100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Stappenplannen Materieel Strafrecht (RGBUSTR013) €4,49
In winkelwagen

Overig

Stappenplannen Materieel Strafrecht (RGBUSTR013)

 4 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Stappenplannen waarbij duidelijk wordt hoe bepaalde vragen beantwoordt moeten worden. Hiermee heb ik goed kunnen oefenen, waardoor ik het tentamen heb gehaald!

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 3 februari 2023
  • 18
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
avatar-seller
Stappenplannen + Antwoordindicaties

Causaliteit
1. Wat speelt zich af in de casus?
- Koen wordt vervolgd voor het medeplegen van wederrechtelijke
vrijheidsberoving de dood ten gevolg hebbende (Art. 47 lid 1 sub 1 jo. art.
282 lid 1 jo. lid 3 Sr). Het betoog van de raadsman komt erop neer dat een
externe, tussenkomende factor moet gelden als de doodsoorzaak van Gijs,
namelijk het feit dat Gijs zelf een vuurtje heeft gemaakt als gevolg waarvan
hij door een koolmonoxidevergiftiging is te komen overlijden.
2. Noem het leerstuk dat centraal staat
- De rechter dient dus te beoordelen of er sprake is van een causaal
verband tussen de gedraging van Koen enerzijds (het opsluiten van Gijs in
een container op een koude novembernacht) en het gevolg (de dood van
Gijs) anderzijds. Gedragingen van anderen of gebeurtenissen die zich
voordoen na de initiële gedraging en die ook van invloed kunnen zijn
geweest op het intreden van het gevolg kunnen in de weg staan aan het
aannemen van strafrechtelijk relevant causaal verband, maar dat hoeft niet
(HR Bloedvergiftiging r.o. 3.4/ HR Dwarslaesie r.o. 5.4.1-5.4.2).
3. Theorie: Wat zijn de gezichtspunten?
- Of er sprake is van causaal verband tussen de gedragingen van Koen en
het overlijden van Gijs moet worden beoordeeld aan de hand van de
maatstaf of het letsel redelijkerwijs als gevolg van de gedraging aan de
dader(s) kan worden toegerekend. Aan het open criterium van de redelijke
toerekening wordt invulling gegeven d.m.v. de onderstaande relevante
gezichtspunten:
a. Aard van de gedraging
b. Aard en strekking van het delict
c. Persoon van het slachtoffer
d. Opzettelijk handelen
e. Complexiteit van de causale keten
4. Toepassing: Wat betekent dit in de casus?
- Toegepast op de casus betekent het voorgaan het volgende:
a. Is de gedraging van Koen en Redouan van zodanige aard dat zij
geschikt is om de dood van Gijs teweeg te brengen?
Uit de casus blijkt dat het een koude novembernacht was (het vroor dat
het kraakte) en dat de container licht- en luchtdicht was. Bij die kou kan
iemand door onderkoeling overlijden en doordat de container luchtdicht
was kan iemand door zuurstofgebrek overlijden. Bovendien bracht
Koen Gijs nog op het idee om een vuurtje te maken en wierp hem de
aansteker toe. Iedereen weet dat voor het maken van vuur zuurstof
nodig is. En dat wanneer je een vuurtje stookt in een niet geventileerde
ruimte, het CO-gehalte groter wordt, met als gevolg dat het
zuurstofgehalte daalt
b. De strekking van de strafbepaling van art. 282 Sr is de
bescherming van de persoonlijke bewegingsvrijheid.
De dood als gevolg wijkt af van de aard en strekking van het
tenlastegelegde delict

