Welvaart, ongelijkheid en armoede: Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4: Gezinnen als vragers van goederen
1.De theorie van het consumentengedrag
1.1 De optimale goederenbundel
Spanning tussen vele behoeften en beperkte middelen, verplicht tot kiezen.
Goederenbundel: Op basis van zijn inkomen en de goederenprijzen, zoekt hij
naar de hoogste bevrediging voor zijn/haar behoeften aan de laagste prijs.
Homo economicus
Vraag van consument = Motor van de economie
1.1.1De grensnuttheorie
Nut: De persoonlijke voldoening die men door consumptie kan krijgen.
Grensnut: Marginaal nut of baat, nut van elke bijkomende eenheid van een
goeder. = Baten die gepaard gaan met de keuze voor een bijkomende eenheid
van een goeder. Bv. Cola drinken op een terras, …
Wetten van Gossen:
1. 1ste wet van Gossen
= Het dalend verloop van het grensnut.
2. 2de wet van Gossen
= De consument zal zijn consumptie zo verdelen dat de laatste cent voor
alle goederen hetzelfde grensnut zal opleveren.
Budgetbeperking: Som van de gekochte goederen mag zijn inkomen niet
overschrijden.
Momentopname: Optimale goederenbundel verandert in tijd.
Gevecht om big date: Middel om het gedrag van de consument in kaart te
brengen en te voorspellen.
1.2 Veranderingen in de optimale goederenbundel
Wijziging in voorkeuren, veranderen in tijd:
- Seizoen verandering, Bv. Bikini in zomer, skipak in winter, …)
- Mode, trends, hype, Bv. Bruine huid, …
- Technologie, Bv. Gsm, computer, internet, fotografie, …
- (Toegenomen aandacht) gezondheid, Bv. tandartsbezoek, …
+ Milieu, Bv. Zonnepanelen, …
- Biologische en fairtrade producten
Inkomenswijziging:
- Inkomensstijging: Als inkomen van consument stijgt, dan wordt
budgetbeperking kleiner, daardoor kunnen andere of meer goederen
worden aangeschaft.
- Normale goederen: Consumptie stijgt met stijgend inkomen
Bv. Vlees, auto’s, mobiliteit, A-merken, …
- Inferieure goederen: Consumptie daalt met het stijgend inkomen
Bv. Aardappelen, witte producten, tweedehands goederen, brood, …