen dat de overheid zich aan
de wet houdt en de rechten van de betrokken burgers respecteert.
Een opsporingsambtenaar wil de waarheid boven tafel krijgen. Dit resultaat is echter niet altijd
bevredigend. De getoonde inspanningen laten echter wel zien dat de overheid strafbare feiten
,serieus neemt, maar dat het niet altijd voldoende is om tot vervolging over te gaan. Indien er wel
over wordt gegaan tot vervolging, maar er teveel twijfels bestaan over de schuld van de verdachte,
kan dit leiden tot vrijspraak, waardoor een mogelijk onschuldige burger niet onterecht wordt
vastgezet.
Indien niet de volledige waarheid kan worden achterhaald, hoeft dat niet per definitie te betekenen
dat een verdachte moet worden vrijgesproken. Waarheidsvinding is geen hoofddoel an sich, maar
meer een afgeleid doel van ‘de juiste toepassing van de wet’.
Afhankelijk van de proceshouding van de verdachte, wordt bepaald hoe grondig het onderzoek naar
de waarheidsvinding behoort te zijn. Ontkende feiten verdienen meer onderzoek dan erkende feiten.
In NL staat de overheid niet boven de wet. Zij hebben zich daaraan te houden, waardoor willekeur
wordt voorkomen. Vooral relevant voor het strafrecht, aangezien dit nogal een ingrijpende praktijk
is. Het zorgt voor rechtsbescherming van de burger. Het hele strafrecht lijkt te worden gezien als
uitwerking van the rule of law. 4 kanttekeningen:
- Rechtsbescherming is niet kenmerkend voor het strafprocesrecht
Voor het hele publiekrecht geldt dat de overheid gebonden is aan de grenzen van de wet.
- Geen verklaring waarom de overheid de bevoegdheid heeft om straffen en dwangmiddelen
toe te passen.
- Onderbelicht waarom de bevoegdheden zijn toegekend aan de overheid. Hiermee worden
immers niet de belangen van de overheid gediend, maar die van de burger.
- Zienswijze leidt makkelijk tot eenzijdigheid. Rechtsbescherming dreigt te worden versmald
tot bescherming van de verdachte, maar dat is incorrect, aangezien ook andere partijen,
zoals het slachtoffer beschermd moeten worden.
Kortom, welke rechtsbescherming dient het strafprocesrecht te bieden?
De verschillende rechtsdoelen van het strafprocesrecht lijken soms op gespannen voet met elkaar te
staan. Hierdoor moeten soms keuzes worden gemaakt. Deze worden o.a. gemaakt o.b.v. telkens
vernieuwende inzichten en de steeds veranderende samenleving. Hierdoor kan het ene moment het
accent op het ene doel liggen en het andere moment het accent op het andere doel.
Uitgangspunten die het keuzeproces structuur geven:
Strafrechtspleging -> verschillende kosten, financiële middelen zijn niet onbeperkt.
Hoe meer er voor de verdachte op het spel gaat, hoe meer en hoe groter de waarborgen
moeten zijn waarmee de berechting is omringd.
Bv hoe zwaarder de op te leggen straf is, hoe grondiger het onderzoek naar de
waarheidsvinding.
Hoe ernstiger het gepleegde feit + hoe groter het belang dat daarmee samenhangt om
de boel op te helderen, hoe ingrijpender de bevoegdheden van politie en justitie zijn.
Doel moet in verhouding staan tot het gebruikte middel.
Verschillende doelen moeten wel allemaal worden gerealiseerd.
Gemaakte afweging moet vanuit alle doelen aanvaardbaar zijn.
Historische ontwikkeling
- Franse Revolutie -> ontstaan hedendaags strafprocesrecht.
Er ontstond rechtseenheid, er kwam 1 WvSr (Code Pénal) en 1 WvSv (Code d’Instruction
Criminelle).
o 1 uniforme rechterlijke organisatie
o Overtredingen werden voortaan berecht
o Zwaarste categorie misdrijven (misdaden) werd berecht door de Hoven van
Assizen, d.m.v. juryrechtspraak. Hoger beroep kon niet, wel cassatie (is er in
overeenstemming met de nieuwe wetgeving gehandeld?).
, o OM werd onderdeel van de rechterlijke organisatie
Gedachtegoed van de Verlichting kreeg voet aan de grond
Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap! Juist het recht gaf aan of en in hoeverre de vorst
enige macht had. Overheidsmacht was dus gebonden aan de wet. Mede hierdoor werd
de basis gelegd voor …
o Fundamentele grondrechten van burgers
o Scheiding der machten (Trias Politica)
o Onafhankelijke rechtspraak, rechtszekerheid en rechtsbescherming
- 1813: Franse overheersing was er niet meer, maar in afwachting van een eigen wetboek,
werd de Franse wetgeving gehandhaafd (Gesel- en worgbesluit).
- 1828: Code d’Instruction Criminelle werd vervangen door een nationaal WvSv, maar dit was
eigenlijk een directe vertaling van zijn voorganger. Deze is dan ook van grote invloed geweest
op het hedendaagse strafprocesrecht.
NL’se strafproces heeft zich anders ontwikkeld dan de Franse!
- 1886: Code Pénal werd vervangen door een nationaal WvSr, waardoor het nationaal WvSv
moest worden aangepast. Er ontstond een tweedeling: misdrijven & overtredingen, i.p.v. de
Franse driedeling (misdaden, overtredingen en wanbedrijven). Zware misdrijven konden
voortaan ook bij verstek worden veroordeeld, waar dit voorheen slechts kon bij de lichtere
misdrijven.
- 1914: nieuw wetboek van strafvordering wordt ingediend bij de Tweede Kamer.
- 1926: nieuwe WvSv treedt in werking. Veel van het oude procesrecht leefde hierin door,
maar er waren wel de nodige aanpassingen gemaakt, aangepast aan het nieuwe WvSr.
Belangrijke verandering: komst van het vooronderzoek, met rechten voor de verdachte.
Bronnen strafprocesrecht
- Wetgeving
WvSv -> geldend voor het hele land.
Het is tevens van toepassing op de vervolging en berechting van in beginsel alle strafbare
feiten.
Bijzondere wetgeving
Art. 107 Gw: sommige onderwerpen worden afzonderlijk, in bijzondere wetten geregeld.
Bijzondere wetten op het terrein van de strafvordering, opgedeeld in 3 groepen:
o Wetten die onderwerpen regelen waarin het strafprocesrecht overlapt met
andere rechtsgebieden. Bv de RO (ook van belang voor bv bestuursprocesrecht).
o Wetten die onderwerpen regelen die net aan/net over de grens van de
strafvordering liggen. Bv de Penitentiaire beginselenwet.
o Wetten die voor bepaalde categorieën delicten een afwijkende/aanvullende
strafvorderlijke regeling geven. Bv art. 9 Opiumwet.
Grondwet
Bevat bepalingen die soms direct/indirect van betekenis zijn voor de strafvordering.
AmvB (Algemene Maatregelen van Bestuur), ministeriële beschikkingen
Wie heeft bv welke bevoegdheid?
- Beleidsregels
Een overheidsorgaan met een discretionaire bevoegdheid kan eigen beleidsregels opstellen
waarin staat hoe precies die bevoegdheid moet worden uitgeoefend.
Verschillende verschijningsvormen:
o Aanwijzingen -> algemeen vs bijzonder. Betreft voornamelijk het geven van
aanwijzingen betreffende de uitoefening van de taken van het OM.
o Richtlijnen = beleidsregels die betrekking hebben op de ter terechtzitting te
vorderen straf.
Gepubliceerd in de Staatscourant!
, o Instructies
o Handleidingen
Niet gepubliceerd in de Staatscourant!
Er is enkel sprake van een beleidsregel indien deze is uitgevaardigd door een orgaan die de
bevoegdheid heeft functionarissen bindende voorschriften te geven m.b.t. de uitoefening
van die bevoegdheden.
- Internationaal recht
Verdragsrecht
Vooral het EVRM en IVBPR zijn relevant voor het NL’se strafprocesrecht. In beide
verdragen staan grondrechten die een rol spelen in het strafproces. Enige verschil tussen
de verdragen: individueel klachtrecht, die men kan indienen bij het EHRM indien men
meent dat zijn rechten zijn geschonden in een nationaal proces. Het EHRM heeft ook veel
jurisprudentie gemaakt, waarin invulling wordt gegeven aan bepaalde beginselen. Steeds
vaker wordt onze wetgeving aangepast op deze uitspraken.
Supranationaal recht: EU-recht
Steeds belangrijkere rol. Vooral de komst van het Verdrag van Lissabon (2009) is relevant
geweest. Hiermee zijn stappen gezet waardoor de rol van Europa in het nationale
strafprocesrecht kan worden vergroot. Belangrijk: Handvest van de grondrechten van de
EU.
- Jurisprudentie
Denk bv aan invulling van open termen, wetsuitleg etc, waar rechters zich veelvuldig aan
(moeten) houden.
- Beginselen
Eind jaren ’70: vervolgingsbeslissing toetsen aan de beginselen van de goede procesorde.
Justitiële autoriteiten mogen namelijk niet willekeurig handelen. Denk bv aan het
gelijkheidsbeginsel, beginsel van zuiverheid van oogmerk, beginsel van een behoorlijke en
billijke belangenafweging, rechtszekerheidsbeginsel, legaliteitsbeginsel, fair trial-beginsel.
Kritiek: zelfstandige rechtsbron? Komen namelijk voort uit de geschreven jurisprudentie en
verdragen. Sommige beginselen zijn echter heel fundamenteel.
2 belangrijke punten:
De gelding van de beleidsregels berust op de beginselen van een goede procesorde.
Het idee dat alle strafprocesrecht in de wet is neergelegd, is losgelaten.
Legaliteitsbeginsel
De Franse wetgeving gaf rechtszekerheid en -eenheid. Art. 1 van de Code stelde dat alleen aan de
door de wet aangewezen functionarissen kwam de strafvordering toe. Door deze binding aan de wet
werd ook de burgerlijke vrijheid beschermd.
‘Niemand mag tot straf vervolgd of veroordeeld worden, dan op de wijze en in de gevallen, bij de wet
voorzien’.
Legaliteitsbeginsel: voorkomen van willekeurige vervolging en bestraffing.
Art. 1 van de Code d’Instruction Criminelle: ‘strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet
voorzien’.
Oude bepaling zou te eng zijn geformuleerd. Nadeel: waarborgfunctie komt minder goed uit
de verf. Er bestaat immers geen strafprocesrecht buiten de wet (klopt niet).
Wat is de betekenis hedendaags van het legaliteitsbeginsel? Immers, staat niet alles expliciet
ook in de wet als zodanig omschreven.
Kans op willekeur binnen het strafprocesrecht is klein, aangezien er waarborgen zijn:
- Openbaarheid van zitting -> publieke controle is mogelijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannevdstel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.