, c. De ernst van het letsel: Gijs is een astmapatiënt zo blijkt uit de casus.
Redouan en Koen zijn hiervan op de hoogte, maar ook als dat niet zo
zou zijn zou deze conditie voor rekening van Redouan en Koen moeten
komen: ‘you take the victim as you find him’. Na het opsluiten van Gijs
in de container, is Gijs overleden
d. De gedraging van Redouan en Koen (de wederrechtelijke
vrijheidsberoving) is opzettelijk begaan.
Ze spreken samen af dat ze Gijs d.m.v. een smoes de zeecontainer
inlokken om hem daar vervolgens op te sluiten. Koen hoeft geen opzet
te hebben gehad op het gevolg (de dood), want dit is een
geobjectiveerd bestanddeel
e. Het tijdsverloop van de causale keten:
 Vooropgesteld kan worden dat Gijs opgesloten zat in een
luchtdichte container in een koude novembernacht en dat hij dus
zeer waarschijnlijk ook zonder het gestookte vuurtje omgekomen
zou zijn. In casu is het door Gijs zelf gestookte vuurtje de directe
oorzaak van de koolstofmonoxidevergiftiging die zijn dood heeft
veroorzaakt.
 Redouan en Koen wisten dat Gijs een roker was en bovendien riep
Koen hem nog toe dat Gijs maar een vuurtje moest stoken als hij
het koud kreeg. Het is dan voorzienbaar dat Gijs, omdat het een
koude novembernacht was en omdat hij geen hand voor ogen kon
zien de aansteker heeft gebruikt om de spullen in de container aan
te steken. De casus geeft ook dat Redouan en Koen van vroeger
wisten dat er bouwafval in de containers lag.
 De situatie in deze casus is vergelijkbaar met HR Dwarslaesie. De
gedraging van Gijs – het stoken van het vuurtje – is een later
ingetreden factor die moet worden beschouwd als de onmiddellijke
oorzaak van dat gevolg. Echter, net als in HR Dwarslaesie is deze
tussenkomende factor niet dermate zwaarwegend geweest dat het
niet langer redelijk zou zijn om het gevolg aan de eerdere gedraging
van de verdachten toe te rekenen. De interveniërende factor is,
mede in aanmerking genomen het ernstige letsel dat Gijs door
toedoen van Koen en Redouan heeft opgelopen, niet aan te merken
als een dusdanig zwaarwegende factor dat het gevolg niet langer in
redelijkheid aan beide verdachten zou kunnen worden toegerekend
(HR Dwarslaesie r.o. 5.4.1 – 5.4.2)
5. Conclusie
- Het verweer van de raadsman heeft geen kans van slagen

, Voorwaardelijk opzet
1. Wat speelt zich af in de casus?
- Artikel 300 Sr is een doleus delict, waarbij het opzet is ingeblikt in de term
‘mishandeling’. Er zal dus moeten worden getoetst of Klaas opzettelijk
heeft gehandeld. Het betoog van de advocaat van Klaas dat het niet hun
bedoeling was om Willem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen slaagt
niet. Het gevolg – hier het intreden van het zwaar lichamelijk letsel – is aan
het opzetvereiste onttrokken. Artikel 300 lid 2 is immers een door het
gevolg gekwalificeerd delict.
2. Is er sprake van opzet met bedoeling?
- Vervolgens dient te worden vastgesteld of Klaas wel opzet heeft op de
mishandeling van Willem. Uit de casus blijkt niet dat Klaas de bedoeling
had om Willem te mishandelen. Er is dus geen sprake van willens en
wetens handelen (opzet met bedoeling).
3. Is er sprake van voorwaardelijke opzet + definitie
- Dat betekent dat de vraag centraal komt te staan of Klaas voorwaardelijk
opzet op de mishandeling van Willem heeft gehad. Voor deze vorm van
opzet is vereist dat Klaas zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de
aanmerkelijke kans dat Willem ten gevolge van zijn handelen pijn en/of
letsel heeft ondervonden.
4. Wat zijn de componenten voor voorwaardelijke opzet?
(A) Risicocomponent: De aanmerkelijke kans is de kans die, afhankelijk van
de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder zij werd
verricht, naar ‘algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten’, waarbij
geen betekenis toekomt aan de aard of de ernst van het gevolg van de
gedraging (risicocomponent) (HR HIV-I, r.o. 3.6). Onder ‘de naar algemene
ervaringsregels aanmerkelijke kans’ dient te worden verstaan de in de
gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid’ (HR
Aanmerkelijke kans, r.o. 5.3.2).
(B) Kenniscomponent: Verder is vereist dat de verdachte wetenschap heeft
van de aanmerkelijke kans (dan wel dat die wetenschap moet worden
verondersteld aanwezig te zijn) (kenniscomponent).
(C) Wilscomponent: Tot slot is vereist dat hij die kan bewust heeft aanvaard
(wilscomponent). De aanvaarding van de aanmerkelijke kans kan in
concrete gevallen worden vastgesteld aan de hand van de verklaringen
van de verdachte en/of eventuele getuigenverklaringen. Wanneer deze
geen inzicht geven omtrent hetgeen ten tijde van de gedraging in de
verdachte is omgegaan, zal het afleiden van de wilscomponent afhangen
van de feitelijke omstandigheden van het geval.
Daarbij zijn de aard van de gedrang en de omstandigheden waaronder
deze is verricht, van belang. ‘Bepaalde gedragingen kunnen naar hun
uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een
bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan
zijn dat dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende
gevolg heeft aanvaard’ (HR Aanmerkelijke kans, r.o. 5.3.1-5.3.3)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noavanderweegen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd